Het PBL heeft een eerste kwalitatieve analyse uitgevoerd van alle concept RES’sen. Opvallend is de hoge ambitie op het gebied van zon op dak en zon op land. Naast zorgen over de technische haalbaarheid van deze ambitie, merken wij vanuit Over Morgen dat er ook op organisatorisch vlak nog veel winst te behalen is. Hoe verzilveren regio’s zon in de RES?

De meeste concept-RES’en zijn inmiddels gepubliceerd en vastgesteld. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) verricht de komende maanden een integrale analyse van de RES’en maar heeft nu alvast een eerste kwalitatieve analyse uitgevoerd.


Het eerste wat opvalt is het enorm hoge bod van ongeveer 50 TWh hernieuwbare elektriciteit (van de benodigde 35TWh). Daarvan is 10 TWh al gerealiseerd en bevat de pijplijn met projecten die al een SDE+ beschikking hebben naar schatting ongeveer 17 TWh. Wat overblijft, is een ambitie van nog nieuw te definiëren projecten die zo groot is als de huidige opwek plus alle projecten die al in de pijplijn zitten samen, namelijk zo’n 23 TWh.

Vraagtekens bij ‘no brainer’ zon

Binnen deze ambitie van 23 TWh is zon het populairst. Het aandeel ‘zon op land’ en ‘zon op dak’ is veruit het grootst. ‘Zon op dak’ is hierbij de grote no-brainer voor alle betrokken partijen. Het PBL geeft echter aan dat regio’s onderzoek moeten doen naar het reële potentieel van grootschalige ‘zon op dak’. Veel regio’s verwachten hier veel van, maar netbeheerders en marktpartijen zetten hier vraagtekens bij, onder andere bij de hoge inschatting van de benuttingsgraad (30-40 procent) van grote dakoppervlakken.

Organisatorisch nog veel winst te behalen

Naast zorgen over de technische haalbaarheid van deze ambitie, merken wij vanuit Over Morgen dat er ook op organisatorisch vlak nog veel winst is te behalen. Verschillende ‘zon op dak’-trajecten van provincies en gemeenten leiden namelijk nog niet overal tot de gewenste resultaten, laat staan op plekken waar nog geen trajecten lopen.

Ondanks subsidie- en stimuleringsregelingen van de overheid staan dakeigenaren om verschillende redenen lang niet altijd positief tegenover ‘zon op dak’. Om de ambities uit de concept-RES’en waar te maken zullen gemeenten, provincies en het rijk veel meer moeten doen om dakeigenaren te stimuleren en eventueel te ontzorgen.


Er komen bij ons veel vragen binnen over onder andere de financiering, verzekeringen en de netcapaciteit. Het vergt vaak maatwerk per eigenaar. Wij zien dat de resultaten het grootst zijn op plekken waar gemeenten of andere lokale ambassadeurs actief en intensief aan de slag gaan om ‘zon op dak’ aan te jagen en dakeigenaars te enthousiasmeren.

Het gaat niet vanzelf

‘Zon op dak’ heeft een enorm potentieel, maar de ontwikkeling gaat echt niet vanzelf. Waar grote ‘zon op land’ en ‘wind op land’ projecten in een keer een grote opbrengst opleveren is voor ‘zon op dak’ veel maatwerk nodig en zijn we afhankelijk van de eigenaren van de (grote) daken. Samen moeten veel van deze kleine resultaten leiden tot een groot geheel. Werk aan de winkel dus. Wij helpen daar graag bij.