De motie-Veltman over landelijke uitzonderingen bij zero-emissiezones is overbodig en zorgt voor onduidelijkheid en oneerlijke concurrentie. Bovendien ligt de keuze om zo’n zone in te voeren bij gemeenten, niet bij het rijk. We roepen de Kamercommissie IenW daarom op niet in te stemmen met deze motie.
De motie-Veltman roept de regering op heel snel te komen met een landelijk gestandaardiseerde uitzondering van zero-emissiezones voor ondernemers tot 2029. Dit lijkt gericht op uitstel voor alle ondernemers.
Deze motie is echter overbodig. Gemeenten werken sinds 2014 nauw samen met ondernemers aan ZE-zones vanaf 2025. Er zijn afspraken gemaakt over een breed pakket van landelijke overgangsregelingen en ontheffingsmogelijkheden. Op de grond van de overwegingen in de motie kunnen al ontheffingen verleend worden via het ‘Centraal Loket’ van de RDW.
De motie creëert onduidelijkheid en onrust, terwijl minder dan 3 maanden voor invoering van de eerste zones duidelijkheid en goede communicatie nodig is. Veel gemeenten en ondernemers hebben verregaande investeringen gedaan waardoor het onverantwoord en onwenselijk is om nu nog van koers te veranderen.
Doordat veel ondernemers al hebben geïnvesteerd, zorgen onduidelijkheid en mogelijk uitstel voor oneerlijke concurrentie tussen ondernemers. Niets doen wordt beloond, werken aan een gezonde leefomgeving wordt gestraft.
Bovendien heeft het rijk hierin geen bepalende rol. De keuze voor een ZE-zone ligt bij gemeenten en die zijn klaar voor een verantwoorde invoering op 1 januari 2025, blijkt uit onafhankelijk onderzoek. We vragen om gemeenten juist te ondersteunen bij deze keuze. Het gaat om de gezondheid van onze inwoners en de betrouwbaarheid van rijk en gemeenten.
