Naast de overheid leveren burgers een belangrijk bijdrage aan de natuur en biodiversiteit. Ze kunnen bijdragen aan bestaande beleidsdoelen, nieuwe manieren van natuurbeheer of voedselproductie ontwikkelen en druk uitoefenen op overheden en bedrijfsleven om te gaan vergroenen. Maar hoe kunnen burgerinitiatieven zo worden opgezet dat ze de meest effectieve bijdrage leveren aan natuurbescherming en natuurbeleid? Onderzoekers van Wageningen University & Research onderzochten de beweegredenen achter succesvolle burgerinitiatieven zoals Tiny Forest, een initiatief van het Instituut voor Natuureducatie (IVN) en Clean Beaches, een project van Stichting De Noordzee. De onderzoekers hebben een methode ontwikkeld, een stappenplan, om lokale initiatieven te helpen een strategie te ontwikkelen en hun doel te behalen.
De onderzoekers onderzochten eerst de motivaties van burgers om bij te willen dragen aan natuurbehoud. Uit hun onderzoek bleek dat mensen niet alleen gemotiveerd zijn om zelf iets te doen, maar ook in actie komen vanwege onvrede over de rol van bedrijven en het ontbreken van effectief overheidsbeleid, bijvoorbeeld om de hoeveelheid zwerfafval te verminderen. Vervolgens onderzochten ze samen met de betrokkenen, twee succesvolle burgerinitiatieven. Een van de initaitieven die werd onderzocht is Tiny Forest, een initiatief geleid door het Instituut voor Natuureducatie (IVN) en dat richt zich op het planten van kleine bossen met diverse soorten. Tiny Forests werkt samen met scholen en gemeenten en in 2024 stond de teller van aangeplante bossen op 282. Het Tiny Forests initiatief is niet alleen succesvol in natuurbehoud, maar ook in het opbouwen van een gemeenschap en het bieden van mogelijkheden voor natuureducatie.
Daarnaast bestudeerden de onderzoekers enkele burgerinitiatieven die samen het plastic afval uit de natuur opruimen zodat dit niet in de rivieren en oceanen terecht komt. Eén initiatief is Stichting De Noordzee met hun Schone Stranden acties waarbij burgers samenwerken om plastic afval uit de natuur op te ruimen. De onderzoekers zagen dat deze organisaties publiceren van welk frisdrankmerk ze de meeste blikjes hebben gevonden. Die negatieve publiciteit oefent druk uit op bedrijven om hun beleid te veranderen en op politici om een statiegeldsysteem voor flessen in te voeren.