Gegevens over het klimaat verzamelen. Dat moet voor statistische instituten wereldwijd net zo gebruikelijk worden als dat ze data vergaren over de bevolking en economie. Aldus senior statistisch onderzoeker Arthur Denneman en hoofd Energiestatistieken Otto Swertz van het CBS. Zij lichten toe wat het CBS op internationaal gebied allemaal doet als het om klimaatverandering gaat.
Een bijzonder moment: tijdens de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties eind vorig jaar in Dubai gaf een statisticus een presentatie. Voor zover bekend was dat niet eerder gebeurd bij zo’n top. Die statisticus was Otto Swertz van het CBS. Zijn presentatie ging over de rol die de nationale statistische bureaus kunnen spelen om de klimaatdoelen te bereiken. De aanwezigheid in Dubai van Swertz en Gosia Cwiek, statisticus bij de Europese economische commissie van de Verenigde Naties, illustreert het groeiende belang en aanzien van statistici op het vlak van klimaatverandering.
Swertz: ‘Veel mensen maken zich zorgen over klimaatverandering en de gevolgen daarvan. Daarom stellen politici klimaatdoelen. Bijvoorbeeld de ambitie van de Europese Unie om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Statistische instituten kunnen vastleggen wat de impact van klimaatverandering is, maar ook welke effecten klimaatbeleid heeft. Het is onze kracht dat we maatschappelijk relevante gegevens meten en publiceren. Zo kunnen bijvoorbeeld politici zien wat de stand van zaken is op weg naar een klimaatdoel. Daarover heb ik onder meer verteld in Dubai, in de rol van voorzitter van een internationale taskforce.’
Het CBS verzamelt al veel gegevens die verband houden met het klimaat. Arthur Denneman: ‘Denk bijvoorbeeld aan cijfers over energieverbruik en economische groei. Maar bij ‘klimaat’ zullen veel mensen denken aan de uitstoot van broeikasgassen als CO2. Wereldwijd waren veel statistische instituten te weinig betrokken bij het bepalen van de broeikasgasuitstoot. Om dit te veranderen, heeft de Europese economische commissie van de Verenigde Naties tien jaar geleden een stuurgroep voor klimaatgerelateerde statistieken opgericht. Daarvan was ik voorzitter in de afgelopen drie jaar. Tijdens de jaarlijkse netwerkbijeenkomsten komen de meest uiteenlopende onderwerpen aan bod. Voorbeelden zijn het Klimaatakkoord van Parijs (klimaatdoelen), energiestatistieken (CO2 uit brandstof) en milieurekeningen (relatie met economie).’
Het doel van de stuurgroep? Denneman: ‘Er zijn organisaties die werken aan statistieken over klimaatverandering. Die statistieken moeten relevant en toepasbaar zijn. Daarom streeft de stuurgroep ernaar dat deze organisaties statistieken maken in samenwerking met de uiteindelijke gebruikers ervan.’ Swertz vult aan: ‘Dat zijn onder meer ministeries die klimaatdoelen hebben gesteld. Andere gebruikers zijn onderzoekers en journalisten.’
Op een breed terrein doet het CBS klimaatgerelateerde metingen. Swertz geeft een voorbeeld: ‘De oorzaak van de opwarming van de aarde is CO2-uitstoot. Die is tegen te gaan door minder fossiele brandstoffen te verbruiken en meer hernieuwbare energiebronnen in te zetten, zoals zon en wind. Het CBS meet deze energietransitie naar steeds minder fossiele brandstof.’ Denneman: ‘Andere partijen vullen de informatie aan. Denk bijvoorbeeld aan de CO2-uitstoot door het Nederlandse wagenpark. Het CBS heeft cijfers over getankte liters brandstof en onderzoeksorganisatie TNO weet wat de uitstoot per liter brandstof is. Samenwerking met andere organisaties is dus essentieel. We hebben elkaar nodig.’
Hogere temperaturen, hevigere regenval, langere perioden van droogte. Het zijn voorbeelden van veranderingen die worden veroorzaakt door opwarming van de aarde. Nederland en andere landen moeten zich hieraan aanpassen. Klimaatadaptatie heet dat. Een eeuwenoud voorbeeld zijn de dijken om onze voeten droog te houden. Denneman: ‘Het CBS heeft vorig jaar besloten te investeren in statistieken over zowel de impact van klimaatverandering als de daarbij horende klimaatadaptatie.’
Denneman vervolgt: ‘We zitten in de verkenningsfase, maar duidelijk is al wel dat we hierbij gaan kijken naar people, planet, profit. Een voorbeeld van profit is dat je economische schade zou kunnen meten die wordt veroorzaakt door buitengewone weersomstandigheden. Bij planet valt te denken aan het vastleggen van de gevolgen voor de biodiversiteit. Een voorbeeld van people is dat we zouden kunnen kijken naar de hogere sterfte onder ouderen tijdens hittegolven. In een schaduwrijk park is het fijner vertoeven dan op een zonovergoten plein. De vraag is: komt er meer verkoelend groen in de stad?’
Het CBS richt de blik niet alleen op energietransitie en klimaatadaptatie, maar ook op rechtvaardigheid. De achtergrond hiervan: de klimaatverandering maakt fundamentele wijzigingen noodzakelijk; dat bijvoorbeeld huishoudens niet langer aardgas als energiebron hebben, maar overstappen op een warmtepomp of zonnepanelen. ‘Leidt deze transitie er misschien toe dat bepaalde groepen in de samenleving achterblijven?’, vraagt Swertz zich af. ‘Kwetsbare groepen kunnen hoge energiekosten hebben, terwijl mensen met een hoger inkomen dankzij een warmtepomp of zonnepanelen minder geld kwijt zijn. De overheid verstrekt subsidies om de overstap naar minder fossiel te maken. Komen deze gelden ook terecht bij de kwetsbare groepen? Dat is onder meer wat wordt bedoeld met rechtvaardigheid.’
Swertz: ‘Het CBS kijkt onder andere naar het aantal huishoudens dat de energierekening niet kan betalen. Vervolgens kunnen we zoeken naar eventuele verbanden met andere gegevens. Hangt de openstaande rekening samen met de hoogte van het inkomen?’ Denneman vult aan: ‘En wonen deze huishoudens vaker in slecht geïsoleerde huurwoningen of zijn de zorgkosten van huishoudens in slechtere woningen hoger? Alles hangt met elkaar samen. Ook bij een complex thema als klimaatverandering kan het CBS de samenleving dienen door in samenhang cijfers te geven over wat er feitelijk gebeurt.’