Kleding die langer meegaat, beter te repareren is en uiteindelijk ook weer hergebruikt en gerecycled kan worden waardoor er minder afval ontstaat. Daar wordt, zowel in Nederland als in de rest van Europa, aan gewerkt.
In het beleidsprogramma Circulair Textiel, dat staatssecretaris Chris Jansen (Openbaar Vervoer en Milieu) vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd, presenteert hij een overzicht van maatregelen die de komende tijd moeten helpen om de uitdagingen rondom textiel en milieu het hoofd te bieden.
De kledingsector barst uit zijn voegen, met alle gevolgen van dien voor het milieu. Elk jaar worden meer kledingstukken en schoenen geproduceerd, gekocht en afgedankt dan het jaar ervoor. Er komt steeds meer textiel op de markt van slechte kwaliteit, met name door de opkomst van internationale e-commerce partijen. Deze spullen zijn van zo’n lage kwaliteit dat ze niet of nauwelijks geschikt zijn om lang gebruikt of gerecycled te worden. De inzamel-, sorteer- en recyclingsector in Nederland voelt hier nu al de gevolgen van.
Nederland werkt toe naar een circulaire economie in 2050. In de kledingsector is nog veel werk aan de winkel om dit doel te bereiken. In het beleidsprogramma Circulair Textiel wordt uiteengezet welke stappen zowel nationaal als in Europa gezet worden de komende jaren.
Staatssecretaris Chris Jansen: “Dat we toewerken naar een circulaire economie, biedt kansen voor Nederlandse ondernemers. Oude verdienmodellen worden vervangen door nieuwe, innovatieve business cases. Minder inzetten op de import van nieuwe kleding van lage kwaliteit en meer op bijvoorbeeld verhuur, doorverkoop en reparatie. Ik zie hierin veel potentie voor meer werkgelegenheid in de Nederlandse kledingindustrie.”
Zo wordt in Nederland gekeken hoe mensen gestimuleerd kunnen worden om meer tweedehands te kopen en bewuster na te denken of je een kledingstuk wel echt nodig hebt. Gedragsonderzoek en campagnes moeten bijvoorbeeld antwoord bieden op de vraag hoe miskopen te voorkomen en hoe kleding langer gedragen kan worden.
Ook de producenten spelen een belangrijke rol. Zo moeten producenten bijvoorbeeld zorgen dat hun verkochte kleding en schoenen weer worden ingezameld voor hergebruik en recycling. Hiermee zorgen we ervoor dat we kostbare grondstoffen optimaal gebruiken en ondersteunen we de inzamel-, sorteer- en recyclesector in Nederland. Er wordt ook gekeken hoe circulaire ondernemers in Nederland geholpen kunnen worden zodat ze beter kunnen concurreren met goedkope aanbieders van kleding die het minder nauw nemen met kwaliteit, milieu en duurzaamheid.
Nederland heeft zich de afgelopen jaren in Europa hard ingezet voor maatregelen om de textielindustrie toekomstbestendig te maken, en blijft dat doen.
Europees worden de komende jaren ontwerpeisen voor textiel ingevoerd. Daarmee moeten alle producten in Europa voldoen aan minimale kwaliteitseisen. Het gaat dan bijvoorbeeld om hoe lang kleding mee moet gaan, hoeveel gerecycled materiaal kledingstukken minimaal moeten bevatten, dat ze goed repareerbaar moeten zijn. Dankzij een Europees productpaspoort hebben consumenten toegang tot informatie over de duurzaamheid van textiel, zoals herkomst en gebruik van materialen. Tot slot gaat er een Europees verbod gelden op de vernietiging van onverkocht textiel.