Wat heb je nodig om de marktpotentie voor snelladen te bepalen en hoe plan en faciliteer je vervolgens een snellaadnetwerk? Adviseurs Willem Knol en Anne van der Veen leggen het uit. Ze ontwikkelden een handige tool die je hierbij kan helpen: het EV Snellaadmodel.
Vuistregels, wie gebruikt ze niet? In de wereld van tankstations is het een bekende vuistregel om 2% van het verkeer te zien als marktpotentie. Bij het nadenken over snelladers gaan we er vaak vanuit dat een zelfde soort factor op verkeersintensiteit genoeg is.
Maar elektrisch rijden is niet hetzelfde als fossiel rijden en laden is niet hetzelfde als tanken. De grote meerderheid van het laden zal thuis, op het werk, of in je buurt plaatsvinden. Wat heb je dan nodig om de marktpotentie voor snelladen te bepalen?
Snelladen, in tegenstelling tot tanken, is vaak een keuze. We gaan snelladen als het handig is, bijvoorbeeld als je toch even een rustpauze hebt. Of we gaan snelladen als het niet anders kan als er geen reguliere laadinfrastructuur beschikbaar is of als je verder rijdt dan je actieradius groot is.
Waarom zou je langs een snelweg je tijd verdoen, als je ook ergens anders kan laden voor minder geld en tijd? Er zullen veel EV rijders zijn die géén behoefte hebben aan snelladen. Daarmee gaat de vlieger van ‘volume maal 2%’ voor snelladen niet meer op.
Dat snelladen een keuze is, heeft grote gevolgen voor het plannen en faciliteren van snellaadlocaties. De behoefte naar snellaadinfrastructuur zal voor een veel groter deel afhangen van het gedrag van EV-rijders.
Wat voor verplaatsingsgedrag is er?
Op welke plekken vertaalt zich dat in de wens om te kunnen snelladen?
En hoeveel snellaadpunten zijn daar nodig om daarin te voorzien?
Om deze vragen te beantwoorden hebben wij bij Over Morgen het EV Snellaadmodel ontwikkeld.
Door de inzichten uit ons EV Prognose Model te combineren met verkeersmodellen, hebben wij in kaart gebracht waar, waarom en hoe ver elektrische rijders zich verplaatsen in 2030.
Voor elke snelwegcorridor en buurt brengen we daarmee in kaart hoeveel snellaadpunten er nodig zijn, van welk vermogen en hoeveel kWh hier wordt afgenomen.
Daar komen een paar interessante conclusies uit. Veel snelwegen in de Randstad, vooral rondom de grote steden, worden gebruikt voor korte, lokale/regionale ritten. Dat zijn het soort ritten waar de behoefte naar snelladers het kleinst is.
Op de A10 ring Noord bij Amsterdam komen erg veel voertuigen voorbij, zo’n 140.000 per werkdag in 2019. Maar doordat een heel groot gedeelte van het verkeer niet langer dan 50 km onderweg is, is de behoefte naar snelladers niet zo groot terwijl de verkeersintensiteit hoog is.
Aan het andere uiterste van het spectrum heb je de A58 bij Goes, een weg die maar 60.000 voertuigen per werkdag ziet. Hier is het aandeel korte ritten juist heel laag – bijna iedereen komt van buiten de provincie en een groot deel zelfs uit België en Duitsland. Zij hebben een veel grotere laadbehoefte. De behoefte naar snelladen is op die plek daardoor net zo groot als in Amsterdam, ondanks dat er dus minder dan de helft van het verkeer op rijdt.
Met ons EV Snellaad Model kunnen zo goede inschattingen gemaakt worden over de vraagkant van de snellaadmarkt. Geen vuistregel meer nodig.
Benieuwd wat dit model voor jou kan betekenen? Neem contact op met Anne van der Veen voor meer informatie en een demo.
