De uitstoot van Nederlandse bedrijven die deelnemen aan het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) is in 2023 met 14,1 procent gedaald (jaar-op-jaar) naar 58,9 Mton CO2-equivalenten. Dit is exclusief de CO2-uitstoot door de luchtvaart; deze is in 2023 met 11 procent gestegen (jaar-op-jaar) naar 2,6 Mton.
Sinds 2015 is de totale uitstoot van de ca. 330 stationaire bedrijven binnen het EU ETS elk jaar gedaald en daardoor ligt de totale uitstoot nu 39,3 procent lager dan in 2005 (gecorrigeerd voor scope-uitbreiding [1]). Daarmee daalt de uitstoot van CO2 door ETS bedrijven de laatste jaren sneller dan onder bedrijven die buiten het handelssysteem vallen. Het definitieve cijfer over de totale CO2-uitstoot van Nederland in 2023 is nog niet bekend, maar voorlopige cijfers wijzen erop dat het aandeel van de ETS-bedrijven in het totaal nog nooit zo laag is geweest sinds het begin van het handelssysteem in 2005.
De uitstootdaling in 2023 had twee hoofdoorzaken: de toegenomen opwekking van groene stroom en lagere industriële productie. Doordat er meer elektriciteit met zon en wind is opgewekt, was er minder vraag naar stroom die opgewekt is met fossiele bronnen. Met name kolencentrales hebben in 2023 veel minder CO2 uitgestoten. Daarnaast is er in de industrie minder geproduceerd, mede door hoge inkoopprijzen voor energie en grondstoffen en door onderhoudswerkzaamheden.
[1] Sinds 2013 is het aantal bedrijfstakken dat onder het ETS valt uitgebreid. Om de uitstootcijfers van nu toch te kunnen vergelijken met die van vóór 2013 wordt de uitstoot van deze extra bedrijven bij geschat.
Tussen sectoren bestaan grote verschillen in de daling van de uitstoot. Van de vier sectoren met de hoogste uitstoot is de afname de laatste 10 jaar het grootst bij de energiebedrijven. Daar is de uitstoot sinds 2013 met meer dan 47 procent gedaald, met name door de sluiting van kolencentrales. In de chemische industrie was tot en met 2021 geen dalende trend zichtbaar, maar is in de laatste 2 jaar de uitstoot met 18,8 procent gedaald mede als gevolg van lagere productie en de hoge prijs van aardgas in die periode. In de metaalindustrie steeg de CO2-uitstoot tot 2017, waarna deze jaarlijks afnam, al is de daling in 2023 grotendeels te danken aan grootschalig onderhoud bij de grootste metaalproducent. Alleen bij de vervaardiging van aardolieproducten blijft de uitstoot nagenoeg stabiel.
De bovengemiddeld snelle daling in de energiesector heeft ook gevolgen voor de verhouding tussen de toewijzing van gratis emissierechten en de uitstoot van broeikasgassen van de bedrijven in het EU ETS. De hoeveelheid gratis toegewezen emissierechten wordt onder andere bepaald op basis van het risico op carbon leakage: het verplaatsen van productie naar landen buiten de EU. Elektriciteitsproductie heeft geen risico op carbon leakage, daarom krijgt deze sector geen gratis rechten toegewezen. Doordat de uitstoot van broeikasgassen in deze sector het sterkst daalt, is de verhouding tussen gratis toegewezen rechten en de totale uitstoot gestegen van 48,6 procent in 2017 naar 56,0 procent in 2022. De toewijzing van gratis rechten voor 2023 zal komende juni plaatsvinden; de definitieve cijfers daarvan zijn nog niet bekend.
Een klein deel van de bedrijven is verantwoordelijk voor een grote meerderheid van de totale uitstoot. In 2023 was 10 procent van de bedrijven verantwoordelijk voor 86,4 procent van de CO2--uitstoot. Dat is meer dan in 2018, toen dit percentage nog 82,8 bedroeg. Deze grootste uitstoters bestaan voor bijna tweederde uit energieproducenten. Het overige deel zijn olieraffinaderijen, chemische industrie en een staalfabriek.