Nederlandse en internationaal opererende scheepsvaartmaatschappijen die onder Nederlands toezicht vallen, waren verplicht onlangs hun CO₂-uitstoot over het jaar 2024 te rapporteren via een emissieverslag. Op basis van deze gegevens moeten zij uiterlijk eind september 2025 voor het eerst emissierechten inleveren binnen het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS).
Deze verplichting stimuleert de maritieme sector om te investeren in schonere technologieën en alternatieve brandstoffen, met als doel het terugdringen van het gebruik van fossiele energiebronnen en de daarmee gepaard gaande uitstoot van CO₂.
Van de in totaal 378 scheepvaartmaatschappijen die door de Europese Commissie aan Nederland zijn toegewezen, heeft circa 60% voldaan aan de rapportageverplichtingen. Zij hebben uiterlijk 31 maart een geverifieerd emissieverslag bij de NEa ingediend. De totale groep van 378 maatschappijen vertegenwoordigt in totaal meer dan 1.400 schepen, waarvan circa 75% van de maatschappijen is geregistreerd in Nederland en 25% buiten de EU (zie figuur voor uitsplitsing compliancecijfers en nationaliteit scheepvaartmaatschappij). Inmiddels heeft hiernaast 14% van de maatschappijen na de deadline van 31 maart alsnog een emissieverslag ingediend. Daarmee heeft nu in totaal 74% van de maatschappijen aan de rapportageplicht voldaan (peildatum: 17 april). Verder zit een groot deel van de ontbrekende verslagen nog in de pijplijn. Scheepvaartmaatschappijen die nog geen verslag hebben ingediend, zijn al — of worden binnenkort — benaderd door de NEa om dit alsnog te doen.
Beeld: ©NEaCompliance van emissieverslagen van scheepsvaartmaatschappijen per 1 april 2025, over uitstoot van kalenderjaar 2024. De twee soorten compliance (wel of geen emissieverslag ingediend) zijn verder uitgesplitst naar 'Nederlands' of 'buiten de EU'.
De komende maanden zet de NEa in op het zoveel mogelijk verkrijgen van ontbrekende emissieverslagen. Komend najaar (uiterlijk 30 september 2025) moeten de scheepvaartmaatschappijen, ook die nog geen emissieverslag hebben ingediend, voor het eerst hun emissierechten inleveren bij de NEa. Als een maatschappij niet voldoet aan de inleverplicht voor het indienen van emissierechten, legt de NEa een boete op.
De Europese Commissie hanteert een ‘ingroeipad’ voor deze ETS-verplichtingen: voor het jaar 2024 hoeven scheepvaartmaatschappijen maar voor 40% van hun uitgestoten CO2-emissies rechten in te leveren. In 2025 loopt dit percentage op tot 70% en in 2026 moeten deze bedrijven alle CO2-emissies met ingekochte rechten compenseren. Tevens moeten er vanaf 2026 rechten worden ingeleverd voor twee andere broeikasgassen: methaan (CH4) en lachgas (N2O).
Het Europese emissiehandelssysteem (EU-ETS) is een marktinstrument waarmee de Europese Unie de uitstoot van broeikasgassen kosteneffectief wil verminderen, om zo haar klimaatdoelstellingen te realiseren. De handel in emissierechten is de handel in het recht om een bepaalde hoeveelheid broeikasgassen uit te stoten. Doordat vragers en aanbieders handelen in emissierechten, krijgt broeikasgasuitstoot een prijs. Bedrijven moeten elk jaar opnieuw emissierechten inkopen voor hun uitgestoten broeikasgasemissies.
In december 2022 is er een Europees akkoord bereikt over de uitbreiding van het bestaande Europese emissiehandelssysteem (EU-ETS) met de sector zeescheepvaart. Hierdoor vallen grote schepen (meer dan 5.000 brutoton) die een haven aandoen binnen de EU vanaf 1 januari 2024 onder het ETS en moesten zij uiterlijk 31 maart 2025 hun emissierapportages indienen. Het doel van de maatregel is identiek aan die voor andere sectoren; het ETS geeft bedrijven—in dit geval scheepvaartmaatschappijen—een keuze: betalen voor het recht om CO2 uit te stoten of CO2 reduceren door te investeren in schonere scheepvaart.
De scheepvaartsector is een belangrijke sector voor het behalen van de doelen uit het Parijsakkoord, met een grote bijdrage aan de totale uitstoot in Europa: in 2021 was deze sector verantwoordelijk voor de uitstoot van meer dan 124 miljoen ton CO2 (zie de website Europese Commissie), wat neerkomt op tussen 3 en 4% van het Europese totaal.
Bedrijven die al deelnemen aan het ETS—zoals sectoren industrie, energie en luchtvaart—moesten ook uiterlijk 31 maart hun emissieverslagen indienen. Vrijwel alle bedrijven (ongeveer 99%) in deze sectoren slaagden erin om op tijd hun emissieverslagen in te dienen (zie ook: NEa nieuwsbericht — CO2-daling van ETS-bedrijven zet niet door). Hierbij is het belangrijk om te benadrukken dat deze sectoren al langer deze verplichtingen kennen, wat waarschijnlijk verklaart waarom het op tijd indienen van emissieverslagen voor meer bedrijven lukt.