Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Hoe wordt de subsidiabele productie in de SCE bepaald?

Bij Energie Samen krijgen we regelmatig vragen over hoe de subsidiabele productie in de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) wordt berekend. Want waarom ontvang je in het ene jaar subsidie over méér kilowatturen (kWh) dan je hebt opgewekt, en in een ander jaar juist minder? Die verwarring is begrijpelijk. In dit artikel leggen we de systematiek uit, met voorbeelden én aandachtspunten uit de praktijk.

Energie Samen 31 July 2025

Niet de opgewekte productie, maar de subsidiabele productie telt

De subsidie wordt niet gebaseerd op de daadwerkelijke productie volgens je omvormer of slimme meter, maar op de zogeheten subsidiabele jaarproductie. Deze is vastgelegd in je subsidiebeschikking van RVO.

Die subsidiabele jaarproductie wordt berekend op basis van:

  • het geïnstalleerd vermogen (in kWp)

  • vermenigvuldigd met een vast aantal vollasturen (bij zonnestroom meestal 900 uur)

Voorbeeld: 

Je installatie heeft een vermogen van 76,88 kWp. Dan is je maximale subsidiabele jaarproductie: 76,88 × 900 = 69.192 kWh

Stel dat je installatie in werkelijkheid 70.000 kWh produceert, dan ontvang je alleen subsidie over de 69.192 kWh. Je krijgt nooit méér subsidie dan het vastgestelde maximum.

Wat als je minder opwekt dan het maximum?

Als je door bijvoorbeeld bewolkt weer, storingen of uitval minder produceert dan het vastgestelde maximum, dan ontvang je ook alleen subsidie over de daadwerkelijk opgewekte hoeveelheid.

Voorbeeld:

  • Opgewekt in 2024: 56.600 kWh

  • Maximaal subsidiabel: 69.192 kWh

  • → Dan ontvang je subsidie over 56.600 kWh, niet over het maximum.

Wat als je méér opwekt dan het maximum?

Dan wordt het overschot mogelijk opgeslagen in backward banking. Die extra productie kun je inzetten in latere jaren waarin je onder de maximale productie blijft. Zo loop je minder snel subsidie mis.

Voorwaarde: Je kunt alleen backward banking toepassen als je al eerder ‘te veel’ hebt geproduceerd en dat spaarsaldo nog beschikbaar is.

Voorbeeld:

  • Max. subsidiabele productie 2024: 41,625 MWh

  • Werkelijke productie 2024: 30,574 MWh

  • Ingezet uit backward banking: 10,406 MWh

  • Totaal subsidiabel in 2024: 40,980 MWh

Waarom kreeg ik in 2023 subsidie over het maximum, en in 2024 niet?

In 2023 heb je mogelijk geen voorschotten ontvangen en is het subsidiebedrag pas bij de eindafrekening vastgesteld. In dat geval gaat RVO vaak uit van de maximale subsidiabele productie, tenzij er expliciet een lagere productie is opgegeven.

In 2024 daarentegen heb je maandelijks voorschotten ontvangen, gebaseerd op een voorlopige prognose. Bij de eindafrekening wordt dan je werkelijke productie verrekend, eventueel aangevuld met backward banking.

Hoe wordt het subsidiebedrag berekend?

Je ontvangt per kWh het verschil tussen:

  • het basisbedrag (bijvoorbeeld € 0,146/kWh), en

  • het definitieve correctiebedrag (bijvoorbeeld € 0,031/kWh)

Subsidie per kWh = basisbedrag – definitief correctiebedrag

Voorbeeld:

€ 0,146 – € 0,031 = € 0,115 subsidie per kWh

Vermenigvuldig dit met het aantal subsidiabele kWh, en je krijgt het totale bedrag.

Belangrijke aandachtspunten

1. Let op: correctiebedrag kan lager zijn dan je floor

Als je een zogenoemde tracker-PPA hebt (Power Purchase Agreement die meebeweegt met de marktprijs), dan ontvang je als coöperatie het definitieve correctiebedrag via je afnemer.

Maar: als dat correctiebedrag lager uitvalt dan de basisenergieprijs (de ‘floor’), dan betaalt RVO alleen het verschil tussen het basisbedrag en die floor. Let er dus op welke PPA je hebt afgesloten!

2. Niet elke PPA werkt hetzelfde

De uitleg in dit artikel gaat uit van een coöperatie met een tracker-PPA die het correctiebedrag uitkeert. Heb je een vaste prijsafspraak, dan gelden er andere financiële effecten.

3. Beschikking bepaalt: negatieve prijzen worden soms uitgesloten

RVO hanteert verschillende correctiebedragen, afhankelijk van:

  • de techniek (zon, wind, e.d.)

  • het jaar van je beschikking

Hoe nieuwer je beschikking, hoe groter de kans dat uren met negatieve EPEX-prijzen worden uitgesloten van subsidie. In dat geval wordt er gerekend met een hoger correctiebedrag, want negatieve uurprijzen tellen niet mee.

Maar let op: als jouw installatie in die negatieve uren wél heeft geproduceerd (bijvoorbeeld omdat je niet kon of wilde afschakelen), dan krijg je van je afnemer het lagere correctiebedrag doorberekend dat hoort bij 'altijd produceren'. Dat verschil kan oplopen.

Tot slot: hoe controleer je je subsidie?

Check bij je eindafrekening de volgende punten:

  • Wat is je maximale subsidiabele jaarproductie? (zie je beschikking)

  • Worden uren met negatieve EPEX-prijzen in jouw beschikking niet meegenomen in de berekening van het correctiebedrag? Dit geldt bijvoorbeeld voor SCE-beschikkingen voor GV-aansluitingen vanaf 2024. 

  • Hoeveel heb je daadwerkelijk opgewekt?

  • Heb je backward banking opgebouwd en ingezet?

  • Welke voorschotten zijn al uitgekeerd?

  • Past het correctiebedrag bij jouw beschikking én PPA?

Met die gegevens kun je zelf controleren of de eindafrekening van RVO klopt.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.