De circulaire economie geniet groeiende belangstelling van burgers, bedrijven en overheden. Afval en verspilling worden steeds meer taboe. Als antwoord knopen groene ondernemers het uiteinde van de ene keten aan het begin van een andere, en ontwikkelen en passant nieuwe verdienmodellen. Ook bestaande bedrijven haken enthousiast aan. Eindelijk lijkt er een manier gevonden waarop de economie kan blijven groeien en toch duurzaam wordt.
De belofte wordt echter niet zomaar ingelost. De meeste aandacht gaat uit naar de economische schaarste van grondstoffen. Dat fenomeen is van een veel lichtere orde dan het werkelijke probleem: de eindige capaciteit van de natuurlijke ecosystemen. Die capaciteit is door de groeidwang van de economie sterk onder druk komen te staan.
Als we een gezonde, houdbare economie willen die de eigen voedingsbodem intact laat, dan moet het economisch systeem flink op de schop. Vooral de kloof tussen producent en consument, die na anderhalve eeuw oliegedreven globalisering flink is gegroeid, zal de komende decennia kleiner moeten.
Socrates Schouten (1985) onderzoekt de kansen en kwaliteiten van de verschillende ideeën voor een nieuwe, groene economie. Hij studeerde milieuwetenschappen aan de Technische Universiteit Delft en de Universiteit Leiden. Sindsdien werkt hij voor of met diverse maatschappelijke organisaties op het gebied van duurzaamheid, recycling, groene politiek en de vernieuwing van het economisch denken.
De circulaire economie kan daarbij een uitstekend model zijn. Daarbij is uitdrukkelijk inspiratie nodig uit alle hoeken van de samenleving. Schouten analyseert in dit boek de verschillende aspecten en mogelijkheden van de circulaire economie. Hij bepleit een fundamentele vergroening van de economie met nieuwe rollen voor de overheid, bedrijven en individuen.
Eindelijk een boek over de circulaire economie dat niet in zijn eigen kringen ronddraait. Op basis van een grondige en zeer informatieve analyse relativeert Socrates Schouten het al decennia veelbelovende concept dat onze grote duurzaamheidsproblemen zou gaan oplossen. Zo roept de wens – van bezit naar gebruik – het probleem op van de bezitloze en daarmee al gauw rechteloze burger. En aan het recirculeren van grondstoffen hangt een niet mis te verstaan prijskaartje wat betreft het daarmee gepaard gaande energiegebruik. Een echte circulaire economie, zo concludeert Schouten, vereist een wezenlijk andere economie, waarin de eindigheid van het mondiale systeem en de grenzen aan de groei alsnog worden erkend.
prof. Klaas van Egmond (SER/UU)
In een tijd waarin iedereen over de circulaire economie praat, stelt Schouten de echte lastige vragen over de potentie van een nieuwe economie en scheidt hij de kretologie van de echte vernieuwing in ons economisch stelsel. Daarmee maakt Schouten de discussie niet makkelijker en gaat hij de rol van spelbreker niet uit de weg. Maar voor wie het huidige duurzaamheidsdebat goed wil begrijpen, is ‘De circulaire economie’ een must-read.
Bas Eickhout