Ruim dertig jaar praat de politiek al over de klimaatcrisis, met beperkt resultaat. De tegenstellingen tussen de industrielanden en de ontwikkelingslanden zijn groot. Economische groei en eigenbelang staan tegenover een effectieve klimaatpolitiek.
Een analyse van het klimaatdebat maakt duidelijk dat vooral rechtvaardigheidsproblemen voor veel onenigheid hebben gezorgd tussen de rijke en de ontwikkelingslanden. Deze zijn nog steeds niet naar behoren opgelost.
Een belangrijke vraag is echter of – naast de overheid – ieder van ons ook persoonlijk een verantwoordelijkheid draagt om toekomstige klimaatellende te verminderen. Belangrijke morele argumenten worden hiervoor aangedragen. De idee dat onze eigen individuele bijdrage te klein is om effect te hebben, wordt daarbij nader onderzocht en verworpen.
Een eigen klimaatbijdrage leveren betekent niet dat we onze huidige wijze van leven helemaal moeten opgeven. We hebben immers naast morele verplichtingen jegens toekomstige generaties ook morele plichten naar onze eigen generatie en netwerken. Het is echter een blijvende uitdaging om te zoeken naar een evenwicht dat meer kansen biedt voor alle volgende generaties.