De gemeente Amsterdam heeft extra vuilniswagens ingezet om de extreme hoeveelheid kartonnen dozen na Black Friday weg te werken. De Amerikaanse traditie geeft tekenend weer dat deze vorm van consumeren niet lang houdbaar is. Kan het ook anders? Kledingmerk Patagonia kondigde onlangs aan de bedrijfsstructuur naar het steward ownership model om te vormen. Een model dat winst voor investeerders limiteert en de winst herinvesteert om de duurzame missie van het bedrijf te dienen. Steward ownership is echter geen nieuw concept en wordt in Nederland ook al toegepast, bijvoorbeeld bij het modemerk “New Optimist”. Wij spraken de oprichter, Xander Slager, en vroegen hem hoe dit model het mogelijk maakt om een toekomstbestendige onderneming te runnen.
Met de massale koopjesjacht rondom Black Friday achter de rug is het des te belangrijker om bedrijven onder de aandacht te brengen die bewijzen dat succesvol ondernemen ook kan zonder te conformeren aan het economische groeiparadigma. Een bedrijfsstructuur waarbij geen plek is voor aandeelhouders die streven naar oneindige winstmaximalisatie klinkt radicaal in onze economie. Een fundamenteel andere aanpak is echter een van de speerpunten van New Optimist. Oprichter Xander weet als geen ander dat de mode-industrie toe is aan systematische verandering. Door Xanders werkervaring als kledingproducent in China maakte hij van dichtbij mee hoe het modesysteem in de laatste twee decennia een flinke verandering onderging. Momenteel wordt het overgrote deel van onze kleding geproduceerd in lagelonenlanden, wat zich uit in erbarmelijke arbeidsomstandigheden en een enorme ecologische voetafdruk. Winstmaximalisatie drijft het systeem, wat Xander omschrijft als death trap waarbij productieprijzen alsmaar lager worden om aandeelhouders tevreden te houden.
New Optimist zet zich op verschillende manieren in om een systeemverandering in de mode-industrie teweeg te brengen. Zo is het merk gebouwd op de waarden ‘lokaal, sociaal en circulair’, wat meteen duidelijk wordt als je het New Optimist atelier aan de Bilderdijkstraat binnenloopt. In tegenstelling tot een reguliere kledingwinkel zie je in het atelier van New Optimist met eigen ogen hoe de kleding van ontwerp tot eindproduct wordt gemaakt door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zo is de missie van New Optimist om een sociale basis te vinden voor iedereen die bij het bedrijf betrokken is en producten te maken die binnen de grenzen passen van circulaire consumptie. Deze alternatieve aanpak slaat al snel aan: binnenkort wordt de lokale en transparante productieketen van het merk opgeschaald naar een groter productie-atelier in een voormalig schoolgebouw in Amsterdam Oud-West.
De ontwikkeling met misschien wel de meeste impact is Xanders recente overstap naar het opkomende steward ownership bedrijfsmodel. Dit model biedt garantie dat de duurzame missie van een bedrijf niet in gevaar wordt gebracht wanneer het bedrijf groeit. Zo fungeert winst onder steward ownership juist als middel om een hoger doel te bereiken. Met steward ownership wordt het eigendom van een bedrijf zo vormgegeven dat de aandelen niet in handen zijn van de aandeelhouders, maar volledig worden beheerd door een stichting. Deze stichting, onder leiding van zogenoemde stewards, beschikt over het stemrecht en heeft daarmee de volledige zeggenschap over de bedrijfsvoering. Deze strikte scheiding tussen winstrecht en stemrecht was dan ook een van de redenen voor Xander om te kiezen voor deze bijzondere eigendomsstructuur. Een winstgevende onderneming is dus wel belangrijk om het bedrijf te kunnen runnen, maar de missie waar Stichting New Optimist voor staat blijft te allen tijde de boventoon voeren bij het handelen.
Naast het feit dat de zeggenschap en het economisch eigendom worden gescheiden, is het financiële belang voor de stewards beperkt door het maximale rendement te limiteren. Dit maximale rendement was voor Xander een ander belangrijk aspect in de keuze voor steward ownership. Bij dit limiet maakt het niet uit wie er heeft geïnvesteerd: de oprichters van het bedrijf, Xander en Nelleke, of een gewone burger die mede-eigenaar is geworden door het concept te steunen met een aandeel van €250. Dit houdt in dat, als New Optimist een groot succes wordt, er aan alle 213 aandeelhouders een vooraf bepaalde vergoeding voor hun risico wordt uitbetaald, waarna de aandelen door de stichting worden teruggekocht. Deze uitbetaling is een bedrag naar rato van de investering en kan op verschillende momenten worden uitbetaald, maar wel aan alle investeerders tegelijkertijd. Dit staat haaks op het idee van aandeelhouderskapitalisme, waarbij aandeelhouders tot in het oneindige winst uitgekeerd krijgen als een bedrijf decennialang successen boekt. Steward ownership past dus bij bedrijven die worden gerund vanuit fundamenteel andere waarden, zoals het principe dat meer winst niet altijd beter is.
New Optimist heeft het steward ownership model zo ingericht dat er wel onderscheid wordt gemaakt in het type aandeel en het bijbehorende rendement. Zo kon een normale burger tijdens de crowdfunding campagne van afgelopen zomer voor minimaal €250 investeren via een type-D aandeel. Met een D-aandeel behoort de investeerder tot de klasse met een gemaximeerd rendement van viermaal de inleg. De business angels hebben al eerder geïnvesteerd in de missie van New Optimist en hebben daardoor via hun type-C aandeel recht op een hoger rendement, net als de oprichters via het type A en B aandeel als eerste investeerders tot de klassen met het hoogste rendement behoren. Dit onderscheid beschrijft Xander als een bewuste keuze, aangezien een gelijk rendement voor alle investeerders kan leiden tot een scenario waarbij de eerste investeerders ook eerder hun vergoeding eisen. Dit brengt het gevaar met zich mee dat er voorbij wordt gegaan aan het belang van de onderneming, wat juist de kern vormt van het steward ownership model.
Dat steward ownership het dominante modesysteem opschudt is inmiddels duidelijk, maar is het aannemelijk dat dit bedrijfsmodel het begin kan vormen van een systematische verandering? En zullen de toonaangevende modemerken die fast fashion hebben grootgebracht überhaupt nog kunnen bijsturen als ze dat zouden willen? We zien momenteel meer startups die onder steward ownership de markt betreden vanuit een maatschappelijk doel, maar ook in praktische zin valt te verklaren waarom het model lastig door de gevestigde orde kan worden geïmplementeerd. Zo vertelt Xander dat als je beursgenoteerd bent of allerlei investeerders aan boord hebt, het wel heel moeilijk wordt om ineens de voorwaarden te veranderen voor een model waarbij aandeelhouders niet de enige leidende vorm zijn van de winstbestemming. Xander voegt hieraan toe dat een opvolgingskwestie binnen een bedrijf mogelijkheden biedt tot het veranderen van de juridische structuur, zoals we een paar maanden geleden zagen bij Patagonia. Door de aarde te benoemen tot enige aandeelhouder stelde Yvon Chouinard, oprichter van het outdoor kledingmerk, de erfenis veilig. De bestemming van de zeggenschap ligt hier dus niet meer bij de winst, maar bij de stichting waarin stewards de bescherming van het klimaat waarborgen.
Of we steward ownership op grote schaal terug gaan zien is dus een fundamentele kwestie, maar ook het beleid speelt een rol bij het faciliteren van deze systeemverandering. Zo wordt het in Nederland vanaf 1 januari 2023 zelfs minder aantrekkelijk gemaakt om de overstap naar steward ownership te maken, aangezien de giftenaftrek wordt begrensd tot €250.000. Dit houdt in dat giften aan goede doelen, die nu nog worden opgeheven door de giftenaftrek, vanaf komend jaar wél belast worden waardoor er uiteindelijk minder overblijft voor de ontvangende non-profit organisatie. Voor individuen zal deze grenswaarde waarschijnlijk geen effect hebben, maar de bedrijven die opereren onder het steward ownership model zullen de belastingclaim wel voelen. Wanneer de vergoedingen namelijk worden uitbetaald aan de aandeelhouders, wordt de volledige winst geschonken aan de stichting, wat inhoudt dat steward-owned bedrijven straks verplicht zijn om belasting te betalen over een fictieve winst.
Dat steward-owned bedrijven bijdragen aan een toekomstbestendige economie staat buiten kijf. Toch zal de toekomst moeten uitwijzen of dit opkomende bedrijfsmodel potentie heeft om van de marge naar de mainstream te verschuiven. Dat het bedrijfsmodel ook groeit binnen de mode-industrie, een sector die zich kenmerkt door een van de meest ontwikkelde vormen van kapitalisme, geeft reden tot hoop. Steward ownership lijkt antwoord te bieden op vervuilende investeringen, maar het blijft de vraag of groene groei daadwerkelijk genoeg is om binnen de planetaire grenzen van de planeet te blijven.
Een ode aan Nederlands wol op warmetruiendag
De circulaire economie: dé groene oplossing voor de textielindustrie?