Of je het nu hebt over de energietransitie in Europa of die in Afrika, vergroening van de industrie is een kernthema. Maar de context is anders. Afrika’s prioriteiten voor zijn energietransitie liggen vooral op het vlak van energy access en groene industrialisering. En energietransitie en economische ontwikkeling gaan in Afrika hand in hand. In de rurale gebieden hebben 600 miljoen mensen nog geen toegang tot moderne energie. Duurzame energie kan voor hen energie én ontwikkeling betekenen. Productive Use of Renewable Energy (PURE) noemt men dit. Ik spreek hierover met Caroline Nijland, die al jaren betrokken is bij energy access in Afrika en projecten op dit gebied van onder andere de Europese Unie en de Wereldbank. Nijland is oprichter en directeur van HeliosInfinitas.
Dit is een artikel uit de nieuwste editie van PONT, vakblad energie en duurzaamheid. Deze editie gaat over het verduurzamen van de industrie. Wil je het blad vier keer per jaar gratis thuis ontvangen? Schrijf je hier in.
Nijland is net terug van de Africa’s Green Economy Summit in Kaapstad. Daar stelde UNDP-vertegenwoordiger Maxwell Gomera bij de opening: “De kwestie van duurzaamheid is niet alleen een ecologische noodzaak, maar ook een economische noodzaak!” Antony Nyong van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank zei: “Het is tijd voor Afrika om het voortouw te nemen door een groene en veerkrachtige toekomst vorm te geven” en “Er kan geen groene groei zijn zonder een rechtvaardige, eerlijke, groene transitie.”
Economische ontwikkeling van de rurale gebieden staat dus centraal. Vaak is daar geen stroomnet aanwezig en dan kan duurzame energie helpen in de vorm van solar home-systemen of minigrids. Die kunnen mensen voorzien van licht, radio, tv en een opgeladen mobiel, maar maken het ook mogelijk bedrijfsmatige activiteiten te starten. Bijvoorbeeld een internetwinkel, een café met gekoelde dranken, een dorpsbioscoop, een bakkerij met graanmolen, melkmachines en koelsystemen. Dat resulteert allemaal in meer inkomen, meer investeringsmogelijkheden en dus meer sociaaleconomische ontwikkeling. Bij deze PURE-initiatieven komt wel meer kijken dan alleen het duurzame energiesysteem. Marktoegang en financiering zijn zeker zo belangrijk (zie de voorbeelden hieronder).
Nijland: “Bedrijvigheid moet naar de rurale gebieden toe in plaats van dat de mensen naar de hoofdstad trekken. Een van de meest effectieve strategieën daarvoor is elektrificatie van het platteland gericht op economische activiteiten.
Daar geloof ik in. Dankzij nauwe samenwerking tussen lokale ontwikkelaars en internationale fondsen is de PURE-markt nu volop in beweging.”
Lokale vissers vangen tilapia in het Lake Victoria en verkochten die op de lokale markt. In de hoofdstad Dar Es Salaam zouden ze meer kunnen verdienen, maar het transport duurde te lang, waardoor de vis zou bederven. Het zonnebedrijf JUMEME kwam de vissers daarom te hulp. Met behulp van minigrid-stroom werd de vis onmiddellijk na de vangst diepgevroren en er werd betrouwbaar en betaalbaar transport naar de hoofdstad geregeld. De tilapia wordt daar nu voor een aanzienlijk hogere prijs verkocht. De lokale vissers verdienen dankzij zonne-energie zo meer met hun visvangst.
De meeste ananas in Zambia wordt in het noordwesten geoogst. De ananassen werden alleen op de lokale markt verkocht. Verkoop in de steden verderop was niet haalbaar. Vanwege de slechte wegen duurde het transport te lang en zou de ananas bederven. Een waterkrachtcentrale in de naburige Zambezi voorzag de dorpen van elektriciteit, maar hield stroom over. De directeur nam daarom het initiatief om een droogfabriek voor ananas op te zetten. Dat leverde lokale banen op. De gedroogde ananas kan nu wel naar de hoofdstad getransporteerd worden en brengt daar meer op. De lokale ananaskwekers hebben dankzij waterkracht een hoger inkomen.
Nijland is ook betrokken bij de opzet van Green Business Area’s, een initiatief gestart door de internationale ngo GERES. In Mali, in de regio Sikasso, is een groen bedrijventerrein aangelegd voor start-ups van jonge ondernemers. Een minigrid-zonnepark voorziet de gebouwtjes 24/7 van duurzame energie en zorgt voor een comfortabel gekoeld werkklimaat. De jongeren worden ook verder ondersteund, bijvoorbeeld met bedrijfstrainingen en hulp bij de toegang tot regionale markten en tot financiering. Afrika is het continent met de laagste gemiddelde leeftijd ter wereld en dus met veel jongeren. Dat is een probleem, stelt Nijland: “Wat moeten we met alle jongeren die op de markt komen en geen baan kunnen vinden? We moeten banen creëren in de rurale gebieden. De Green Business Area’s zijn daarvoor een goede vorm.” De opzet ervan wordt uit fondsen gefinancierd, de deelnemers betalen huur en dragen het onderhoud zelf, er is een coöperatie met een penningmeester. Machines die ze voor hun start-ups nodig hebben, kunnen de jongeren via een afbetalingsregeling aanschaffen en in enkele jaren terugbetalen. Duurzame energie leidt dus ook hier weer tot bedrijfsactiviteiten, banen, armoedebestrijding en regionale ontwikkeling. En als er al een manier is om migratie van jongeren tegen te gaan, dan is het wel zo. Dit bedrijfsmodel wordt nu in de praktijk volop getest op zijn financiële duurzaamheid. Nijland is inmiddels bezig de Green Business Area’s ook in Zambia op te zetten. De Afrikaanse Unie toont grote interesse voor deze aanpak van rurale elektrificatie.
Ook in de stedelijke gebieden van Afrika is vergroening gaande. Daar is doorgaans wel een stroomnet voorhanden en bestaan grotere afzetmogelijkheden, dus hier concentreren zich bedrijven. Naast industriële productiebedrijven zijn er ook handelsbedrijven en instellingen als scholen en ziekenhuizen die energie verbruiken. In deze zogenaamde C&I-sector (commercial and industrial) zie je de laatste tijd steeds meer vergroening optreden: niet zozeer vanwege duurzaamheid en klimaat, maar vanwege de vaak voorkomende stroomstoringen en de hoge brandstofkosten. Bedrijven en instellingen willen graag een betrouwbare energievoorziening en een eigen duurzaam energiesysteem voorziet daarin, los van of in combinatie met het publieke net. Je ziet dan ook dat leveranciers van zonne-installaties zich steeds meer op de stedelijke gebieden richten. Daar gaat het om grotere systemen en valt meer te verdienen dan in de rurale gebieden.
Afrika is in de positie om uit te groeien tot het Green Powerhouse van de mondiale energietransitie. Zonne-energie, grondstoffen en ruimte zijn overvloedig beschikbaar. Maar dan moet wel de ‘Afrikaanse paradox’ opgelost worden, zegt Saliem Fakir, directeur van de Africa Climate Foundation: “Afrika heeft een overvloed aan zon, ruimte en grondstoffen, maar ook de grootste energiearmoede.” Juist daarom is de koppeling van energietransitie en economische ontwikkeling essentieel. Duurzame energie kan de Afrikaanse paradox opheffen. “En juist daarom”, vult Nijland aan, “zijn in de rurale gebieden investeringen in decentrale energiesystemen hard nodig, gekoppeld aan lokale, rendabele bedrijvigheid.” Startup-initiatieven kunnen inkomen en investeringen genereren en zo uitgroeien tot kleine en middelgrote bedrijven. Op die manier kan groene industrie in Afrika steeds verder vorm krijgen en de motor worden van het Green Powerhouse.
De EU, de Afrikaanse Unie en de Wereldbank onderkennen het belang van een dergelijke aanpak. Er lopen verschillende programma’s gericht op energy access en productive use of energy. Het ASCENT-programma van de Wereldbank richt zich sinds 2023 op uitbreiding van zowel het elektriciteitsnet als decentrale duurzame energie en clean cooking (budget: 100 miljoen dollar). De EU en de Afrikaanse Unie startten in 2022 een gezamenlijk Africa-EU Green Energy Initiative, gericht op energy access en duurzame energieopwek (budget: 20 miljard euro). Onlangs lanceerden de Wereldbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank samen het Mission300-initiatief, dat beoogt om voor 2030 ten minste 300 miljoen mensen toegang te geven tot duurzame energie (budget: 30 miljard dollar).
Er valt nog veel te doen, maar er wordt voortgang geboekt. Zo is het aantal Afrikanen zonder energy access gedaald van 957 miljoen in 2015 naar 685 miljoen in 2022. Verder is er nu ruim vijftig keer meer zonne-energievermogen dan in 2010. Zonne-energie komt vooral ten goede aan bedrijfsmatige en grootschalige toepassingen, in 2024 27% en 72% van de groei in dat jaar. Nijland reisde onlangs af naar Ethiopië voor een regional policy dialogue, georganiseerd door de Afrikaanse Unie en het Europese programma GET.Transform. Ook daar ging het om rural electrification for industrialisation.