Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Kweekvlees, fake vlees & pizza's uit de printer

Wat we eten gaat de komende jaren drastisch veranderen. Ons huidige voedselpatroon is onhoudbaar, maar gelukkig schiet de technologie te hulp. Gaan we binnenkort allemaal aan de insecten? Welke bizarre mogelijkheden bieden in het lab gekweekt vlees? Kweken we het gros van onze smaakrijke gewassen in paars verlichte flatgebouwen waar geen zonnestraal bij kan? Printen we thuis pizza’s met een 3D-voedselprinter? En hoe zit het eigenlijk met de lang geleden beloofde maaltijdpillen? Lees hier een voorproefje uit Kweekvlees, fake vlees & pizza’s uit de printer!

1 oktober 2021

Voorpublicaties

Voorpublicaties
 

Gebakken plofkevers

De warme lucht en het zachte geritsel in het duister doen denken aan een zomernacht in een bos. Het is een prettige illusie, die terstond uiteenscheurt zodra iemand de aan-knop van zijn zaklantaarn indrukt. Op de plek waar lichtstralen de betonnen muur raken, openbaren zich geen bewegende boombladeren, maar schieten bruine wezentjes met zes pootjes haastig weg, terug het duister in, waar miljoenen soortgenoten over elkaar krioelen. Voor een groeiend aantal ondernemers in China is dit tafereel dagelijkse kost. Het hoort erbij, als je een kakkerlakkenfabriek runt. Het fokken van de beruchte beestjes blijkt een ongecompliceerde bezigheid. Zolang het niet te koud is, schrokken kakkerlakken naar hartenlust bergen vol rottend GFT-afval naar binnen, om zich vervolgens met evenveel plezier te concentreren op de voortplanting. China’s grootste kakkerlakkenfabriek, gesitueerd in de stad Xichang, levert inmiddels een jaarlijkse oogst op van zo’n zes miljard wezentjes. De broedplaats in Xichang staat onder toezicht van een kunstmatige intelligentie, die de temperatuur en luchtvochtigheid op peil houdt en zorgt dat alle deuren meestentijds hermetisch gesloten blijven. Dat helpt om fel licht en koude lucht buiten te houden, maar ook om ongelukjes te voorkomen. Zoals enkele jaren geleden, toen in de oostelijke provincie Jiangsu door toedoen van een nalatige arbeider anderhalf miljoen kakkerlakken ontsnapten en de omliggende dorpen overspoelden. Kakkerlakken om het leven brengen, betreft normaal gesproken een lastige opgave, maar daar hebben de professionele kakkerlakkenkwekers iets op gevonden. Zij hanteren superstofzuigers om de insecten vanaf de planken in de fabriekshal rechtstreeks een bak kokend water in te zuigen. Kakkerlakken mogen dan de dinosauriërs hebben overleefd en bestand zijn tegen radioactieve straling, zwemmen in heet water kunnen ze voor geen meter. Eenmaal verdronken, worden ze met een netje uit het water gevist en in de zon te drogen gelegd, klaar voor verdere verwerking. Vooralsnog zijn kakkerlakken vooral populair als ingrediënt in Chinese levenselixers en zalfjes, maar een groeiend aantal telers verkoopt ze ook voor de entomofagie – de consumptie van insecten door mensen. Veel dichter bij huis, in het Brabantse Bergen op Zoom, staat sinds de zomer van 2019 een enorme fabriek (oppervlakte: 15.000 vierkante meter), van Protix, een Nederlandse insectenteler. Niemand minder dan koning Willem-Alexander stak tijdens de officiële opening op 11 juni als groet zijn rechterhand in een bak met afgezanten van de miljard nieuwe bewoners van deze fabriek: larven van de zwarte soldatenvlieg (Hermetia illucens). Dit subtropische insect is niet zomaar door Protix uitverkoren. Wat zwarte soldatenvliegen uniek maakt, is dat ze in hun ultieme gedaante (als vlieg dus) niet over een mond beschikken. Ze kunnen letterlijk niet eten, en moeten teren op reserves opgebouwd tijdens hun fase als larve. In die periode van maximaal veertien dagen vreten ze alles op dat los en vast zit, waardoor ze razendsnel een tienvoudige vermenigvuldiging in lichaamsomvang doormaken. Daarna kunnen ze eenvoudig worden gedroogd en eventueel tot poeder worden vermaald, om als eiwitrijk voer te belanden in de aquaria van kweekvissen en de voederbakken van kippen. En als we vele futuristen mogen geloven, zal het niet lang meer duren alvorens de opbrengsten van dit soort massale insectfabrieken ook op ons eigen bord belanden. Hoe waarschijnlijk is dat scenario? Zal het in 2050 de normaalste zaak van de wereld zijn om tijdens het WK voetbal te snaaien uit schalen met gebakken, gedroogde, gezouten of gefrituurde insecten? Zijn insecten the food of the future zoals voorstanders al jaren betogen?

Een jammerlijke paradox

Het verorberen van krekels en maden brengt een aantal aantoonbare voordelen met zich mee. Insectonderzoeker Dennis Oonincx (Wageningen University & Research) stelde recent vast dat insecten minder methaan, ammoniak, zwavelzuur en CO2 produceren per eenheid van lichaamsmassa dan varkens en runderen. Kleine krioelende kruipers vereisen bovendien weinig water en al helemaal geen vruchtbare landbouwgrond. Bemoedigend zijn ook de cijfers rondom de ‘conversieverhouding’. Van oudsher zijn kippen daar de absolute ster in. Zij converteren tot 33 procent van de eiwitten in hun voer tot voor ons eetbare lichaamsmassa. Bij larven van zwarte soldatenvliegen schommelt dit percentage rond de 50 procent. Bepaalde kakkerlaksoorten halen mogelijk zelfs de 88 procent. Daarbij komt dat insecten in tegenstelling tot granen en bonen alle essentiële aminozuren bevatten waar mensen behoefte aan hebben. Ook vitamine B12, zink, ijzer en calcium zijn in veel insecten in ruime hoeveelheden terug te vinden, alsmede een goede balans van de vetzuren omega-3 en omega-6. Deze voordelen brengen ons tot een jammerlijke paradox. Uitgerekend de planeetvriendelijkste en mogelijk gezondste manier om dierlijke eiwitten te consumeren, roept met afstand de sterkste aversie op. Onderzoek bevestigt wat we allang weten: veel mensen ervaren een gevoel van walging wanneer ze alleen maar dénken aan het fijnkauwen van zespotige wezens. Hypothetische hamburgers gemaakt van varkens die insecten als voer hebben gekregen, kunnen volgens opiniepeilingen rekenen op negatieve reacties. Laat staan als het insecten betreft met een dieet van koeienmest– op zich een prachtig idee, maar mede vanwege PR-redenen durft nog geen bedrijf in te zetten op deze vorm van kringlooplandbouw. Voorstanders van insectengerechten geloven dat deze heftige gruwelreacties niet zijn aangeboren, maar aangeleerd –en dus ook weer zijn af te leren. Zij wijzen op het feit dat er nooit een tijdvak is geweest waarin mensen géén insecten aten. Zo zijn in versteende uitwerpselen van de vroegste mens sporen van mieren, mijten, maden, larven en vliegen aangetroffen. The food of the future was dus in elk geval een food of the past. En op veel plekken in de wereld ook een food of the present. Zo is in het Amazoneregenwoud bij bepaalde stammen de Atta laevigata (een mier met een opvallend groot achterlijf) populair als lekkernij. In zuidelijk Afrika geldt de grote mopaniwurm als smakelijk tussendoortje. In Indonesië smullen verschillende etnische groepen van termieten en bijen. Zodra in Noordoost-India weer een uitbraak is van de schildwants (een beestje dat stinkende walmen voortbrengt), dan worden de wantsen massaal gevangen en gefrituurd. In de Mexicaanse stad Hidalgo zijn enkele insecten dusdanig populair als voedselbron dat ze een bijna bedreigde status hebben verworven. Dit zijn willekeurige voorbeelden. Een VN-rapport raamt dat wereldwijd meer dan tweeduizend soorten insecten worden geconsumeerd door in totaal meer dan twee miljard mensen. Mooie cijfers, maar, zo luidt een veelgehoorde reactie: hebben we het nu niet vooral over achtergestelde volkeren die zich uit pure armoede à la Timon en Pumbaa tot smerige insecten moeten wenden? Hoogleraar entomologie Arnold van Huis (Wageningen University & Research) is klaar met dergelijke vooroordelen. ‘We veroordelen vanuit een misplaatste superioriteitswaan het eten van mensen in de tropen. Terwijl het vaak zeer smakelijk en voedzaam voedsel betreft. Neem de sabelsprinkhaan. In Oeganda is deze zeer populair, ondanks dat hij duurder is dan rundvlees. Persoonlijk vind ik de larven van palmkevers heerlijk. Mierenpoppen mengen door salades werkt ook heel goed.’ Van Huis heeft recht van spreken, want vermoedelijk heeft geen Nederlander zo veel soorten insecten gegeten als hij. Bovendien schreef de hoogleraar baanbrekende rapporten voor de VN over insecten als voer en voedsel, bedacht hij het insectenkookboek (2013) en reist hij de wereld af, lezingen gevend over de voordelen van entomofagie. ‘Ik hou trouwens niet van dat woord. Dat maakt het iets geks, terwijl we het over lekker eten hebben. Als we een maaltijd met spinazie eten, spreken we toch ook niet over ‘foliofagie’?’ Recente onderzoeken bewijzen wat evangelisten als Van Huis al langer beweren: ook westerlingen moeten na hun entomofagische (sorry, professor) ontmaagding dikwijls hun mening bijstellen. Gezouten meelwormen met komijn blijken prima weg te knagen. Sprinkhanen lijken op luchtige nootjes met pootjes. Libellen smaken een beetje naar krab. ‘Het valt eigenlijk wel mee’, is de typische respons.

Verder lezen?

Bekijk Kweekvlees, fake vlees & pizza’s uit de printer in onze Bookshop.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter