‘Eigenlijk willen alle bedrijven in de voedselketen minder voedsel verspillen, maar dat is in de praktijk toch vaak best lastig’, zegt Sanne Stroosnijder, programmamanager Food Loss and Waste Prevention bij Wageningen University & Research. ‘De landelijke cijfers laten zien dat het de afname van voedselverspilling niet snel genoeg gaat. Bedrijven hebben meer prikkels nodig om in actie te komen.’
In Nederland wordt ongeveer 25% van al het voedsel weggegooid, wat grote gevolgen heeft voor het klimaat en voedselzekerheid. De Nederlandse overheid heeft als doel om in 2030 de helft minder voedsel te verspillen. ‘We zien een groep koplopers, maar helaas komt het peloton, dus de meerderheid van de bedrijven, nog niet echt uit de startblokken’, zegt Stroosnijder. Hier zijn tal van redenen voor. De inspanningen zijn vrijblijvend, soms werkt het ene beleid het andere tegen of zijn de kosten van een andere bedrijfsvoering of een nieuw proces hoger, bijvoorbeeld bij gebruik van reststromen voor veevoer. ‘Er zijn dus allerlei prikkels om te blijven verspillen. Die moeten we wegnemen en vervangen door prikkels die stimuleren om voedselverspilling tegen te gaan’
In april 2023 schreef WUR al een rapport in opdracht van het Ministerie van LNV over de vraag hoe Nederland kan versnellen richting halvering van voedselverspilling. Nu komen Stroosnijder en haar collega’s met acht concrete prikkels die op bedrijven gericht zijn, zoals het inzetten van carbon crediting (een prijskaartje hangen aan CO2-uitstoot) en een wettelijke verplichting om voorwaarden over het verminderen van voedselverspilling op te nemen bij de aanbesteding van catering.
Als Stroosnijder één van de acht prikkels zou mogen aanbevelen bij het nieuwe kabinet, welke zou dat dan zijn? Zonder twijfel: ‘verplichte zelfrapportage’. In sommige Europese landen is dat al verplicht, in Nederland nog niet. ‘Zelfrapportage helpt om inzicht te krijgen in de vraag hoeveel je als bedrijf verspilt en wat je verspilt. Bedrijven zien dan ook wat verspilling kost aan grondstoffen, vervoer, verpakkingen en personeel dat werkt met producten die daarna weggegooid worden. Inzicht in die bedragen zorgt er vaak voor dat ze in beweging komen. Ieder bedrijf wil kosten besparen en tegelijk de klimaatimpact verminderen. Onze ervaring is dat 20 tot 30 procent minder voedselverspilling voor de meeste bedrijven makkelijk haalbaar is.’
Om verspilling nog verder tegen te gaan, is de hele voedselproductieketen van boer tot consument nodig. Bij catering van buffetten op bijeenkomsten is bijvoorbeeld veel winst te behalen als iedereen zich verantwoordelijk voelt. Stroosnijder: ‘Cateraars kunnen het assortiment en de hoeveelheid aanpassen als ze weten hoeveel mensen er komen. De organisatie van een event kan ook helpen door de no-show goed in te schatten of koelkasten en meeneembakjes neer te zetten op de locatie zodat deelnemers dat wat over is mee naar huis kunnen nemen. Dit levert voor alle partijen winst op, dus voor people, planet en profit’.