Waterstof vervoeren als een vloeistof bij normale omgevingstemperaturen. Lang was dat niet mogelijk maar nu lijkt dat toch haalbaar met een chemische drager. Daardoor is waterstof te transporteren in een tankauto of grote zeetanker die normaal voor vervoer van bijvoorbeeld olie worden gebruikt.
Het gaat om technologie waarnaar het Duitse waterstofbedrijf Hydrogenious uit Neuss veel onderzoek heeft verricht. De waterstof wordt ‘opgeslagen’ in benzyltolueen. Die stof fungeert als waterstofdrager en dat blijkt een hele goede te zijn. Want het kost niet veel moeite en energie om de waterstof er in gasvorm weer uit te halen.
Het proces is zo interessant dat tankopslagbedrijf Koninklijke Vopak NV in Rotterdam een joint venture is aangegaan met Hydrogenious. Beide bedrijven willen via hun joint venture LOHC Logistix ‘waterstoflogistiek naar een hoger niveau tillen’. De sleutel is de LOHC-BT techniek van de Duitsers. Het is een afkorting van Liquid Organic Hydrogen Carrier. Kortom: een vloeibare waterstofdrager.
Een definitieve investeringsbeslissing wacht nog op het vergunningstraject. De bedrijven hebben in elk geval de bereidheid om te investeren. Vopak heeft eerder al uitgesproken om tot aan 2030 circa 1 miljard euro te willen investeren in nieuwe energie en duurzame grondstoffen.
Een LOHC (liquid organic hydrogen carrier) is een manier om transport en opslag van waterstof te vergemakkelijken door het te binden aan een chemische verbinding, een waterstofdrager zoals een pasta of een olie. Zonder zo’n drager is een temperatuur van -253 graden celcius nodig om waterstof vloeibaar te vervoeren. Ter vergelijking: voor LNG (vloeibaar gemaakt aardgas) is dat -160 graden celcius. Daarnaast vergt de opslag van waterstof zonder drager tanks die een zeer hoge druk kunnen weerstaan. Met een LOHC is dit niet nodig.
Samen met Vopak NV wil Hydrogenious een op LOHC-BT gebaseerde toeleveringsketen opzetten voor groene waterstof van Zweden naar Centraal-Europa. Zweden valt op door zijn grote potentieel op het gebied van hernieuwbare energie, bijvoorbeeld in de vorm van waterkracht en windenergie. Met hulp van tal van partners kan tot 8.000 ton groene waterstof per jaar beschikbaar zijn voor het project.
De beoogde fabriek moet 24 ton waterstof per dag in LOHC kunnen omzetten en aansluitend volgt transport per schip naar Rotterdam. De insteek is 40 scheepsladingen per jaar met een scheepscapaciteit van 4.500 tot 5.000 m³ per lading, wat overeenkomt met ruim 200 ton waterstof per jaar. Bovendien zal ongeveer 50% van het importvolume Lingen/Duitsland met zijn industriële afnemers bereiken via de rivier de Eems (gekoppeld aan project Get H2). In dezelfde lijn plant Hydrogenious LOHC-losfaciliteiten op industriële schaal in zowel Rotterdam als Lingen.