In oktober 2024 heeft Kamerlid Jeremy Mooiman (PVV) aan de minister van VRO gevraagd hoe zij verder wil gaan met de Landelijke maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving. Op 7 april 2025 hebben de ministers van VRO, IenW en LVVN schriftelijk antwoord gegeven op deze vraag. Tegelijkertijd schetsen zij in grote lijnen de voortgang van fase 1 van de Nationale aanpak Klimaatadaptatie gebouwde omgeving.
In hun brief benadrukken de bewindslieden dat het belangrijk is om bij stedelijke ontwikkeling rekening te houden met veranderingen in het klimaat, zodat schade als gevolg van weersextremen wordt beperkt. “Bij de nieuwbouwopgave is het van belang om niet alleen voldoende én betaalbare woningen te bouwen, maar ook te zorgen dat deze in de toekomst veilig blijven en de kosten door weersextremen beperkt blijven. Het toevoegen van groen(gebieden) kan hierbij ook helpen. Bijvoorbeeld het planten van bomen voor meer schaduw, de aanleg van wadi’s of regentuinen voor opvang en infiltratie van regenwater.” Tegelijkertijd vinden de ministers dat een klimaatadaptieve inrichting ook veel andere baten kan hebben, zoals verbeterde leefbaarheid en toename van biodiversiteit.
Vervolgtraject Maatlat
In 2024 is in afstemming met medeoverheden, de bouwsector, vastgoedeigenaren, de financiële sector en inhoudelijk experts een aantal verkenningen uitgevoerd:
Reactie van Claudia Bouwens (Programmaleider KAN platform) op de Kamerbrief De drie bovengenoemde rapporten waren juni 2024 al gereed, maar door de kabinetsformatie en de daaropvolgende opstart van de nieuwe regering is de publicatie helaas met bijna een jaar uitgesteld.
Het is een goede zaak dat er al voor is gekozen om naar aanleiding van de uitkomsten de duurste maatregel voor nieuwbouw – warmtewerende oppervlakken – te schrappen uit de Maatlat. Deze maatregel kan ook worden ingevuld door meer gebruik te maken van groen en bomen in je plan, en als je hier vanaf het begin rekening mee houdt hoeft dit geen meerkosten te geven, terwijl het wél veel meerwaarde oplevert. Ook het gegeven dat de Maatlat zich gaat beperken tot gebiedsmaatregelen vind ik een goede zaak, omdat je hiermee de verantwoordelijkheid niet alleen bij ontwikkelaars legt, maar ook bij gemeenten en waterschappen zelf. Hoe zorg je ervoor dat op gebiedsniveau voldoende ruimte is gereserveerd voor infiltratie, boomwortels, groenvoorzieningen met als positief effect het verminderen van verdroging, hittestress, wateroverlast? En wat betekent dit voor het beheer? Natuurlijk kun je ook daken vergroenen, maar die maatregel is vele malen duurder dan ruimte voor groen reserveren op het maaiveld. En dat laatste is voor meer mensen toegankelijk. Download: Kamerbrief inzet op klimaatadaptatie gebouwde omgeving