ien jaar na het Klimaatakkoord van Parijs is duidelijk dat de aarde nog steeds opwarmt. Hittegolven zijn warmer en komen vaker voor, en het aantal warme dagen neemt wereldwijd toe. Mede dankzij het Parijsakkoord gaan we niet langer richting 4 °C opwarming, maar naar 2,6 °C, als we ons houden aan de gemaakte afspraken. Daardoor zullen toekomstige hittegolven niet 3 tot 6 °C warmer worden, maar ‘slechts’ 1,5 tot 3 °C warmer. Toch ligt de wereld nog niet op koers om de opwarming te beperken tot 1,5 °C.
Ruim tien jaar geleden werd World Weather Attribution (WWA) opgericht, onder meer door het KNMI. Samen met Climate Central, ook een internationaal team van klimaatwetenschappers, heeft WWA een rapport uitgebracht hoe het ervoor staat met de hitte in verschillende scenario's uit het verleden en de toekomst. Hiermee laten we zien waarom het doel van het klimaatakkoord van Parijs van 1,5 °C zo belangrijk is. En waarom het van belang is om op nationaal niveau bij te dragen aan de ambities die in november tijdens de klimaattop COP30 in Brazilië worden besproken.
Voor zes recente periodes van extreme hitte wereldwijd (zie afbeelding 1) is bekeken hoe warm deze zouden zijn in vier andere klimaten dan het huidige klimaat in 2025. We focussen ons op deze niveaus van opwarming:
Zonder klimaatverandering (1850-1900)
1 °C - de opwarming van 2015, toen het Parijsakkoord werd ondertekend
1,3 °C – de opwarming die tot nu toe is opgetreden
2,6 °C – de opwarming die eind deze eeuw wordt verwacht als alle afspraken uit het Parijsakkoord volledig worden uitgevoerd
4 °C – de opwarming die werd verwacht voor eind deze eeuw, voordat het Klimaatakkoord van Parijs werd ondertekend
Drie van de zes onderzochte hitteperiodes zouden zonder klimaatverandering bijna onmogelijk zijn geweest. Sinds het Parijsakkoord in 2015 is de kans op ieder van de zes toegenomen, bij twee ervan is de kans in die tien jaar tijd zelfs tien keer zo groot geworden. De hitteperiode in het zuiden van Europa is al 0,6 °C warmer geworden ten opzichte van 2015. In een klimaat met 2,6 °C opwarming zullen hittegolven 1,5 tot 3 °C warmer zijn dan nu (zie afbeelding 1). En als we naar 4 °C opwarming zouden gaan zou dat 3 tot 6 °C warmer zijn.
Afbeelding 1. De toename in intensiteit van zes recente hittegolven. De hoogte van de balken geven de beste schatting weer en de lijnen het 95%-betrouwbaarheidsinterval. De opwarming is steeds ten opzichte van de periode 1850-1900, voordat op grote schaal fossiele brandstoffen werden verbrand. Bron: World Weather Attribution/KNMI.
Afbeelding 2. Toename in het aantal warme dagen per jaar in de 10 jaar na het Parijsakkoord van 2015 vergeleken met de 10 jaar daarvoor. Warme dagen zijn dagen die horen bij de tien procent warmste dagen van 2005-2014. Bron: Climate Central/KNMI.
Ook is onderzocht wat er gebeurt met de 10 procent warmste dagen en hoeveel extra warme dagen erbij komen bij verschillende opwarmingsscenario’s. Tussen 2015 en nu warmde de aarde 0,3 graden op. Daardoor zijn er in elk land gemiddeld elf warme dagen per jaar bijgekomen. De sterkste toename vond plaats in Zuid-Amerika (afbeelding 2). Bij een wereldgemiddelde opwarming van 2,6 °C komen daar nog eens 57 dagen bij, en bij 4 °C zal dat zijn toegenomen tot 114 extra warme dagen.
In de afgelopen tien jaar is er veel meer aandacht gekomen voor extreme hitte, maar het blijft een ramp die nog steeds te weinig wordt erkend. Sinds 2015 zijn er meer en betere waarschuwingssystemen en hitteplannen ontwikkeld, die vooral effectief zijn wanneer ze samen worden ingezet. De ontwikkeling ervan gaat echter langzaam, mede door beperkte financiering, en ze beschermen de meest kwetsbaren nog onvoldoende. Bovendien moeten plannen verder gaan dan kortetermijnmaatregelen en vitale systemen zoals water, energie en gezondheidszorg versterken. De gevolgen van hitte zijn al merkbaar in de gezondheidszorg, op het werk en in de infrastructuur, terwijl in veel delen van de wereld de impact nog onvoldoende bekend is. Hierdoor stijgen de kosten van niets doen tegen extreme hitte sneller dan onze aanpassingen.
Dit onderzoek laat zien dat het klimaatakkoord dat in 2015 in Parijs is gesloten een grote stap de goede richting op is. Maar met elke tiende graad neemt het aantal warme dagen en de hoeveelheid hittegolven toe. Om niet naar een toekomst met 2,6 °C temperatuurstijging te gaan maar de opwarming tot 1,5 °C of ‘ruim onder de 2 °C’ te beperken, moeten we onze ambities om klimaatverandering tegen te gaan hoog blijven houden.