Ruim 2700 auto’s van het vrachtschip Fremantle Highway dat op 26 juli in brand vloog zijn zo beschadigd dat zij niet meer verkocht kunnen worden. Kunnen we deze auto’s nog hergebruiken? Hoogleraar Arnold Tukker Industriële Ecologie licht toe.
‘Je kunt altijd wel wat hergebruiken’, zegt Tukker. ‘Maar het is van een afstand natuurlijk gissen wat er kan, en hoe. Het is denkbaar dat zelfs de nog intacte auto’s uiteindelijk afgeschreven worden omdat producenten de kwaliteit van hun product niet meer kunnen garanderen. In dat geval is het logisch dat nog werkende losse onderdelen, zoals motoren of batterijen, herbruikt worden.’
Voor het hergebruiken moet een onderdeel natuurlijk gecheckt worden. Een batterij is een mooi voorbeeld, aldus Tukker: ‘Zodra de batterij nog maar tot 80 % kan opladen is deze niet meer geschikt voor autorijden. Zo’n batterij kan daarentegen wel nog jaren voor andere doeleinden gebruikt worden, zoals stationaire stroomvoorziening.’
'Eén kapotte in serie geschakelde cel kan al problemen geven.'
Ook de verbrande auto’s van de Fremantle Highway kunnen gerecycled worden. ‘Een auto bestaat grotendeels uit staal en dat is een materiaal dat gemakkelijk opnieuw gebruikt kan worden: je gooit het door de shredder en de staalkorrels die je erna overhoudt kun je opnieuw als staal gebruiken. Het staal moet natuurlijk wel schoon zijn en door de brand niet zijn verwrongen tot een lastig scheidbaar metaalmengsel van batterijen en andere onderdelen.’
Een beschadigde autobatterij is aanzienlijk moeilijker te recyclen, onder andere door de vele verschillende soorten materialen die erin zijn verwerkt. ‘Ik ben geen scheidingsspecialist, maar er zijn bedrijven die dit soort lastige afvalstromen met speciale technieken wel kunnen scheiden. Overigens zal er altijd eerst gekeken worden of een batterij nog gerepareerd kan worden. Eén kapotte in serie geschakelde cel kan al problemen geven. Als je die cel vervangt, doet de batterij het daarna weer vaak goed.’
Het is van groot belang dat in de toekomst nog meer technieken ontwikkeld worden om batterijen te recyclen, ook omdat het aantal van deze batterijen alleen maar zal toenemen. Tukker: ‘In de huidige energietransitie zijn we druk bezig met het maken van duurzame alternatieven voor fossiele energie, zoals zonnecellen, windmolens, en elektrische auto’s. Maar we hebben geen idee wat we moeten doen met deze producten zodra deze aan het einde van hun levensduur komen.’ Het Centrum voor Milieuwetenschappen werkt daarom samen met diverse technische partners aan vragen als: Wat zijn de grootste materiaalstromen? Wanneer komen die vrij? Hoe verlengen we levensduur? Hoe zorgen we voor hergebruik van componenten en materialen? ‘Uiteindelijk wil je dat alle producten die vanaf nu op de markt komen met een circulair perspectief ontworpen worden, aldus Tukker. ‘Zo voorkomen we dat we over 20 jaar met een enorme afvalberg zitten waar we niets mee kunnen.’