De Raad en het Europees Parlement hebben drie verordeningen en twee richtlijnen aangenomen om de uitstoot van broeikasgassen in de belangrijkste economische sectoren van de EU terug te dringen en de meest kwetsbare burgers, micro-ondernemingen en koolstoflekkagegevoelige sectoren doeltreffend te ondersteunen bij de klimaattransitie.
Op 14 juli 2021 heeft de Europese Commissie, in het kader van de Europese Green Deal, het Fit for 55-pakket gepresenteerd (zie het ECER-bericht over dat pakket). Met het Fit for 55-pakket kan de EU haar netto-uitstoot van broeikasgassen in 2030 met ten minste 55 procent hebben verminderd ten opzichte van het niveau van 1990, en in 2050 klimaatneutraal zijn.
Vijf voorstellen die deel uitmaken van het Fit for 55-pakket zijn door de Raad en het Europees Parlement aangenomen en op 16 mei 2023 in het EU-Publicatieblad verschenen. Het gaat om de volgende maatregelen:
De herziening van de ETS-richtlijn
De wijziging van de verordening inzake monitoring, rapportage en verificatie van schepen (EU-MRV-verordening)
De herziening van de ETS-richtlijn voor de luchtvaart
De verordening tot oprichting van een sociaal klimaatfonds
De verordening tot vaststelling van een mechanisme voor koolstofgrenscorrectie
Op deze maatregelen wordt hieronder afzonderlijk ingegaan.
Dankzij het EU-emissiehandelssysteem (EU-ETS) voor de koolstofmarkt kunnen energie-intensieve sectoren, de elektriciteitsproductiesector en de luchtvaartsector onderling uitstootrechten verhandelen. Hierbij geldt wel een absoluut emissieplafond. Met de nieuwe regels wordt tussen nu en 2030 voor de sectoren die onder het EU-ETS vallen een hogere emissiereductie van 62 procent geambieerd ten opzichte van 2005.
Gebouwen, wegvervoer en andere sectoren
Er is een nieuw, afzonderlijk emissiehandelssysteem opgezet voor de sector gebouwen, de sector wegvervoer en nog andere sectoren (hoofdzakelijk kleine industrie). Doel is de emissies in deze moeilijk koolstofvrij te maken sectoren kostenefficiënt terug te dringen. Dat nieuwe systeem geldt vanaf 2027 voor distributeurs van brandstoffen voor al deze sectoren. Er is een vrijwaringsmaatregel getroffen om het nieuwe systeem, bij uitzonderlijk hoge olie- en gasprijzen in de aanloop naar de start ervan, pas in 2028 in gebruik te nemen.
Maritiem vervoer
Voor het eerst zal de uitstoot door de zeevaart onder het toepassingsgebied van het ETS vallen. Rederijen zullen geleidelijk emissierechten moeten inleveren: 40 procent voor geverifieerde emissies in 2014, 70 procent in 2025 en 100 procent in 2026.
De meeste grote vaartuigen zullen vanaf het begin onder het toepassingsgebied van het EU-ETS vallen. Op grote zeevaartuigen is aanvankelijk de (gewijzigde) MRV-verordening van toepassing, en pas later het EU-ETS van toepassing.
Niet-CO2-emissies (methaan en N2O) vallen vanaf 2024 onder de MRV-verordening en vanaf 2026 onder het EU-ETS.
De gratis emissierechten voor de luchtvaartsector zullen geleidelijk verdwijnen en vanaf 2026 geldt volledige veiling. Tot 31 december 2030 worden 20 miljoen emissierechten gereserveerd om luchtvaartexploitanten te helpen afstappen van fossiele brandstoffen.
Het EU-ETS zal gelden voor vluchten binnen Europa (ook naar het VK en Zwitserland). Daarnaast wordt de Regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) van toepassing op vluchten buiten Europa van en naar derde landen die deelnemen aan Corsia ("clean cut") in de periode 2022-2027.
Ook komt er meer transparantie rond de emissies en compensatie van luchtvaartexploitanten, en wordt er een toezicht-, rapportage- en verificatiekader voor de niet-CO2-effecten van de luchtvaart opgezet. Uiterlijk op 1 januari 2028 stelt de Commissie op basis van de resultaten van dat kader waar nodig mitigatiemaatregelen voor niet-CO2-effecten van de luchtvaart voor.
Het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (EN: Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM)) betreft de invoer van producten in koolstofintensieve sectoren. Het mechanisme moet, geheel volgens de internationale handelsafspraken, voorkomen dat de inspanningen van de EU om haar broeikasgasemissies te verminderen, worden tenietgedaan doordat de productie zich verplaatst naar niet-EU-landen (met een minder ambitieus klimaatbeleid) of doordat er meer koolstofintensieve producten worden ingevoerd, waardoor de uitstoot van broeikasgassen buiten de EU toeneemt.
Tot eind 2025 geldt het CBAM alleen als rapportageverplichting. Het zal geleidelijk worden ingevoerd terwijl de gratis emissierechten voor de betrokken sectoren worden afgeschaft. Die afschaffing maakt deel uit van het herziene EU-ETS. Voor de sectoren die onder het CBAM vallen (cement, aluminium, meststoffen, productie van elektrische energie, waterstof, ijzer en staal, bepaalde precursoren en een beperkt aantal downstreamproducten), komt er tussen 2026 en 2034 een einde aan de gratis emissierechten.
Om maatregelen en investeringen ter ondersteuning van kwetsbare gezinnen, micro-ondernemingen en vervoersgebruikers te financieren en hen te helpen omgaan met de prijseffecten van een emissiehandelssysteem voor de sector gebouwen, de sector wegvervoer en nog andere sectoren, kunnen de lidstaten gebruikmaken van het Sociaal Klimaatfonds.
Het fonds zal voornamelijk worden gefinancierd met inkomsten uit het nieuwe emissiehandelssysteem, aangevuld met nationale bijdragen, tot een maximumbedrag van 65 miljard euro. Het wordt tijdelijk ingesteld voor de periode 2026-2032.