Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

IPCC-auteur Detlef van Vuuren: ‘voor de 1,5 graad is het nu of nooit’

Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) heeft op maandag haar zesde rapport uitgebracht. Het gaat om een zogenoemd syntheserapport waarin een samenvatting wordt gegeven van de rapporten van drie werkgroepen; klimaatwetenschap, gevolgen en mitigatie. Rapporten waar het IPCC de afgelopen vier jaar aan heeft gewerkt. Wij spreken klimaatwetenschapper en IPCC-auteur Detlef van Vuuren na een week van (nachtelijke) onderhandelingen in Interlaken, Zwitserland. Tijdens zijn treinrit terug naar Nederland gaat het, met soms een beetje geknikkebol, over misschien wel het laatste IPCC-rapport dat nog over 1,5 graad opwarming gaat.

20 maart 2023

Interviews

Interviews

Detlef van Vuuren met collega IPCC-auteurs in Interlaken, Zwitserland, Bron: IISD/ENB | Anastasia Rodopoulou

Dag en nacht onderhandelen

De trein rijdt het station van Interlaken uit als we Van Vuuren spreken. Een week lang kwamen alle VN-landen in Zwitserland bijeen om te vergaderen en te onderhandelen over het zesde syntheserapport. Van Vuuren heeft vannacht met andere wetenschappers de samenvatting van het rapport woord voor woord goedgekeurd. Dit kan lang duren als meningen botsen: ‘Het is lastiger geweest dan eerder, klimaatbeleid wordt belangrijker en steeds meer overheden hebben klimaatbeleid. Daarom merk je ook dat meer landen een mening hebben over wat er in het rapport komt te staan.’

Het syntheserapport komt uit tijdens een belangrijke fase van veel internationaal klimaatbeleid. ‘Dit is het eerste rapport sinds de klimaattop in Parijs, maar mogelijk ook het laatste rapport over 1,5 graad. We proberen op elke manier uit te stralen dat er iets moet gebeuren, maar we laten ook zien dat het economisch aantrekkelijk is om actie te ondernemen’, zegt Van Vuuren. In Parijs is afgesproken de opwarming van de aarde met 1,5 graad te beperken, met een maximale bovengrens van 2 graden. ‘We kunnen zien dat klimaatbeleid werkt, in sommige landen zijn emissies minder hard gestegen, in sommige zelfs gedaald. Ook dalen de kosten van technologieën. Maar dit rapport is belangrijk omdat dat dit het laatste rapport kan zijn dat nog over 1,5 graad opwarming gaat. Daar zitten we nu zo dicht tegenaan dat er nu echt volledig op de rem moet worden getrapt willen we dat nog halen. Als dat niet zo is, zal het volgende IPCC-rapport, over 6 of 7 jaar, 1,5 graad opwarming nauwelijks meer als optie vermelden.’

De verschillende gaten van het huidige klimaatbeleid

Het internationale klimaatbeleid ziet er volgens Van Vuuren niet rooskleurig uit. ‘Als we binnen de 1,5 graad opwarming willen blijven hebben we nog een budget van 300 tot 400 gigaton CO2 uit te stoten. We stoten als wereld ongeveer 42 gigaton CO2 per jaar uit, dus met dit tempo zijn we binnen 8 jaar over die 1,5 graad heen.’ Tot 2050 en daarna zal de temperatuur, met het huidige beleid, door blijven stijgen. ‘We laten in het rapport een inschatting zien van het huidige beleid en dan komen we tussen 2,2 en 3,5 graden uit. De beste schatting is net boven de 3 graden, dat is lager dan we ooit zagen. We hielden eerst rekening met scenario’s die richting de 4 graden gingen. Het is een positief verhaal dat het beleid blijkt te werken, maar we zijn nog ver van de Parijs-doelstellingen.’

Van Vuuren geeft daarnaast aan dat het stellen van de vraag of we de 1,5 graad gaan halen, de verkeerde vraag is. ‘Eigenlijk moet je nu het maximale voor elkaar te proberen krijgen, alles wat je weet te voorkomen is belangrijk. In de communicatie gaat het na het doel van 1,5 graad over het 2 graden doel, dat is niet handig omdat alle reductie ertussen ook verschil maakt.’

Maar ook als landen voldoen aan hun toegezegde ambities zijn we er nog niet. Er zit een kloof tussen het Parijs-doel en de beloftes die landen doen om dit te behalen. Een zogenoemd ambitie-gat. ‘Landen doen beloftes over wat ze willen reduceren in 2030, dit zijn Nationally Determined Contributions (NDC’s), 100 landen hebben daarnaast een netto-nul-doel’, legt Van Vuuren uit. ‘Als al deze beloftes worden opgeteld kom je in 2030 op 2,5 graden opwarming uit, met de netto-nul doelen in de buurt van 2 graden opwarming.’

Naast dit ambitie-gat is er vaak ook sprake van een implementatie-gat. De uitvoering van klimaatplannen komt in veel landen namelijk niet overeen met de beloftes. Het implementatie-gat is volgens Van Vuuren het grootst. ‘Dat is ook wel de boodschap van dit rapport, het is echt één voor twaalf, voor de 1,5 graad is het nu of nooit.’

Klimaatrechtvaardigheid

De Parijs-doelstelling vraagt alle landen met een plan te komen om te zorgen dat de wereld binnen 1,5 graad opwarming blijft, daarin wordt geen onderscheid gemaakt tussen landen. Bijvoorbeeld landen die in het verleden al veel hebben uitgestoten, of (rijke) landen die de transitie kunnen dragen. Door deze politieke keuze houden de klimaatmodellen van het IPCC geen rekening met rechtvaardigheid. De klimaatdoelen van Nederland zouden er heel anders uit zien als deze ten opzichte van andere landen eerlijk verdeeld zouden zijn. ‘Bij klimaatonderhandelingen maar ook bij het goedkeuren van het IPCC-rapport speelt dit een hele belangrijke rol. Er zijn landen die hun onderhandelingen meenemen naar de goedkeuringsprocedure van IPCC, voor een aantal landen is rechtvaardigheid hét thema waar ze het over willen hebben.’

Maar ook aan gedragsverandering wordt in de modellen weinig aandacht besteed. ‘Naast besparing en innovatie is levensstijlverandering ook interessant’, zegt Van Vuuren. ‘Juist omdat minderen vaak niet in de klimaatmodellen meegerekend is.’ De modellen houden dus vooral rekening met de bestaande economie en niet met de mogelijkheid van grote veranderingen in de wereld.

Belangenverstrengeling

Ontstaat er tijdens het schrijven van een wetenschappelijk rapport, zoals die van het IPCC, dan geen belangenverstrengeling? ‘Het IPCC schrijft wetenschappelijke rapporten, daar heb je wel een panel bij waar landen vragen kunnen stellen. Maar tegelijkertijd stellen deze landen ook het rapport vast’, aldus Van Vuuren. ‘Een groot voordeel daarvan is dat deze landen in de onderhandelingen niet kunnen zeggen dat klimaatverandering niet bestaat, omdat ze het IPCC-rapport zelf hebben goedgekeurd. Maar dit betekent ook dat landen die klimaatbeleid uitvoeren belang hebben bij hoe de wetenschap ervan op papier komt. Dat is niet heel handig want dat betekent dat veel dingen politiek worden.’

Een heikel punt tijdens de goedkeuring van het rapport was CCS (carbon capture and storage, het opslaan van CO2). ‘Er zijn vooral verschillende meningen over CO2-opslag, een aantal overheden vindt dit heel belangrijk en sommige overheden staan hier sceptisch tegenover’, zegt Van Vuuren. Dit was een van de redenen waarom de goedkeuring van het rapport meer tijd in beslag nam dan voorheen.

IPCC-auteur Detlef van Vuuren

Klimaatbeleid en -verandering in Nederland

Het KNMI liet recentelijk weten dat Nederland al 2,3 graden opgewarmd is. Hoe verhoudt zich dat tot het rapport? ‘Opwarming gaat harder boven land dan boven zee, je mag er dan een paar tiende bij optellen en in Nederland gaat het nog iets sneller’, antwoordt Van Vuuren. IPCC houdt daarnaast geen rekening met de allernieuwste metingen. ‘In het IPCC-rapport gebruiken we een cut-offdatum. Dit betekent dat we vanaf een bepaalde datum geen nieuwe kennis meer mee nemen omdat klimaatonderzoekers zeker willen weten dat ze weersverandering niet mee nemen.’

Volgens Van Vuuren is de communicatie over de Nederlandse doelen richting bedrijven niet duidelijk genoeg. ‘De Nederlandse overheid heeft een netto broeikasgasdoel, in 2050 moet die nul zijn. Van methaan en N2O (distikstofmonoxide) weten we dat de uitstoot bijna niet naar nul te krijgen is. Dit betekent voor het broeikasgasdoel dat CO2 negatief moet worden om op netto-nul uit te komen.’ Indirect betekent dit dat CO2 eerder dan 2050 naar nul zal moeten. Daar moet de overheid bedrijven wel expliciet van op de hoogte brengen, wil dat kans van slagen hebben.

Hoe nu verder?

Als 1,5 graad opwarming moeilijk wordt, wat is volgens Van Vuuren dan een realistische schatting van hoeveel graden de aarde nog zal opwarmen? ‘Ik ben bang dat we over de 1,5 graden gaan, maar ik denk ook wel dat we niet zo stom zijn dat we ver boven de 2,5 graden uitkomen.’ Volgens Van Vuuren is het daarom voor Nederlandse overheden en bedrijven belangrijk om zo snel mogelijk in te zetten op CO2-neutraal. ‘Het belangrijkste is niet die emissiereductie in 2030, maar juist het pad naar netto-nul.’ Maar Nederland zou volgens hem wel een stapje verder moeten gaan. ‘Wereldwijd moeten in 2050 de emissies nul zijn, als Nederland zou je daar 10 jaar vanaf kunnen halen, wil je het rechtvaardig doen. Dan is er nog zo’n 20 jaar om op nul uit te komen. Ga in 2040 naar netto-nul kijken, dan heb je het wereldwijd ook eerlijk verdeeld.’

Voor Nederland is het halen van de huidige doelstellingen al een grote opgave. Maar als we een transitie willen die rechtvaardig is ten opzichte van andere landen en die rekening houdt met de temperatuur waar Nederland al mee is opgewarmd moeten de klimaatdoelstellingen flink worden aangescherpt. Daarnaast moet er gezorgd worden dat de bestaande Nederlandse klimaatbeloftes uitgevoerd worden en moet de communicatie vanuit de overheid duidelijker: CO2-uitstoot moet vóór 2050 op nul uitkomen.

Over Detlef van Vuuren

Detlef van Vuuren, ook wel de meest invloedrijke klimaatwetenschapper van Nederland, is onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving en hoogleraar bij Universiteit Utrecht. Hij schreef mee aan het zesde syntheserapport van het IPCC, specifiek over koolstofbudgetten, emissiereductiepaden over de vragen rond ambitie- en implementatie-gaten.

Zie ook

De staat van ons klimaat 2022: steeds vaker extremer weer door klimaatverandering

Uitstoot broeikasgassen 9 procent lager in 2022

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter