Nederland heeft ook invloed op de brede welvaart elders door de invoer van hulpbronnen en de impact op het milieu, bijvoorbeeld als gevolg van de productie van goederen die Nederlanders consumeren. Niet-hernieuwbare hulpbronnen die Nederland invoert kunnen niet meer gebruikt worden in het buitenland, wat met name een grote impact heeft op de (latere) welvaart in de armste landen.
Geen van de indicatoren laat een stijgende of dalende trend zien.
De stijging van de invoer van biomassa en metalen is gestopt.
Nederland is een van de grote importeurs van grond- en hulpstoffen. De hoeveelheid fossiele energiedragers, biomassa, metalen en niet-metalen mineralen die per inwoner wordt ingevoerd hoort bij de hoogste van de EU27.
Elk jaar berekent de organisatie Global Footprint Network Earth uit de National Footprint and Biocapacity Accounts de mate van uitputting van de aarde door impact van de mensheid. Daarbij is ‘Overshoot Day’ de datum waarop de aarde nog kan herstellen van de hoeveelheid in dat jaar verbruikte hernieuwbare grondstoffen. Waar Overshoot Day in 1970 pas op 29 december bereikt werd, was dit in 2023 bijna vijf maanden eerder (2 augustus). De berekeningen maken duidelijk dat de wereldbevolking al decennialang op te grote voet leeft. Overshoot Day in Nederland viel in 2023 al op 12 april en in 2024 nog eerder, op 1 april. Dit laat zien dat om iedereen te laten leven als de Nederlanders vier maal de aarde nodig zou zijn. Deze voortdurende uitputting van grond- en hulpstoffen is niet houdbaar: grote - en mogelijk onherstelbare - problemen worden doorgeschoven naar latere generaties. Zie ook Lees meer over onze benadering” (Het verhaal).
Voetafdrukindicatoren laten zien welke druk Nederland legt op het milieu of de grondstofvoorraden van andere landen. Waar bij het thema handel en hulp een hoger handelsvolume gezien wordt als gunstig voor de brede welvaart van handelspartners, staat bij het thema milieu en grondstoffen uitputting van de voorraden grond- en hulpstoffen in de landen van herkomst centraal. Zo bezien is een afname van de ingevoerde hoeveelheden grond- en hulpstoffen gunstig voor de instandhouding van natuurlijke hulpbronnen elders.
Alle indicatoren bij het thema milieu en grondstoffen hebben een stabiele trend. Bij de invoer van biomassa en metalen betekent dit een verbetering, omdat de trend voorheen stijgend was (rood). Wel staat Nederland bij de invoer van alle vier de grondstoffen (fossiele energiedragers, metalen, niet-metaal mineralen en biomassa) aan de onderkant van de EU-ranglijst. Binnen de EU zijn Nederland en België grote importeurs van grond- en hulpstoffen. Veel van deze goederen komen de EU binnen via de grote zeehavens van Antwerpen en Rotterdam. De cijfers zijn inclusief wederuitvoer, dus goederen die zonder noemenswaardige bewerking te hebben ondergaan, weer worden uitgevoerd. In het dashboard is verder een uitsplitsing gemaakt naar de invoer van grondstoffen uit de 45 Least Developed Countries of LDC’s. LDC is een door de VN toegekende status, waarbij onder meer gekeken wordt naar het inkomen, het opleidingsniveau en de gezondheidstoestand van de bevolking. Ook de aard van de economische activiteiten in een land en de kwetsbaarheid voor natuurrampen wordt meegewogen. Landen met de LDC-status ontvangen vanuit de VN extra hulp.
Het CBS en het PBL werken aan een set samenhangende voetafdrukindicatoren, en aan de meting van het effect van de consumptiebehoefte op onder andere biodiversiteit. Dit dashboard bevat drie voetafdrukken. De grondstofvoetafdruk bedroeg in 2021 8,6 ton per inwoner. De trend is neutraal. De broeikasgasvoetafdruk heeft eveneens een stabiele trend. Deze bedroeg in 2022 15,7 ton CO2-equivalenten per inwoner. Dit zijn twee belangrijke componenten van de totale ecologische voetafdruk. De landvoetafdruk van het Planbureau voor de Leefomgeving (0,7 hectare per inwoner in 2021) weerspiegelt de hoeveelheid land die, mondiaal gezien, nodig is om in de Nederlandse consumptiebehoefte te voorzien. De middellangetermijntrend is ook hier neutraal. De door de overheid nagestreefde halvering van de ecologische voetafdruk in 2050 lijkt nog ver buiten bereik.