Zonnevelden zijn de afgelopen jaren uitgegroeid tot een belangrijk onderdeel van de energietransitie. Maar steeds vaker stokt de ontwikkeling. Waarom is dat zo? En welke rol speelt lokaal eigendom in het slagen van een zonneproject? We vroegen het aan Ivo Thonon van Energie van Utrecht, die zich verdiept heeft in deze vraag. Zijn conclusie: zonder stevig lokaal eigendom wordt het realiseren van zonnevelden een stuk moeilijker.
Ivo: “Zonnevelden hebben het de laatste tijd zwaar en komen steeds minder tot wasdom. Dat heeft meerdere oorzaken: hoge rente, hoge inflatie, stijgende grondprijzen, lage energieprijzen, lagere subsidies én een toenemend aantal uren met negatieve stroomprijzen. Die combinatie maakt dat de rentabiliteit van zonnevelden onder druk staat. Tel daarbij op dat procedures vaak ingewikkeld zijn, de netcapaciteit beperkt is en er een groeiende weerstand is vanuit omwonenden en de politiek. Dan snap je waarom veel zonnevelden momenteel niet van de grond komen.”
Ivo: “De verleiding is groot om in lastige tijden het aandeel lokaal eigendom te verlagen, zodat commerciële partijen makkelijker kunnen instappen. Maar dat kan averechts werken. Minder dan 50procent lokaal eigendom betekent in de praktijk vaak ook minder acceptatie, minder zeggenschap voor lokale partijen, en dus een grotere kans op weerstand. Uiteindelijk verkleint dat de kans dat een zonneveld er daadwerkelijk komt.”
Ivo: “Drie dingen spelen hierin een rol. Ten eerste: de stille meerderheid. Uit CBS-onderzoek* blijkt dat een ruime meerderheid van Nederlanders vóór zonne-energie is. Maar die groep hoor je nauwelijks. Als deze mensen echter merken dat de opbrengsten van een zonneveld naar een grote commerciële of zelfs buitenlandse partij gaan, dan kantelt dat: dan vinden meer mensen het oneerlijk. Lokaal eigendom vergroot het gevoel van rechtvaardigheid en eerlijkheid, wat bijdraagt aan de acceptatie.
Ten tweede: als een energiecoöperatie minder dan 50procent zeggenschap heeft, heeft ze in de praktijk vaak niets meer te zeggen. Commerciële partijen bepalen dan de koers. Dat betekent minder aandacht voor lokale waarden, minder geld voor landschappelijke inpassing of bewonersparticipatie. En dat merkt de gemeenteraad ook. Lokale coöperaties hebben vaak een vertrouwensband met de raad en helpen om plannen acceptabel te maken. Als zij geen invloed meer hebben, verliezen ze ook hun motivatie om zich ervoor in te zetten.
En ten derde: zonder dat positieve geluid van de lokale coöperatie blijft er alleen kritiek over. Raadsleden horen dan vooral de tegenstanders. Dat maakt het politiek lastiger om een zonneveld goedgekeurd te krijgen. Kortom: zonder minstens 50procent lokaal eigendom kalft niet alleen de acceptatie van de ‘stille meerderheid’ af, maar ook de positieve lobby.”
Ivo: “Veel commerciële partijen, zoals Novar, BHM Solar, Pure Energie en Eneco, zijn al gewend om met lokale coöperaties samen te werken in 50procent lokaal eigendom. Als blijkt dat er echt geen animo is van commerciële partijen en de coöperatie kan het project niet in 100procent lokaal eigendom ontwikkelen, dan is mijn advies als volgt: pleit voor 50procent zeggenschap, niet per se 50procent financieel eigendom. Dat onderscheid is belangrijk. Commerciële partijen kunnen dan meer dan 50procent van de opbrengsten krijgen, terwijl de energiecoöperatie nog steeds minstens 50procent zeggenschap heeft. Zo houd je invloed voor de lokale gemeenschap, terwijl de commerciële partij er genoeg opbrengsten uit kan halen.
Daarnaast raad ik gemeenten aan om partijen die méér lokaal eigendom of zeggenschap bieden, daar ook extra punten voor te geven in de tender. Zo maak je het aantrekkelijk voor marktpartijen om toch voor samenwerking met coöperaties te kiezen. Hetzelfde geldt voor bijdragen aan een omgevingsfonds of extra aandacht voor participatie: beloon dat ruimhartig. Dan ontstaan er betere projecten met meer acceptatie.”
Ivo: “Ook al lijkt het niet zo met die negatieve prijzen en slechte opbrengsten, we hebben in Nederland nog steeds meer zonnestroom nodig. Maar zonder lokaal eigendom en lokale betrokkenheid worden zonnevelden alleen commercieel gedreven, wat op steeds meer weerstand stuit. Met lokaal eigendom creëer je meer acceptatie, maar ook trots, betrokkenheid en inkomsten voor je lokale gemeenschap. Dat helpt allemaal om ook de komende jaren zonne-energie van de grond te krijgen.”