Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Corporaties: ga van labelsturing naar CO2-sturing

Energielabels verbeteren is voor woningcorporaties niet meer genoeg om te verduurzamen. Beter is het om te sturen op meer relevante duurzaamheidsindicatoren, zoals CO2-uitstoot. Met duurzame vastgoedsturing helpt Over Morgen corporaties om de stap van labelsturing naar CO2-sturing te maken.

Over Morgen 3 oktober 2022

Jarenlang betekende verduurzamen voor corporaties ‘energielabels scoren’ door hun woningen te isoleren. Maar de manier waarop energie-index en het energielabel worden berekend, verandert voortdurend. Met de invoering van de NTA8800 kunnen energielabels van woningen verspringen. Ook worden in energielabels andere belangrijke factoren niet of onvoldoende meegenomen. Denk daarbij aan het verduurzamen van warmtebronnen bij woningen die zijn aangesloten op het warmtenet en de verduurzaming van de energiemix in het Nederlandse elektriciteitsnet voor woningen met een (hybride)warmtepomp.

Daarmee is het energielabel alleen onvoldoende betrouwbaar als kritieke prestatie indicator (KPI) voor het meten van duurzaamheid voor woningcorporaties. Omdat een corporatie stuurt op langeretermijn vastgoedsturing hebben zij behoefte aan KPI’s die passen bij deze langere termijn.

Sturen op CO2-uitstoot is niet eenvoudig

CO2 is in potentie een goede duurzaamheids-KPI. Deze sluit aan bij het Klimaatakkoord (1), waarin langdurige kwantitatieve afspraken zijn gemaakt over CO2-reductie. Daarnaast is CO2-uitstoot niet afhankelijk van een veranderlijke rekenmethodiek, zoals energie-index. Maar het sturen op CO2-uitstoot is nog niet zo eenvoudig, om de volgende redenen:

Sturen op CO2-uitstoot zou moeten gebeuren op basis van werkelijk energieverbruik en niet het theoretisch verbruik, zoals bij de NTA 8800 rekenmethodiek het geval is, want;

  • De corporatie heeft maar voor een deel invloed op CO2-uitstoot van haar woningen;

  • De toekomstige CO2-uitstoot is gebaseerd op aannames;

  • De CO2-uitstoot van een woning wordt bepaald door een combinatie van factoren: het isolatieniveau, het ventilatiesysteem, de energievoorziening, bewonersgedrag en de CO2-uitstoot van de energiemix van het gasnet, het elektriciteitsnet en het warmtenet.

Hieronder gaan we hier nader op in.

Sturen op werkelijke CO2-uitstoot

Het is verleidelijk om de NTA 8800 (2) te gebruiken voor het bepalen van de CO2-uitstoot. Maar de NTA 880 doet een voorspelling van de CO2-uitstoot die theoretisch berekend is. Deze kan daardoor flink afwijken van de daadwerkelijke CO2-uitstoot. Beter is het om als uitgangspunt voor CO2-uitstoot de daadwerkelijke energieverbruiken voor gas, elektriciteit en warmte te nemen. Deze komt dichter bij de echte CO2-uitstoot en is daarmee een betere basis voor CO2-sturing.

Woningcorporatie kan CO2-uitstoot maar gedeeltelijk beïnvloeden

Op twee elementen die CO2-uitstoot bepalen heeft de corporatie veel invloed: de warmtevraag (isolatieniveau en ventilatiesysteem) en de energievoorziening om de woning te verwarmen, zoals een gasketel, (hybride) warmtepomp of een aansluiting op een warmtenet.

Op twee elementen heeft de corporatie slechts weinig of geen invloed: bewonersgedrag en de CO2-uitstoot van energiedragers. De corporatie kan bewonersgedrag beperkt sturen met voorlichting en bewustmaking. Zij heeft echter (bijna) geen invloed op de CO2 uitstoot van het elektriciteitsnet, lokale warmtenetten en het (aard)gasnetwerk. Dit zijn twee elementen die mede bepalend zijn voor CO2-uitstoot van corporatiewoningen.

Toekomstige CO2-uitstoot is deels gebaseerd op aannames

De huidige gebouwgebonden CO2-uitstoot kan worden bepaald op basis van daadwerkelijke energieverbruiken voor gas, elektriciteit en warmte. Van deze energiedragers is de huidige CO2-uitstoot per eenheid bekend, waardoor de CO2-uitstoot in principe vrij nauwkeurig uit te rekenen is.

Maar bij de toekomstige CO2-uitstoot is dat lastig, omdat we niet weten hoe snel we deze kunnen ‘vergroenen’. Daarom is het nodig om hier realistische aannames over te doen. Voor elektriciteit zijn deze gebaseerd op nationale (en Europese) doelstellingen. Voor lokale warmtenetten is de basis voor aannames niet altijd even eenvoudig, omdat het niet zeker is in hoeverre verduurzaming, bijvoorbeeld door geothermie, daadwerkelijk kansrijk is.

CO2-besparing door combinatie van factoren

Corporaties zetten tot op heden vaak in op het reduceren van de warmtevraag van hun woningen, omdat hier al veel ervaring mee is opgedaan. Maar er is een grens aan de energetische en financiële doelmatigheid van isoleren. Het isoleren van woningen beter dan de Standaard voor isolatie is in veel gevallen voor bestaande woningen niet doelmatig met het oog op investeringen.

De combinatie van isoleren tot de Standaard en het toepassen van een (hybride) warmtepomp of een aansluiting op een warmtenet levert meer CO2-besparing op en is economisch doelmatiger. Met de huidige energieprijzen levert het in veel gevallen ook veel meer besparing van woonlasten op voor de huurder. Als je hier ook zonnepanelen aan toevoegt, is een directe CO2-reductie van 70-80% op woningniveau al in 2030 mogelijk.

Eerste stappen  voor CO2-sturing 

Hoe kunnen corporaties beginnen met CO2-sturing? Hiervoor zijn de volgende zaken belangrijk:

  • Ga van grof naar fijn. Het is van belang om eerst de strategische richting te bepalen voor de gehele portefeuille voor de komende 5-10 jaar. Er zit onzekerheid in aannames en toekomstig effect van maatregelen. Werk daarom met bandbreedtes op het niveau van de gehele portefeuille. Dit geeft gelijk een richting van haalbaarheid van ambities;

  • Gebruik de beschikbare data zo goed mogelijk. Juist omdat er veel aannames zijn, is een modelmatige aanpak op basis van data uit de SHAERE-database van belang. Deze bevat de energieprestatie van de hele voorraad van de corporatie, plus een groot aantal objectkenmerken; 

  • Standaardiseer maatregelen zoveel mogelijk op basis van het woningkenmerken (huidige staat, bouwjaar en woningtype) en gebiedskenmerken; 

  • Plan duurzaamheidsmaatregelen zo goed mogelijk in de tijd, op natuurlijke momenten. Door verduurzaming te combineren met onderhoudsmomenten, kunnen ze doelmatig worden uitgevoerd, zonder bewoners onnodig tot last te zijn. 

  • Blijf continu monitoren en verbeteren. Verduurzaming is een integraal onderdeel van vastgoedsturing, waarbij leren en verbeteren van groot belang is.  

Ondersteuning door Over Morgen  

Over Morgen ondersteunt corporaties in bij CO2-sturing. Wij hebben het 7-stappenmodel van duurzame vastgoedsturing ontwikkeld, waarmee we CO2-sturing koppelen aan de lopende vastgoedsturingsprocessen.

Daarnaast hebben wij een scenariomodel gemaakt, de CO2-sturingstool (3), waarmee corporaties CO2-sturing kunnen simuleren voor hun portefeuille. Dit model sluit aan bij stappen 1 tm 5 van het 7-stapenmodel.

Bronnen:

  1. https://www.klimaatakkoord.nl/actueel/nieuws/2022/06/02/hoofdlijnen-klimaatbeleid-voor-de-gebouwde-omgeving

  2. https://www.klimaatakkoord.nl/actueel/nieuws/2022/06/02/hoofdlijnen-klimaatbeleid-voor-de-gebouwde-omgeving

  3. https://overmorgen.nl/CO2-tool/

Publicatie:

HET 7-STAPPENMODEL transitiegereed

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter