Maar 7 procent van de plastic verpakkingen in Nederland wordt opnieuw gebruikt als materiaal voor nieuwe verpakkingen. De Nederlandse overheid heeft als doel dat in 2050 geen enkele verpakking gemaakt is van (nieuwe) fossiele grondstoffen. Dit doel is niet haalbaar zonder nieuw beleid én ander gedrag van de verpakkingsindustrie en consumenten. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM, samen met de Universiteit Utrecht, Rijkswaterstaat en TNO.
Plastic verpakkingen dragen bij aan klimaatverandering, vervuiling en een afname van de biodiversiteit. De meeste plastic verpakkingen zijn nog steeds gemaakt van nieuwe fossiele grondstoffen. Ook worden er steeds meer producten in plastic verpakt. Dit geldt bijvoorbeeld voor eten en drinken voor onderweg (to go) of kant-en-klaarmaaltijden. Ook zijn er meer kleinere huishoudens, die relatief veel verpakkingen gebruiken. Uit modellering door TNO(externe link) (opent in een nieuw venster) blijkt dat als we nu niets doen, de vraag naar plastic verpakkingen met 17 procent stijgt.
De aandacht gaat nu vooral uit naar recycling. Het is belangrijk dat de overheid ook met maatregelen komt om vermindering en hergebruik van plastic verpakkingen te stimuleren. Duidelijke doelstellingen en richtlijnen zijn nodig om sneller een circulaire economie te bereiken.
Bedrijven kunnen onnodige verpakkingen vermijden of hergebruiken. Ook kunnen ze producten in concentraatvorm aanbieden (zonder water en lucht) en alternatieven voor plastic ontwikkelen. Daarnaast moet een groter deel van het plastic verpakkingsafval gebruikt worden voor nieuwe verpakkingen.
Consumenten kunnen helpen door bewust te kiezen voor producten zonder of met minder plastic verpakkingsmateriaal. Bijvoorbeeld voor groente en fruit zonder verpakking. Of een verpakking vaker gebruiken. Een bewuste keuze in de winkel voor minder plastic, kan al een groot verschil maken.
Zo wordt een toekomst zonder verpakkingen van fossiele grondstoffen mogelijk.
Nog nooit werd er in Nederland zo uitgebreid onderzoek gedaan naar de gevolgen van plastic verpakkingen op het milieu. Deze analyse kijkt naar het hele proces en naar verschillende soorten verpakkingen. Van het maken tot het weggooien van bijvoorbeeld drankkartons, flessen en flexibele verpakkingen. Ook is onderscheid gemaakt tussen verpakkingen die voedsel bevatten of niet.
Deze analyse van verpakkingsmaterialen is uitgevoerd binnen het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2019-2024. Naast kunststof verpakkingen, zijn woningbouw en hernieuwbare energietechnologie onderzocht. Deze analyses zijn onder regie van het Planbureau voor de leefomgeving (PBL(Planbureau voor de Leefomgeving)) uitgevoerd door het RIVM, TNO en CML(Centrum voor Milieukunde van de Universiteit Leiden) in samenwerking met Universiteit Utrecht, RWS(Rijkswaterstaat) en TU(Technische Universiteit) Delft. In een overkoepelende notitie(externe link) beschrijft het PBL de overeenkomsten en verschillen tussen de 3 productgroepanalyses.