De zomers worden steeds heter en onze woningen zijn daar niet genoeg op voorbereid. Nieuwe inzichten uit onderzoek van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en TKI Urban Energy laten zien dat verduurzaming van woningen niet alleen gericht moet zijn op energiebesparing, maar ook op het tegengaan van oververhitting. Woningen en gebouwen moeten aangepast worden om zowel oververhitting als onnodig energieverbruik voor koeling te beperken.
Door klimaatverandering nemen hittegolven toe, blijven nachten warmer en hebben bewoners in steden steeds meer last van hittestress. Huizen moeten dus niet alleen goed geïsoleerd worden om energie te besparen, maar ook slimmer ontworpen zijn om koel te blijven. "Als je toch verduurzaamt, doe het dan meteen goed," zegt Guus Mulder van TKI Urban Energy. "Maak buitenzonwering bijvoorbeeld standaard onderdeel van het verduurzamingspakket."
TKI Urban Energy en RVO vroegen Nieman Raadgevende Ingenieurs om te onderzoeken welke maatregelen nodig zijn om oververhitting en extra koelbehoefte in gebouwen te voorkomen. Het onderzoek combineert de nieuwste klimaatscenario’s van het KNMI met gedetailleerde analyses van de warmteontwikkeling in en rondom gebouwen. Uit het onderzoek blijkt dat koeling cruciaal is door de toenemende hitte. En dat hier nog te weinig aandacht voor is bij het verduurzamen van gebouwen. Ook zijn de huidige normen die we gebruiken voor het ontwerpen en verduurzamen van gebouwen niet goed berekend op de hogere temperaturen die kunnen voorkomen in de zomer. Woningen die beter zijn geïsoleerd dan de isolatiestandaard hebben een kleinere koelbehoefte. Maar zelfs dan moeten aanvullende warmtewerende maatregelen genomen worden. Anders wordt het simpelweg te warm in deze woningen, en dat is slecht voor de gezondheid van de bewoners. Ook verduurzaamde woningen kunnen dus te heet worden.
Eén van de conclusies uit het onderzoek is dat woningen zonder buitenzonwering twee tot drie keer meer energie nodig hebben voor koeling dan woningen met buitenzonwering. Dit is een basismaatregel om oververhitting in woningen door hogere buitentemperaturen te verminderen. Daarnaast kun je de buitenruimte verkoelen met bijvoorbeeld schaduw van bomen. Beide maatregelen vormen de basis voor het koelen van woningen: ze staan op de eerste trappen van de ‘ladder van koeling’.
De ladder van koeling laat zien welke maatregelen er mogelijk zijn op vier niveaus: koele omgeving (bijvoorbeeld schaduw door groen), warmte weren (bijvoorbeeld zonwering), passief koelen (bijvoorbeeld ramen tegenover elkaar openzetten), actief koelen (bijvoorbeeld airco’s). De eerste drie niveaus zijn niet voor alle gebouwen voldoende. Soms is het onvermijdelijk om daarnaast ook nog actief te koelen. Airco’s kunnen de binnentemperatuur zowel overdag als ’s nachts flink verlagen. Maar ze werken ook contraproductief omdat ze de buitentemperatuur rond de woning verder verhogen. Dat is vooral onwenselijk op plekken die al sterk opwarmen door het hitte-eilandeffect. Ook gebruiken airco’s veel energie. Vooral ’s avonds en ‘s nachts is dit een probleem als er geen stroom is van zonnepanelen.
De onderzoekers doen de aanbeveling om klimaatadaptatie altijd mee te nemen bij het verduurzamen van gebouwen. Mulder: “Verder zijn de huidige standaarden en methodes waarmee we gebouwen verduurzamen niet berekend op de opwarming die we nu al meemaken, en zeker niet op toekomstige opwarming.” De onderzoekers pleiten er daarom voor om warmtewerende maatregelen in bouwregelgeving op te nemen, met aandacht voor nachttemperaturen die door het stedelijk hitte-eilandeffect significant kunnen stijgen. Ook moet de klimaatreferentie in de bouwregelgeving worden geactualiseerd om beter in te spelen op de toekomstige uitdagingen van hittestress en koelbehoefte.