Het is verboden dieren of eieren van dieren uit te zetten.
Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor het uitzetten van dieren van soorten die op grond van artikel 1, tweede lid, van de Visserijwet 1963 zijn aangewezen als «vis», of voor het uitzetten van hun eieren.
Gedeputeerde staten kunnen ontheffing en provinciale staten kunnen vrijstelling verlenen van het verbod, bedoeld in het eerste lid.
Het is verboden exoten behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen plantensoorten te planten of te zaaien.
Onze Minister kan, in zoverre in afwijking van het derde lid, ontheffing of vrijstelling verlenen van de verboden, bedoeld in het eerste en vierde lid, ten behoeve van de herintroductie van soorten, of voor het uitzetten, planten of zaaien van exoten. Onze Minister verleent een ontheffing of vrijstelling als bedoeld in de vorige volzin in overeenstemming met gedeputeerde staten van de provincie waar de herintroductie of uitzetting plaatsvindt.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Besluit natuurbescherming
artikel: 1.3, 1.8
Besluit OM-afdoening
bijlage: II
Regeling natuurbescherming
artikel: 3.28, 5.1
Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten (art. 257ba, tweede lid, Sv)
bijlage: bij Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten (art. 257ba Sv)
Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen
bijlage: Specialistische milieufeiten politie
Wet natuurbescherming
artikel: 1.3, 5.4, 7.2, 7.8
(11-02-2020)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuwe-regeling |
16-12-2015 |
11-10-2016 |