De provincie Zuid-Holland heeft in een omgevingseffectrapportage (OER) onderzocht welke ruimte er is voor windenergie in de regio’s Holland-Rijnland en Midden-Holland. De concept uitkomsten laten zien dat er nog geschikte plekken zijn om windenergie te realiseren. De provincie wil de gemeenten hiermee een handreiking doen om windenergie op hun grondgebied mogelijk te maken zodat zij hun doelstellingen kunnen behalen voor het opwekken van duurzame energie. En daarmee dreigende stroomtekorten op te lossen met energie uit eigen buurt. De provincie gaat met de regio’s en de omgeving in gesprek over deze eerste resultaten.
De provincie Zuid-Holland heeft met het Rijk, waterschappen en gemeenten afspraken gemaakt voor lokale energieopwek. De gemeenteraden, waterschappen en Provinciale Staten hebben besloten om in 2030 6,3 tot 6,8 TWhr duurzame energie op te wekken in Zuid-Holland. In de RES-regio's Midden-Holland en Holland-Rijnland zijn de doelen nog niet gehaald. Dit komt mede doordat het provinciale beleid te weinig ruimte biedt.
De provincie heeft voor deze RES-regio's daarom onderzocht hoe zij in het provinciaal beleid ruimte kan bieden voor de realisatie van windmolens, zodat de gemaakte RES afspraken gehaald kunnen worden. Met een Omgevingseffectrapportage (OER) heeft de provincie onderzoek gedaan naar ruimte voor windenergie. In een OER wordt onderzocht wat de mogelijke effecten van windmolens in een bepaald gebied zijn.
In de Omgevingseffectrapportage (OER) zijn locaties onderzocht vanuit de volgende scenario's:
Door partners aangeleverde locaties: houdt maximaal rekening met de door de RES-partners aangeleverde locaties (aangeleverd november 2024).
Landschap: houdt maximaal rekening met de invloed op landschap (bijvoorbeeld niet in kleine plukjes versnipperd door het landschap)
Natuur: houdt maximaal rekening met de effecten op ecologie (bijvoorbeeld niet in ganzenrustgebieden)
Leefomgeving: houdt maximaal rekening met de leefomgeving (bijvoorbeeld zover mogelijk van woonkernen).
De uitkomsten van het onderzoek zijn weergegeven in een kaart. De provincie heeft de Technisch best beoordeelde locatie gebundeld in een kaart. De plekken op de kaarten zijn de eerste uitkomsten van het onderzoek. Er kunnen nog locaties afvallen. Er staat dus nog niks vast. De komende maanden zijn de kaarten input voor gesprekken binnen de provincie, binnen en met gemeenten en met bewoners.
De provincie heeft ook een kaart opgesteld met de locaties die in het OER technisch het best beoordeeld zijn. Met deze locaties worden grote woonkernen zoveel mogelijk ontzien door clustering, wordt aangesloten bij meerdere landschappelijke structuren en blijft er voldoende ruimte voor biodiversiteit en weidevogels. De kaart met de technisch best beoordeelde locaties is geen voorschrift waar windenergie moet, maar een handreiking aan de gemeenten om zelf hun voorkeur verder mee uit te werken. De selectie van locaties op de kaart Technisch Best Beoordeelde Locaties is enkel op basis van de concept beoordelingen in het OER gemaakt. Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten zullen bij de besluitvorming ook de inbreng van RES-partners en de opbrengsten vanuit participatie betrekken.
De provincie wil de RES-regio's faciliteren door deze locaties met bijpassend provinciaal instrument in het Omgevingsbeleid op te nemen. Graag gaan wij met de regio's in gesprek hoe we verschillen in snelheid en bestuurlijk mandaat tussen gemeenten en provincie kunnen opvangen, en binnen het proces extra tijd en ruimte kunnen bieden. Het uitgangspunt blijft dat gemeenten de vergunningverlening voor realisatie voor windprojecten zelf doen.
In de periode vanaf nu tot en met september hebben gemeenten de tijd om input te leveren en desgewenst hun raden te informeren en te consulteren en met een reactie en voorstellen te komen. GS neemt deze input mee bij het maken van de Ontwerpherziening.
Na het zomerreces start de provincie, in afstemming met de RES-partners, een participatietraject voor bewoners op. Dit participatietraject zal parallel lopen aan de herziening van het Omgevingsbeleid en loopt daarmee ook na medio september 2025 door. Gemeenten hebben zelf ook ruimte om participatie op te pakken.
Windenergie is schoon én nodig om te zorgen dat er voldoende stroom is om nieuwe wijken, bedrijven en scholen aan te sluiten. Ook worden we hiermee minder afhankelijk van buitenlandse energieleveranciers. In combinatie met zonne-energie (en energieopslag) lost het problemen op bij vraagcongestie (stroomtekorten). Een tekort aan elektriciteit belemmert de economische en maatschappelijke ontwikkeling van Zuid-Holland. Daarom is opwek van elektriciteit in eigen buurt van groot belang.
Een Omgevingseffectrapportage is een verbrede milieueffectrapportage (MER). Het is een onderzoek naar de gevolgen van een plan of project voor de omgeving. Het levert informatie op die gebruikt kan worden bij besluitvorming door overheden bij ruimtelijk impactvolle besluiten. Deze OER is een onderzoek naar de mogelijkheden voor windenergie in de regio’s Midden-Holland en Holland Rijnland. In het bijzonder is hierbij gekeken naar effecten op het landschap, naar de gevolgen voor de natuur en naar de leefomgeving van bewoners.