Minder CO2-uitstoot door regionale mobiliteitsprogramma’s en een visie over asbestdaken: dat zijn enkele van de 7 onderwerpen waarvoor de VNG aandacht vraagt van de Kamer. In een position paper staan onze opmerkingen voor de begrotingsbehandeling van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Gemeenten willen sturen op het verminderen, veranderen en verduurzamen van mobiliteit. Betalen naar gebruik is daarvoor een goed middel, maar een vlakke heffing op basis van een kilometertarief schiet tekort. De effecten van een heffing naar plaats en tijd zouden alsnog moeten worden onderzocht.
Als alle partijen, ook het rijk, stevig inzetten op de Regionale Mobiliteitsprogramma’s, kan er tussen de 5,4 en 8,5 megaton CO2 worden bespaard. Dat is tussen de 3,2% en 5,2% van de totale CO2-uitstoot van Nederland en zelfs meer dan helft van de resterende reductie-opgave voor de mobiliteitssector.
Na de uitspraak van de Raad van State over de bouwvrijstelling is het Programma Schoon en Emissieloos Bouwen nog urgenter geworden. Doel van het programma is om de uitstoot van stikstof, CO2 en fijnstof te minimaliseren.
Gemeenten willen afspraken over een substantiële structurele rijksbijdrage aan de uitvoering van het Nationaal Toekomstbeeld Fiets. De € 6 miljoen die het rijk daarvoor vanaf 2024 wil vrijmaken, staat helaas niet in verhouding tot de opgave van in totaal € 13 miljard.
Vanuit het rijk wordt € 200 miljoen beschikbaar gesteld voor de verbetering van verkeersveiligheid op N-wegen. Er zijn echter geen extra middelen voor verkeersveiligheid op lokale wegen vrijgemaakt, terwijl hier ook veel actie nodig is om de verkeersveiligheid te verbeteren.
Gemeenten willen dat de minister van IenW een rijksbrede visie over de asbestopgave in de gebouwde omgeving opstelt. En we willen samen met IenW en TNO komen tot een andere asbestaanpak die recht doet aan een brede wens uit de Kamer.
De ambitie van het kabinet is dat Nederland in 2050 volledig circulair is. Met de huidige inzet gaan we dat niet halen. De VNG doet meerdere voorstellen om te zorgen dat producten en verpakkingen geen afval worden of beter te hergebruiken zijn.