Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Warmtenetten: waar lukt het wel en waarom?

Terwijl bij de opwek van schone elektriciteit het ene record na het andere sneuvelt en inmiddels de helft duurzaam is, verloopt de omslag naar duurzame warmte stukken grilliger. Zeker, het gebruik van aardgas is de afgelopen jaren flink gedaald. Getriggerd door de torenhoge gasprijzen als gevolg van de Oekraïnecrisis verstoken we miljarden kuubs minder. Aanvankelijk kreeg ook de verkoop van warmtepompen een geweldige impuls. De verkoop steeg in 2023 tot 150.000 stuks, maar is inmiddels lelijk ingezakt. Veel ernstiger is de situatie bij de aanleg van warmtenetten: met jaarlijks een schrale 15.000 nieuwe aansluitingen (op grote netten) raakt de ambitie van 500.000 nieuwe aansluiting in 2030 ver buiten bereik. Krakend en piepend komen projecten in grote steden als Amsterdam, Den Haag en Utrecht tot stilstand. Er is reden te over om te somberen over aanhoudende onduidelijkheid rond de marktordening, stijgende (bouw)kosten, niet rond te breien businesscases, onkundige gemeenten en sceptische klanten. Toch lukt het links en rechts wel om projecten uitgevoerd te krijgen. Waar zit hem dat in?

4 september 2024

Artikelen

Artikelen

Sleutelfiguren

In een podcast van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE) vertellen drie aanstekelijk enthousiaste sleutelfiguren rond het geslaagde warmtenet in de Rotterdamse wijk Bospolder/Tussendijken wat bij hen het geheim van de smid was. Als een paal boven water staat dat een project alleen kans van slagen heeft als de neuzen van alle betrokken stakeholders consequent dezelfde kant op staan. Pas als bewoners merken dat gemeente, woningbouwcorporatie en warmtebedrijf (in Rotterdam het private Eneco) dezelfde taal spreken, kan er vertrouwen ontstaan dat men met een warmtenet beter af is. Via portiekgesprekken moet voordeur voor voordeur veroverd worden om de bij huurwoningen benodigde 70% instemming van bewoners te bereiken. Houria Tourich, als milieucoach een onmisbare schakel tussen bewoners en initiatiefnemers, zegt het treffend: “Het is echt een kwestie van luisteren en nog eens luisteren, een proces van veel geduld en lange adem. Telkens weer dezelfde twijfels proberen weg te nemen.” Dat de aanleg van een warmtenet behalve een technische toch vooral een sociale klus is, wordt overduidelijk. Zonder steun van vertrouwenwekkende sleutelfiguren in een wijk lukt dat niet.

Niet meer dan anders

Wat met name de laatste maanden een desastreus effect heeft gehad, zijn negatieve verhalen in de media waarin warmteklanten vertellen over hogere kosten dan ze van tevoren was voorgespiegeld. Twee of drie van die breed uitgemeten verhalen hebben meer invloed dan duizenden tevreden klanten die juist flink goedkoper uit zijn dan met een gasaansluiting. In Rotterdam realiseert men zich dat maar al te goed. Huurders en kopers in Bospolder/Tussendijken kregen een offer they couldn’t refuse.

Bij de huurders nam woningbouwcorporatie Havensteder de volledige kosten voor de aanpassing van de woning voor haar rekening. De bewoners kregen bovendien een gratis inductieplaat plus een pannenset cadeau. Mensen met een koophuis konden zich laten aansluiten voor 1.500 euro, ongeveer de kosten van een cv-ketel.

Minstens zo belangrijk als de eenmalige kosten is dat burgers het vertrouwen krijgen dat hun variabele lasten gunstig afsteken tegen de gasprijs. Dat zogenaamde niet-meer-dan-andersprincipe is in de Wet collectieve warmte weliswaar afgeschreven, maar in politiek Den Haag is het besef ingedaald dat het ‘verkopen’ van warmtenetten aan burgers zonder dit perspectief een onhaalbare kaart is.

Merel Vogelaar van Eneco vertelt: “Ik moet mensen echt kunnen garanderen dat ze met een warmtenet niet duurder uit zijn dan wanneer ze gas houden. Anders kan ik daar met goed fatsoen niet staan.” Met name het wekken van het vertrouwen dat een warmtenet echt financieel aantrekkelijk is kost veel gesprekken. In Rotterdam boden de gelden uit het Programma Aardgasvrije Wijken hiervoor soelaas, voor nieuwe projecten zullen nieuwe potjes aangeboord moeten worden. Met het ‘wegsubsidiëren’ van de aansluitkosten van zo’n 10.000 euro per woning is bij de huidige ambitie bovendien al snel 5 miljard euro gemoeid.

Foto: Merel Vogelaar

Mix van duurzame bronnen

Ten zuiden van Rotterdam timmert HVC (een publiek warmtebedrijf in bezit van zestig decentrale overheden) succesvol aan de weg in de zeven gemeenten (waaronder Dordrecht, Sliedrecht en Papendrecht) die samen de regio Drechtsteden vormen. Hier zijn sinds 2011 al 12.500 woningequivalenten aangesloten op het warmtenet, dat draait op (rest)warmte van een afvalcentrale, een slibdroger en een e-boiler. Verder wordt er gewerkt aan nieuwe duurzame bronnen als geothermie, restwarmte en mogelijk aquathermie. Die mix van duurzame bronnen is een belangrijke troefkaart voor de toekomst, legt HVC-businessmanager Willy Heussen uit: “Als we de verschillende netten in de Drechtsteden aan elkaar kunnen knopen, kunnen we bij het leveren van warmte spelen met de inzet van de bronnen op verschillende momenten. Dat is belangrijk om het betaalbaar te houden”. Daarvoor is ook nodig dat het Rijk investeert in de zogenaamde systeemleidingen, die de warmte van de bronnen naar het afzetgebied brengen. Anders wordt de businesscase wankel. “We hebben politici nodig die durven vertellen dat een nieuw vervangend systeem voor aardgas gewoon geld kost. Dat dat niet kan met gesloten beurzen, er zal echt geld bij moeten,” zegt Heussen.

Betaalbaarheid

Met die politieke rugdekking zit het ook in Deventer wel goed. Daar stemde de raad unaniem in met de oprichting van een gemeentelijk warmtebedrijf, dat om te beginnen in de naoorlogse wijk Zandweerd warmte gaat leveren uit een nabijgelegen waterzuiveringsinstallatie. Deze keus voor een publiek bedrijf werd pas gemaakt nadat een uitvraag bij de markt op niets was uitgelopen. Energiebedrijf En natuurlijk was aanvankelijk geïnteresseerd, maar haakte af na de Tweede Kamerbrief van 2022 waarin de contouren van de Wcw werden beschreven: onder meer vanwege het vooruitzicht geen eigenaar te mogen blijven van de warmtepijpen.

Ron Sint Nicolaas van de gemeente Deventer noemt de discussie over eigendom “de dood in de pot”. “Levering van warmte is toch veel belangrijker dan eigendom van de pijpen? In bestaande, vaak oudere woonwijken gaat het vooral om de juiste rolverdeling, regie en samenloop met zaken als woningrenovatie, verbetering leefomgeving, sociale vraagstukken en veiligheid. De gemeente is hierin de centrale partij. Betaalbare woonlasten zijn steeds het doel.” Betaalbaarheid staat centraal in de filosofie van de gemeente. “Wij willen niet uitgaan van de kosten, maar beginnen bij de financiële mogelijkheden van de eindverbruiker. We garanderen de bewoners van Zandweerd dat ze lagere maandlasten hebben dan in een situatie met gas. Hun warmteprijs wordt 15 procent lager dan gebruikelijk. Dat maakt dat wij huurders meekrijgen, maar ook eigenaren, omdat full electric altijd duurder is. En het kan uit door eindeloos te duwen op uitvoeringskosten. En dat zonder gemeentelijke bijdrage,” vertelt Sint Nicolaas trots. “Inpandige kosten bijvoorbeeld liggen bij ons stukken lager dan de normbedragen die een bureau als Berenschot gebruikt. Gewoon omdat corporaties veel zelf doen.”

Foto: Merel Vogelaar

Vertrouwen

Het net in Deventer is gebaseerd op vertrouwen tussen de woningbouwcorporaties en de gemeente, wat cruciaal is om bewoners mee te krijgen. “Ik baalde toen we vijf maanden vertraging opliepen omdat één corporatie de rekensommen wilde overdoen. Maar achteraf ben ik blij. Wij hebben nu samen geconcludeerd dat we écht voor de meest betaalbare optie gaan,” aldus Sint Nicolaas. Deventer schaalt langzaam op. De eerste 400 woningen zijn al aangesloten en er is potentieel voor nog eens 2200 aansluitingen. Daarna ziet de stad wel 14.000 woningen op warmtenetten aangesloten worden. Omdat Deventer geen grote restwarmtebronnen heeft, zullen dat grotendeels collectieve full electric netten worden. Hierdoor krijgt de stad te maken met netcongestie en allerlei vraagstukken rond opwek van duurzame stroom. Daarom gaat Deventer kijken naar seizoensopslag van warmte en slimme oplossingen in het elektriciteitsnet. Sint Nicolaas: “Behalve een sterke focus op betaalbaarheid en de overtuiging dat het leggen van pijpen maar een van de vele uitdagingen is, tekent ons ook: geen eindeloze studies en discussies, maar op basis van vertrouwen aan het werk.”

Publiek bedrijf

Het publieke karakter van HVC is een belangrijke factor in het succes van de Drechtsteden. “Als wij bij een gemeenten komen, leggen we de boeken open op tafel. We zijn supertransparant, hebben geen winstoogmerk. We spreken dezelfde taal als de woningbouwcorporaties en hebben het geluk dat ze er hier ook echt geloven in warmtenetten, dat helpt enorm. Overal warmtepompen gaat hem echt niet worden en wij kunnen laten zien dat dat bovendien duurder is voor de samenleving. We hebben allemaal hetzelfde voor ogen en hebben begrip voor elkaars posities, ook als er problemen zijn. Dan zitten we niet meteen op de kast, maar helpen elkaar,” aldus Heussen. Daarnaast zijn steun en inzet van de gemeenten en netbeheerder Stedin een belangrijke succesfactor. Zonder goede samenwerking lukt het niet om de ambitie van ten minste 60.000 aansluitingen in 2050 te gaan realiseren. In Amsterdam ging het mis. Daar trok Vattenfall op aanwijzen van de bazen in Stockholm de stekker uit vrijwel alle lopende projecten in bestaande bouw, vanwege de hoge kosten en de onzekerheid rond de marktordening. “Ik denk dat ons dat als publiek bedrijf minder snel zou overkomen,” stelt Heussen. “Als het moeilijk wordt, houden we als publieke partijen toch makkelijker elkaars hand vast, blijven we voor elkaar staan. Natuurlijk krijgen de woningcorporaties waarmee wij werken vragen van hun raad van commissarissen’s: kunnen die projecten misgaan? Maar we staan voor elkaar. Ook omdat we goede politieke rugdekking hebben van wethouders.”

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter