Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Reactie op wetsvoorstel tot invoeren labelplicht bij monumenten

De wijziging Besluit bouwwerken leefomgeving lag tot 25 augustus 2025 ter inzage. Dit besluit regelt de implementatie van de Richtlijn energieprestatie gebouwen (EPBD IV). De werkgroep duurzaamheid van de FGM heeft de volgende punten ingebracht.

Redactie-FGM 25 August 2025

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

Bij de voorgestelde wijziging is de uitzonderingspositie voor beschermde monumenten ten aanzien van de labelsystematiek vervallen. Als werkgroep duurzaamheid van de Federatie Grote Monumentengemeenten kunnen wij ons vinden in het invoeren van een energielabel voor monumenten. Ook voor beschermde monumenten zijn veel mogelijkheden voor verduurzaming, eigenaren en gemeenten hebben daar inmiddels kennis van en ervaring mee opgedaan. Toch heeft de wijziging  grote gevolgen voor eigenaren van monumenten. Om het verduurzamen van monumenten uitvoerbaar te maken, moeten de maatregelen op de juiste manier rekening houden met het behoud van monumentale waarden. In het huidige voorstel is daar nog te weinig aandacht voor. Het is nodig de voorgestelde regelgeving beter op het verduurzamen van monumenten af te stemmen, in lijn met de Europese uitgangspunten voor het verduurzamen van gebouwvoorraad.

Een label voor monumenten

In het onderzoek van W/E adviseurs (Beoordeling geschiktheid energielabelsystematiek bij monumenten, d.d. 28 juni 2024), wordt een aantal belangrijke aanbevelingen gedaan. Zij adviseren specifiek rekening te houden met de status van het gebouw. Bij monumenten gelden wettelijke regels voor het behoud van monumentale waarde. Bij andere gebouwen is dat niet van toepassing. Deze regels beschermen de cultuurhistorische waarde van de monumenten. Daarom zijn de oplossingen voor het verduurzamen van monumenten vaak anders dan bij niet-beschermde gebouwen. In reguliere duurzaamheidsadviezen worden enkel de meest voorkomende en de meest betaalbare standaardoplossingen geadviseerd. Veel voorkomende maatregelen zoals het vervangen van beglazing voor HR++ glas of het isoleren van de gevel door voorzetwanden kunnen ten koste gaan van de monumentale waarde van ramen en interieurs. Deze standaardoplossingen zijn lang niet altijd uitvoerbaar bij monumenten. 

Daarom zou bij een energielabel voor een monument ook de status van het monument op het energielabel vermeld moeten worden. De Europese regelgeving geeft de ruimte om rekening te houden met lokale omstandigheden (EPDB IV artikel 1). De aanwezigheid van cultureel erfgoed en monumenten is een voorbeeld van een lokale bijzondere omstandigheid. Wij pleiten ervoor om bij het opstellen en afgeven van een energielabel voor monumenten altijd te vermelden dat het gebouw als monument is beschermd. Standaard verduurzamingsadviezen zijn voor monumenteigenaren ongeschikt. Deze zouden geen deel mogen uitmaken van het energielabel van een monument. Om het proces voor duurzaamheidsadvisering bij monumenten goed te stroomlijnen heeft de monumentensector het duurzame monumentenadvies (Dumo-advies) ontwikkeld. 

Eén loket functie door Dumo-advies

Met het Dumo-advies geeft de sector op passende wijze invulling aan artikel 9 van de EPDB IV waarin lidstaten de opdracht krijgen te werken aan een 1-loketsysteem voor advisering ten aanzien van duurzaamheidmaatregelen. Het Dumo-advies is een maatwerk advies. Het is voor eigenaren niet verplicht om dit aan te vragen. Maar door op het energielabel te vermelden dat het gebouw een monument betreft, kan wel verduidelijkt worden de standaard adviezen meestal niet toepasbaar zijn. Door het Dumo-advies worden eigenaren van monumenten in een keer op de juiste wijze geïnformeerd over de mogelijkheid haalbare duurzaamheidsmaatregelen toe te passen. Daarnaast heeft het Rijk bepaald bij het toekennen van subsidie de eisen ten aanzien van de minimale isolatiewaarde bij ingrepen in een monument te verlagen zodat eigenaren kunnen verduurzamen met behoud van de monumentale onderdelen.

De Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (Stichting ERM) heeft in afstemming met de monumentensector objectieve kwaliteitseisen vastgesteld waar DuMo-adviseurs aan moeten voldoen. Het Nationaal Restauratiefonds verstrekt samen met overheden subsidies en leningen op basis van deze Dumo-adviezen. In de rapportage van W/E adviseurs wordt bovendien aanbevolen om maatwerkadviezen zoals het DuMo-advies door middel van subsidie laagdrempelig betaalbaar te maken voor eigenaren van monumenten. Dit advies onderschrijven wij.

Rekenmethode NTA 8800

Onze ervaring tot nu toe is dat de NTA 8800 op onderdelen te weinig rekening houdt met specifieke oplossingen voor monumenten. Bijvoorbeeld bij het toepassen van geïsoleerd glas in niet geïsoleerde monumentale stalen ramen of bij het berekenen van energieverlies als er sprake is van een naastliggende onverwarmde ruimte. Het lijkt in dergelijke gevallen niet mogelijk om de werkelijke energiebesparing mee te rekenen in de labelscore. In hoeverre deze voorbeelden te maken hebben met de deskundigheid van de energieadviseur of de beperkingen in de software van het NTA 8800 rekensysteem, is ons niet bekend. In elk geval vraagt het toepassen van de NTA 8800 om meer genuanceerde rekenmethodes. Ook niet beschermde gebouwen kunnen hiervan profiteren. Wij vragen u de aanpassingen ten behoeve van maatwerk nader te onderzoeken en de bestaande rekenmethode daar waar nodig aan te passen en te verfijnen. We willen voorkomen dat een onrealistische labelberekening tot onnodige dure aanpassingen moet leiden.

Normering verduurzamen monumenten

Het laten vervallen van de uitzondering op de labelsystematiek bij monumenten heeft ook gevolgen voor de normering van de energieprestatie op basis van de labelplicht voor kantoorgebouwen beschermd als monument. Voor het vervallen van de uitzondering van de normering van als monument beschermde kantoren moet een realistische overgangstermijn worden ingevoerd.  Deze is nu niet in het voorstel verwerkt en voor zover wij kunnen nagaan is er ook geen onderzoek gedaan naar de effecten en de haalbaarheid van deze wijzigingen. Mogelijk leidt de normering tot een aantasting van monumentale waarden of het verlies van de kantoorfunctie. Wellicht is voor kantoorgebouwen met hoog monumentale interieurs en gevels een minimale score van label D een beter realistisch streven. Omdat het voor monument-eigenaren minder eenvoudig is om hetzelfde energielabel te scoren als voor eigenaren van niet-beschermde gebouwen zijn aanvullende maatregelen nodig om eigenaren van monumenten te ondersteunen. In het voorliggende voorstel is daar geen rekening mee gehouden.

Conclusie

Om de verduurzaming van monumenten te stimuleren, is het nodig om de bescherming van het monumentale waarden van het gebouw als uitgangspunt te nemen. Energiebesparende maatregelen moeten namelijk passen bij het behoud van monumentale waarden. Het is noodzakelijk dat op het energielabel ook de monumentale status van het gebouw vermeld wordt. Door een Dumo-maatwerkadvies kan een eigenaar een realistisch inzicht krijgen in de mogelijkheden voor verduurzaming. Helaas is de rekensoftware voor de NTA 8800 maar beperkt toepasbaar voor maatwerk. Om realistische besparingen door te rekenen, verzoeken wij u de gebruikte rekensoftware voor de NTA 8800 verder te verfijnen. In het voorstel is niet onderzocht in hoeverre deze normering gevolgen heeft voor monumenten die gebruikt worden als kantoor. Om de normering uitvoerbaar te maken is tenminste een overgangstermijn nodig voor eigenaren van kantoren beschermd als monument. Verder verzoeken wij u de gevolgen van de normering nader te onderzoeken en waar nodig aan te passen. En wij vragen rekening te houden met de meerkosten en ondersteuning van eigenaren van monumenten.

Artikel delen

KENNISPARTNER

Theo Haytink