Dat Nederland vóór 2030 de uitstoot van CO2 moet terugdringen is u vast niet onbekend. Dat sommige werkgevers de reiskilometers van hun werknemers aan de overheid moeten (gaan) doorgeven, zodat de CO2-uitstoot kan worden berekend, is iets waar minder mensen van op de hoogte zijn. Wellicht een gat in de markt voor applicatieontwikkelaars, maar wat betekent dit voor u als werkgever? En wat zijn mogelijke gevolgen van deze regeling?
Heeft uw organisatie 100 of meer werknemers in dienst? Dan bent u vanaf 1 januari 2024 verplicht om jaarlijks aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een rapport aan te leveren met het totaal aantal door uw werknemers gereisde kilometers voor uw organisatie.(1) Het gaat om zowel woon-werkverkeer als zakelijke ritten.
Uw organisatie valt niet onder deze rapportageverplichting, als ze geen financiële vergoeding, vervoersbewijs voor openbaar vervoer, fiets, bromfiets, personenauto, motorfiets of andere mobiliteitsvoorziening beschikbaar stelt voor woon-werkmobiliteit of zakelijke mobiliteit.
Het rapport met de cijfers over 2024 moet uiterlijk 30 juni 2025 worden aangeleverd. Dit kan via een digitaal formulier van de RVO. Hierbij wordt u gevraagd het totaal gereisde kilometers uit te splitsen naar verschillende vervoermiddelen en brandstoftypen. De omgevingsdienst is verantwoordelijk voor de controle op de rapportageverplichting.
Let op: u hoeft als werkgever de CO2-uitstoot niet zelf te berekenen.
Deze verplichting brengt (ook) een aantal arbeidsrechtelijke vragen met zich, die ik hierna zal toelichten en bespreken.
U zou zich bijvoorbeeld af kunnen vragen: wat moet worden verstaan onder 100 of meer ‘werknemers’ in dienst bij ‘uw organisatie’? Moet naar het aantal werknemers per vennootschap worden gekeken, of moet – in het geval van een groepsmaatschappij – naar het totaal aantal werknemers in de groep worden gekeken?
In de 45 pagina’s tellende handreiking staat dat er één rapportage per KvK-nummer moet worden aangeleverd. Oftewel, er moet uitsluitend naar het aantal werknemers behorende bij een organisatie met één specifiek KvK-nummer worden gekeken. Groepsmaatschappijen, die bestaan uit verschillende vennootschappen (dus met verschillende KvK-nummers) hoeven de werknemers uit de groepsmaatschappijen niet op te tellen, aldus de handreiking. Dit betekent in feite dat groepsmaatschappijen waar in totaal veel meer dan 100 werknemers in dienst zijn, geen rapportage hoeven te verstrekken zolang de werknemers verdeeld zijn onder verschillende vennootschappen met een ander KvK-nummer en dit per KvK-nummer niet meer dan 100 werknemers betreft.
Wel kunnen er meerdere vestigingen in Nederland zijn met hetzelfde KvK-nummer. De werknemers van deze vestigingen dienen dan bij elkaar te worden ‘opgeteld’ en over deze werknemers dient u te rapporteren. Vestigingen buiten Nederland vallen buiten de rapportageverplichting.
De peildatum voor het bepalen van het aantal werknemers is 1 januari van het jaar waarover u rapporteert. Het maakt daarbij niet uit of het aantal werknemers door het jaar heen verandert.
Een vervolgvraag is dan wie als werknemer moet worden aangemerkt.
Een werknemer is volgens de regeling degene die krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling is gehouden tot het verrichten van ten minste 20 uur betaalde arbeid per maand voor een onderneming of rechtspersoon.
Een onderneming of rechtspersoon hoeft dus alleen rekening te houden met werknemers die rechtstreeks bij hen in dienst zijn. De reisbewegingen van uitzendkrachten, gedetacheerden of zzp’ers hoeven niet te worden meegenomen.
Dat laatste is best opmerkelijk, want dit zou ertoe kunnen leiden dat werkgevers die veel arbeidskrachten inhuren een lagere totale uitstoot moeten rapporteren dan werkgevers die veel werknemers rechtstreeks in dienst hebben. Hierdoor kan het aantrekkelijker worden arbeidskrachten in te huren of gebruik te maken van zzp’ers, terwijl dat niet in lijn is met wat de wetgever op arbeidsrechtelijk gebied anno 2023 beoogt te bewerkstelligen. Dit licht ik toe.
In de handreiking staat dat als het uitstootplafond in 2026 wordt overschreden, werkgevers een maximale CO2-uitstoot krijgen opgelegd. Er geldt dan een maximale waarde voor iedere werkgever en dit maximum moet werkgevers die daarboven zitten ‘tot actie dwingen’. Hoe dit werkgevers tot actie moet dwingen is (nog) niet duidelijk, maar het doet al snel denken aan een boete die kan worden opgelegd als de CO2-uitstoot bij een werkgever boven een bepaalde waarde uitkomt.
Het is nog niet bekend welke (financiële) gevolgen hier daadwerkelijk aan zitten, maar een ongewild neveneffect van de definitie van werknemer kan zijn dat het kan lonen om medewerkers in te huren. De ritten die deze arbeidskrachten maken tellen immers niet mee in de te rapporteren uitstoot van de betreffende organisatie. Een eventuele boete zou daarmee kunnen worden voorkomen of lager kunnen uitvallen.
Of deze regeling daadwerkelijk dit onbedoelde effect heeft, zal de tijd leren.
Wilt u weten of de rapportageverplichting ook voor u geldt, of heeft u andere vragen over dit onderwerp? Neemt u dan gerust contact op.
1 Het Besluit tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en het Omgevingsbesluit in verband met het beperken van emissies van kooldioxide door werkgebonden personenmobiliteit ligt hieraan ten grondslag.