Europa’s geopolitieke afhankelijkheid van aardgas is in de afgelopen weken pijnlijk duidelijk geworden. Energieprijzen stijgen tot recordhoogte, met inflatie tot gevolg. Als Europa onafhankelijk wil blijven moet ze snel op zoek naar nieuwe energiebronnen. Daarnaast hangt Klimaatverandering als een donkere wolk boven beleidsvoering; terug naar Gronings gas is écht de laatste optie. Kortom, de energietransitie moet versnellen. Is er één heilige graal, of moeten we juist op zoek naar lokaal maatwerk? Klimaatweb ging in gesprek met Niels Wage, CEO van Perpetual Next over biokolen en groengas in de transitiemix.
In de serie Transitieversnellers gaat Klimaatweb het gesprek aan over de energieoplossingen van de toekomst. In dit eerste deel gaan we in gesprek met Niels Wage, CEO van Perpetual Next, een Climate Tech bedrijf dat onder andere groen gas produceert en biokoolstof uit niet-fossiele bronnen levert als grondstof voor de chemische en staalindustrie.
De essentie van Perpetual Next is om continue te blijven innoveren als bedrijf en zo steeds efficiënter bij te dragen aan de circulaire economie. Perpetual Next produceert vervangers voor fossiele grondstoffen uit laagwaardige organische reststromen zoals tuinafval, over datum voedsel vanuit de supermarkt en zelfs dode dieren. Door middel van torrefactie worden deze reststromen opgewaardeerd naar onder andere biochar met toepassingen in de agrarische sector voor bodemverrijking en biokool als grondstof voor de staal-, chemie- en cementindustrie. ’Het torrefactie proces kan je vergelijken met het roosteren van koffiebonen: op hoge temperatuur en zonder zuurstof wordt massa en energie geconcentreerd. Daaruit ontstaat een homogeen product dat in poedervorm of in een pellet in bijvoorbeeld de staalindustrie gebruikt kan worden. In de staalindustrie zijn koolstofverbindingen nodig om staal te maken, een gedeelte van onze biokolen wordt gebruikt voor verwarming, maar ook een groot deel van de koolstof wordt opgeslagen in het eindproduct. Het voordeel daarvan is dat we CO2 uit de atmosfeer houden.’ ’De levensduur van het koolstofatoom in vaste vorm, dat normaal als CO2 vrijkomt tijdens verbranding (en bijdraagt aan klimaatverandering), wordt zo in dit proces verlengd en hoogwaardig gebruikt zodat het niet in de atmosfeer terecht komt.
Met de klimaatdoelstellingen in zicht worden reststromen als grondstof steeds schaarser. Over bronnen voor biogas bestaat veel discussie, hoe zorgt Perpetual Next ervoor dat zo laagwaardig mogelijke grondstoffen hergebruikt worden?
‘’Voor houtige reststromen zijn er certificeringen zoals FSC. Daarnaast kijken we ook naar andere feedstocks (grondstoffen uit reststromen) zoals reststromen uit de agrarische sector. We hebben research en development centers in Groot-Brittannië en België waar we een grote variatie aan feedstocks testen. Daarnaast besteden we veel aandacht aan het vastleggen van gecertificeerde reststromen, we proberen reststromen te gebruiken die nu écht als afval worden gezien. Zo kijken we naar oude kleren, kernen van maiskolven, resten van bosonderhoud of meubelproductie en zelfs overleden dieren om groen gas van te maken.’’
Volgens Wage is de carbon footprint in de hele keten belangrijk, ‘’we kijken naar waar we onze lokale feedstock sourcen, altijd tussen de 100 en 150 km van waar onze faciliteiten staan.’’
En zit er dan geen plafond aan de beschikbaarheid van reststromen?
‘’Feedstock zal heel belangrijk zijn, de grootste slag is te slaan in agrarische stromen, er zijn gigantisch veel verschillende soorten agrarische stromen in de wereld die mogelijk te gebruiken zijn. Wat we zien is dat, zelfs als we volledig op bijvoorbeeld B-hout (bewerkt afvalhout) zouden inzetten , we alsnog maar 1 á 2 procent van de totale feedstock nodig hebben. Er is erg veel en het is belangrijk dat je continue de technologie aanpast. Daarom werken we nauw samen met verschillende universiteiten die vooruitstrevend zijn met hun onderzoeken en halen we daar naast techniek ook talent vandaan.’’
Als bedrijf met winstoogmerk zijn inkomsten altijd een van de belangrijkste afwegingen, maar Perpetual Next verkoopt ondanks het rendement hun biochar niet aan kolencentrales voor verbranding. “Ons product moet zo hoogwaardig mogelijk worden ingezet, er zijn veel betere alternatieven voor elektriciteitsopwekking zoals zon en wind. Wij kijken naar waar we het meeste effect kunnen behalen, dat is bij de grootste vervuilers. Zo hebben we in het verleden letterlijk nee gezegd tegen een verkoop met als bestemming elektriciteitsproductie. We richten ons op bepaalde industrieën waarvan we weten dat de cycli van het koolstofatoom in vaste vorm wordt verlengd, zoals bij de productie van staal en in de chemische industrie.’’
De industrie is aan het vergroenen en er is veel vraag naar de producten van Perpetual Next. Het biogas dat ze produceren, is volgens Wage concurrerend. ‘’Wij denken dat er wel wat subsidie nodig is, maar dat zal moeten blijken. We werken nu met Gasunie in Delfzijl aan een groengas fabriek, ik denk dat biogas door de stijgende gasprijzen de wind mee heeft en dat de urgentie er is, de energietransitie is nu. Daarvoor zal ook betaald gaan worden.’’ Daarnaast is groene grondstof een premium product aan het worden. Zo is er bij Perpetual Next een biokool afnemer voor staal die alleen maar groen staal wil produceren, want grijs staal is steeds moeilijker te verkopen. Ook in deze industrieën realiseren ze zich dat ze verduurzaming moeten gaan nastreven.
Heeft Perpetual Next het goud van de circulaire economie in handen of zijn er ook in dit bedrijf nog stappen te maken? Wage: ‘’Ik hoop dat dit niet het eindstation is, onze naam is perpetual, wij zijn continue onszelf en onze technologie aan het verbeteren. We zien ook mogelijkheden in groene waterstof, het moet allemaal efficiënter worden. We hebben nu te weinig capaciteit om aan alle vraag te voldoen die er is, daarom kijken we naar joint venture partners als Gasunie om de capaciteit op te schalen. Het is geen one-trick-pony en ik hoop over 10 jaar veel efficiënter te zijn, daarom is onze organisatie ook ingericht op zowel het verbeteren van efficiëntie als nieuwe technologieën opschalen.’’
De vraag is hoelang torrefactie een onderdeel blijft uitmaken van de transitiemix. Er is een elektriciteitsvraagstuk dat met duurzame (wind, zon, water) stroom op te lossen is in plaats van met biogas. Voor productieprocessen waar fossiele grondstoffen nodig zijn, kan torrefactie wel de vraag naar duurzame koolstofatomen opvullen. ‘’Ik denk dat we met onze biokolen vooral nu een commodity op de markt kunnen zetten van ‘bovengrondse koolstoffen’ zonder de fossiele koolstoffen aan te spreken. Omdat het een gestandaardiseerd product is, kunnen we het aan bedrijven aanbieden zonder dat hun infrastructuur drastisch aangepast hoeft te worden. Is dit dan de zaligmakende totaaloplossing? Ik denk het niet, maar het levert zeker voor nu en de komende jaren een goede bijdrage in de mix van oplossingen die nodig zijn.’’