Standaarden voor energiezuinigheid en CO2-uitstoot in de auto-industrie blijken niet alleen een instrument om te sturen op lagere emissies, maar zijn ook een belangrijke aanjager van innovatie. Dat blijkt uit empirisch onderzoek in economenvakblad ESB van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Tilburg University naar ruim 34 duizend patenten die door ruim 3600 patenthouders in de automobielindustrie tussen 2000 en 2016 zijn geregistreerd.
Het aantal elektrische auto’s op de weg is wereldwijd geëxplodeerd van 17.000 in 2010 tot 10 miljoen in 2020. In de economische literatuur is bekend dat standaarden de adoptie van duurzame technologie stimuleren. De economen Rik Rozendaal en Herman Vollebergh constateren echter in nieuw onderzoek dat standaarden daarnaast een grote invloed hebben op de ontwikkeling van nieuwe technieken, die zelden onderkend is.
Rozendaal en Vollebergh vergeleken voor het eerst de invloed van CO2-emissiestandaarden, brandstofprijzen, accijnzen en subsidies op de registratie van octrooien op technologie voor elektrische voertuigen, waterstofauto’s en de verbrandingsmotor. In de jaren rond 2010 steeg het aantal innovaties in elektromotoren en brandstofcellen (doorbraaktechnologieën) sterk.
Het onderzoek toont een wereldwijde trend waarin patentaanvragen voor groene technologie pieken, nadat overheden strengere normen aankondigen. De auteurs veronderstellen dat hierin meespeelt, dat normering doorgaans langere tijd van tevoren wordt aangekondigd, zodat fabrikanten hierop kunnen anticiperen. Bij fluctuerende brandstofprijzen en veranderende accijnsheffing is dat niet het geval.
Om het effect van standaarden vast te stellen ontwikkelden Rozendaal en Vollebergh een ‘striktheidsindex’. Hoe groter de uitdaging van een nieuwe norm ten opzichte van de gemiddelde uitstoot of efficiëntie van een auto, hoe strenger de norm is. Fabrikanten zullen eerder geneigd zijn te investeren in nieuw onderzoek als de norm lastiger na te leven is met bestaande technologie. R&D subsidies en brandstofprijzen bleken veel minder effect te hebben op groene innovatie door autofabrikanten.
Dat normering een effectief instrument blijkt om innovatie te stimuleren is relevant voor de formulering van het Nederlandse innovatie- en klimaatbeleid. Innovatiesubsidies worden nu vaak ongericht verstrekt via de Innovatiebox en de WBSO. Tegelijk is het klimaatbeleid vooral gericht op de adoptie van bestaande technologie maar niet op de ontwikkeling van nieuwe technologie. “Normering dient beide doelen. Standaarden zijn veel belangrijker dan vaak gedacht wordt,” concludeert Herman Vollebergh. Normering is meer dan een nuttige aanvulling op beprijzing en subsidiering.