Bio-energie met koolstofafvang en -opslag is een veelbelovende methode om CO2 uit de atmosfeer te halen en tegelijkertijd energie op te wekken. Maar deze methode is controversieel, omdat er veel grond en water voor nodig is. Leidse onderzoekers hebben hiervoor een oplossing: als mensen overstappen op een grotendeels plantaardig dieet, kan de vrijgekomen landbouwgrond gebruikt worden voor het stimuleren van klimaatmitigatie.
Het idee van bio-energie met koolstofafvang en -opslag (BECCS: BioEnergy with Carbon Capture and Storage) is zo'n twintig jaar geleden bedacht en het leek een magische oplossing voor het broeikasgasprobleem. Door gewassen te laten groeien wordt CO2 uit de lucht gehaald. Die gewassen kunnen vervolgens gebruikt worden om energie op te wekken, bijvoorbeeld door verbranding, waarbij de CO2 die hierbij ontstaat afgevangen wordt en permanent wordt opgeslagen in geologische formaties. Zo kan BECCS CO2 uit de atmosfeer verwijderen en daardoor de opwarming van de aarde afremmen, en zelfs bijdragen aan het terugdraaien daarvan. 'Het idee is door de jaren heen zo populair geworden, dat wetenschappers BECCS veelvuldig hebben betrokken bij hun voorgestelde klimaatmitigatieplannen - veel van die plannen bouwden er zelfs sterk op', zegt onderzoeker Oscar Rueda.
De afgelopen jaren worden er echter grote vraagtekens gezet bij de duurzaamheid van BECCS. Doordat er voor het verbouwen van gewassen voor biomassa veel landbouwgrond en water nodig is, kan grootschalige inzet van BECCS een gevaar zijn voor de biodiversiteit, voedselzekerheid en watervoorziening. Uit het onderzoek van het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML) blijkt dat deze problemen grotendeels ondervangen kunnen worden door over te schakelen naar een dieet met meer plantaardige producten. Daardoor komen grote gebieden weide-en akkerbouwgrond, en grote hoeveelheden water vrij voor het telen van gewassen voor biomassa.
'Je hoeft maar een fractie van de vrijgekomen grond voor BECCS te gebruiken om een enorme hoeveelheid energie op te wekken en CO2 uit de lucht te halen', vertelt Rueda. Door vóór 2050 vijftig procent van de dierlijke producten te vervangen, kan er genoeg land vrijkomen voor BECCS om jaarlijks evenveel energie op te wekken als steenkoolcentrales op dit moment doen. Daarnaast zou er ook nog eens bijna net zoveel CO2 uit de lucht worden gehaald als steenkoolcentrales op dit moment uitstoten.
De manier waarop nu met grond wordt omgegaan is erg inefficiënt. Veel landbouwgrond wordt gebruikt voor de productie van veevoer, wat minder efficiënt is dan deze grond direct te gebruiken voor voedsel voor mensen. 'We willen aan landen laten zien dat dit een enorme kans is', zegt Rueda. 'Op deze manier komt er een enorm potentieel aan energie beschikbaar. Je kunt tegelijkertijd de economie stimuleren én de gezondheid van de bevolking verbeteren.'
'BECCS kan een belangrijke rol spelen bij het versnellen van het proces van de vermindering van de wereldwijde uitstoot. Door CO2 uit de atmosfeer te halen, helpen we voorkomen dat we de kritieke grens van 1,5 graad opwarming overschrijden. En de energie die BECCS oplevert helpt bij het uitfaseren van fossiele brandstoffen', aldus Rueda. 'BECCS wordt geconfronteerd met belangrijke uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, maar wij laten zien dat door over te stappen op een duurzamer dieet, we de grootste problemen kunnen overwinnen door de voordelen van BECCS veiliger te benutten.'