Wat betekent de terugleverheffing en het einde van de salderingsregeling voor boeren (en burgers) met zonnepanelen?
Wie rond rijdt in Nederland ziet dat veel daken van agrarische bedrijfsgebouwen en van woningen vol liggen met een aanzienlijk pakket aan zonnepanelen. Dat is mooi, want de opgewekte stroom kan door de boer en de burger direct gebruiken voor de machines van het boerenbedrijf of thuis de vaatmachine. Dit drukt de energiekosten. Wat niet gebruikt wordt, wordt aan het net terug geleverd en dat is goed voor de portemonnee. Tenminste, dat hangt van een aantal factoren af.
Steeds meer energieleveranciers brengen namelijk kosten in rekening voor het terugleveren van zonnestroom (terugleverheffing). Met ingang van 1 januari 2027 eindigt ook de salderingsregeling en geldt er een juridische regeling voor de terugleververgoeding. In deze blog bespreek ik de juridische aspecten van het eindigen van de salderingsregeling en het invoeren van de terugleververgoeding.
Voor een goed begrip van deze blog is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen verschillende situaties:
Sommige boeren hebben hun dak verhuurd of hebben een opstalrecht gevestigd ten behoeve van een projectontwikkelaar van zonnestroomprojecten. Zij zijn geen eigenaar van de zonnepanelen of de opgewekte zonnestroom. Over deze boeren gaat mijn blog niet.
Boeren die zelf geïnvesteerd hebben in zonnepanelen, kunnen een ‘kleine’ (maximale capaciteit 3×80 ampère) of een ‘grote’ aansluiting (alles daarboven) op het net hebben. Of boeren een kleine of een grote aansluiting hebben, hangt af van het stroomverbruik. Kleinschalige boeren die bijvoorbeeld een akkerbouwbedrijf hebben of opslag zonder koeling kunnen nog een kleine aansluiting hebben. Melkveehouders met melkrobots, pluim- en varkenshouders met ventilatie en koeling hebben vaak een grote aansluiting.
Boeren (en dit geldt ook voor veel burgers) met een kleine aansluiting en eigen zonnepanelen maakten waarschijnlijk wel gebruik van de salderingsregeling. Boeren met eigen zonnepanelen en een grote aansluiting hadden geen recht op salderen. Waarschijnlijk gebruikten zij alle opgewekte stroom zelf. Deze blog is met name relevant voor boeren en burgers met een kleine aansluiting.
Het energiecontract speelt een belangrijke rol. Boeren en burgers met een dynamisch of niet-gefixeerd energiecontract, kunnen al geconfronteerd zijn met terugleverkosten, wat hun businesscase stevig kan raken. Zeker als ze het systeem vooral als “stroomfabriek” gebruiken (veel productie, weinig eigen verbruik).
Hierna zal ik eerst een aantal begrippen uitleggen en van context voorzien.
Terugleverheffing
De terugleverheffing is de vergoeding die een boer moet betalen voor het terugleveren van stroom aan het net. Dit is door sommige energieleveranciers in rekening gebracht vanaf 1 oktober 2023. De terugleverheffing wordt berekend op basis van hoeveel kilowattuur (kWh) zonne-energie die op jaarbasis wordt teruggeleverd. De vaste kosten voor teruglevering zijn verdeeld in verschillende tariefschalen, waarbij de tarieven stijgen naarmate men meer kWh teruglevert.
Het onderliggende probleem is technisch van aard: het elektriciteitsnet is niet ontworpen op grootschalige decentrale opwekking, zeker niet op momenten dat de zon volop schijnt terwijl de vraag naar stroom relatief laag is. De netcapaciteit raakt dan overbelast. Leveranciers maken extra kosten om dit in goede banen te leiden, onder meer doordat zij ongebruikte stroom moeten verhandelen tegen negatieve prijzen of moeten afregelen (installaties op afstand uitzetten). Deze kosten worden nu in toenemende mate via terugleverkosten doorberekend aan klanten.
De Autoriteit Consument & Markt (ACM), die toezicht houdt op de energiemarkt, heeft aangegeven dat terugleverkosten onder voorwaarden zijn toegestaan. Belangrijk is dat klanten vooraf duidelijk worden geïnformeerd, en dat de kosten niet discriminatoir of buitensporig zijn.
Terugleververgoeding
De terugleververgoeding is de vergoeding die de boer ontvangt van de energieleverancier voor de stroom die hij niet zelf heeft gebruikt maar teruglevert aan het net.
Salderen
Salderen is het recht dat tot 1 januari 2027 bestaat voor eigenaren van zonnepanelen die een kleine aansluiting hebben, om op jaarbasis de stroom die men van het net heeft afgenomen te verrekenen met de stroom die men aan het net heeft teruggeleverd. Alleen over het netto verbruik betaalt de boer of de burger energiebelasting en btw.
Energiewet
Ook zijn de volgende begrippen uit de Energiewet (inwerkingtreding per 1 januari 2026) van belang: de boer of de burger die door middel van zonnepanelen energie opwekt en ‘invoedt op’ het net, maar ook energie afneemt van het net is een ‘actieve afnemer’. De energieleverancier met wie de boer of de burger een energiecontract heeft, wordt de ‘marktdeelnemer’ genoemd.
Wat gaat er veranderen?
De salderingsregeling wordt per 1 januari 2027 afgeschaft en de regels omtrent de redelijke terugleververgoeding en de terugleverkosten veranderen. De terugleververgoeding mag niet negatief zijn en het geheel van kosten en voorwaarden voor het terugleveren moet transparant en redelijk zijn en worden vastgelegd in een terugleverovereenkomst.
Het juridisch kader luidt als volgt.
Elektriciteitswet 1998 (tot 1 januari 2026)
Bij het schrijven van deze bijdrage geldt nog de Elektriciteitswet 1998. In artikel 31c van de Elektriciteitswet is de huidige salderingsregeling opgenomen. Daarin staat het recht op salderen en het recht op het ontvangen van een redelijke terugleververgoeding opgenomen.
Energiewet (per 1 januari 2026)
Per 1 januari 2026 treedt de Energiewet in werking. Deze vervangt onder andere de Elektriciteitswet 1998. Artikel 31c van de Elektriciteitswet is overgenomen in artikel 2.31 van de Energiewet. Omdat de afschaffing van de salderingsregeling (pas) ingaat op 1 januari 2027, wordt de salderingsregeling voor nu nog meegenomen in de Energiewet. Artikel 2.31 van de Energiewet vervalt op 1 januari 2027.
De beëindiging van de salderingsregeling betekent dat de ingevoede zonnestroom niet langer met de hoeveelheid geleverde elektriciteit wordt gesaldeerd. Het bestaande belastingvoordeel voor ingevoede elektriciteit tot een maximum van de aan het systeem onttrokken elektriciteit vervalt daarmee eveneens vanaf 2027 (artikel 50 lid 2 Wet belastingen op milieugrondslag). Ook de daarmee onlosmakelijk verbonden bepalingen zullen vervallen. De overige bepalingen van de wetgeving blijven, voor zover die zien op het terugleveren van hernieuwbare elektriciteit door een actieve afnemer als zodanig, gehandhaafd en worden opgenomen in artikel 2.34 van de Energiewet, dat gaat over het terugleveren van elektriciteit.
Artikel 2.34 wordt uitgebreid met een aantal eisen voor leveranciers uit artikel 2.5 van de Energiewet, die zien op redelijke en transparante kosten en voorwaarden, door die van overeenkomstige toepassing te verklaren.
De Elektriciteitswet voorziet alleen in een redelijke vergoeding voor teruggeleverde elektriciteit voor eindafnemers met een kleine aansluiting. De Energiewet voorziet per 1 januari 2027 in een redelijke vergoeding voor alle actieve afnemers die zelfopgewekte hernieuwbare elektriciteit terugleveren aan een marktdeelnemer, dus ook voor actieve afnemers met een grote aansluiting, zoals zakelijke afnemers met een verzwaarde aansluiting. Hier vallen boeren met een grote aansluiting ook onder.
Een redelijke vergoeding voor een kleine aansluiting mag niet negatief zijn. De vergoeding moet een afspiegeling zijn van de marktwaarde van de elektriciteit en kan rekening houden met de waarde op lange termijn ervan voor het net, het milieu en de samenleving. Een vergoeding voor teruggeleverde energie voor een grote aansluiting is niet redelijk indien de vergoeding onevenredig laag is gezien de kosten en baten van de marktdeelnemer en niet concurrerend is (artikel 2.34 lid 7 Energiewet, na wijziging). De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt hier toezicht op.
Voor het fiscale aspect (energiebelasting) zijn met name de artikelen 50, 51, 53 en 63 van de Wet belastingen op milieugrondslag relevant.
Artikel 50 lid 2 Wet belastingen op milieugrondslag geeft de grondslag op basis waarvan de belasting wordt geheven indien salderen van toepassing is. Aangezien de salderingsregeling wordt beëindigd, is het bijbehorende belastingvoordeel niet meer van toepassing. Daarom vervalt artikel 50 lid 2 en worden de resterende leden hernummerd.
Het gevolg van de afschaffing van de salderingsregeling is dat de zonnestroom die op een dag wordt opwekt, maar niet direct gebruikt, bij de teruglevering aan het net ten hoogste de hiervoor toegelichte redelijke terugleververgoeding oplevert. Als daarnaast ook nog terugleverkosten worden berekend, kan het zijn dat de opbrengst van de zonnestoom door de levering aan het net, (bijna) niets meer oplevert. Het niet meer kunnen wegstrepen tegen later verbruik, is een lelijke streep door de rekening, de businesscase waar het velen om te doen was bij de investering in zonnepanelen. De terugverdientijd van de investering in zonnepanelen wordt dus langer.
Boeren en burgers kunnen maatregelen treffen om optimaal gebruik te maken van de zonnestroom en de financiële voordelen. Hierna volgen 4 tips voor de praktijk.
De eerste maategel is het zo goed mogelijk afstemmen van het verbruik van energie op de momenten dat er energie wordt opgewekt. Dit betekent dat machines die op elektriciteit werken, zoveel mogelijk productief moeten zijn als er sprake is van de opwek van zonnestoom. Zolang de salderingsregeling gold, was er geen stimulans om dit te doen. Door direct de eigen zonnestroom te gebruiken, worden er geen kosten gemaakt om energie af te nemen van het net.
Een tweede maatregel die men kan overwegen is het installeren van een batterij. Alhoewel goed naar de kosten en de baten daarvan moet worden gekeken, kan dit een bijdrage leveren aan het zoveel mogelijk zelf benutten van de eigen zonnestroom op een later moment. Luister vooral naar de informatieve podcast van Energeia – Voetnoten over dit onderwerp.
Tip 3: Je elektrische auto als thuisbatterij.
Een derde maatregel is een variant op de tweede: het benutten van de batterij van de auto. Sommige elektrische auto’s hebben de mogelijkheid om ook als batterij te fungeren en kunnen stroom terugleveren voor het gebruik buiten de auto, in de woning bijvoorbeeld.
Een vierde maatregel is van een heel andere orde. De aankomende Energiewet biedt de mogelijkheid om met andere actieve afnemers samen te werken door één aansluiting te delen (cable pooling) omdat onder de Energiewet, anders dan onder de Elektriciteitswet, het onderling verdelen van energie (onder voorwaarden) met anderen is toegestaan. Een partij die veel zonnestroom opwekt, zou deze dan rechtstreeks kunnen leveren aan een partij die de zonnestroom kan benutten, zodat het net er niet mee belast wordt. De ACM heeft – vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Energiewet – hier nu al toestemming voor gegeven.
De energietransitie komt met horten en stoten tot stand. Stimulerend beleid is (te) succesvol geweest en wordt nu bijgestuurd. De terugverdientijd van zonnepanelen wordt langer, maar nieuwe kansen en mogelijkheden dienen zich aan. Door op tijd te anticiperen, kunnen deze zo goed mogelijk worden benut.