Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Duurzame drinkwatervoorziening als opgave voor grenswerkers

Afgelopen jaar heb ik als omgevingsmanager bij Vitens gewerkt binnen het team Assetmanagement Gelderland. Dit team borgt het drinkwaterbelang in ruimtelijke processen en is verantwoordelijk voor de vergunningen en de infrastructuur die nodig zijn om water te winnen. Het was niet zomaar een omgevingsmanagementklus, zoals we ze misschien kennen van de IPM-rollen (integraal projectmanagement) uit projecten waarbij een omgevingsmanager verantwoordelijk is voor o.a. participatie, conditionerende onderzoeken en planproducten. Nee, een jaar lang had ik de officieuze titel van ‘hoeder van de winningen. Mijn verantwoordelijkheid was om de bestaande onttrekkingsvergunningen, die Vitens de mogelijkheid geven water te winnen, te beschermen én om samen met anderen te verkennen waar nieuwe drinkwaterwinningen gerealiseerd kunnen worden. Wat je hiervoor moet doen: samenwerken, samenwerken en nog eens samenwerken.

10 mei 2023

In dit blog lees je meer over de opgave van duurzame drinkwaterwinning, waarom samenwerking daarin moeilijk maar wel heel belangrijk is, en hoe je de samenwerking kan verbeteren.

Een complexe opgave

Dat samenwerken rondom drinkwater niet altijd vanzelfsprekend en gemakkelijk is, heb ik in deze functie ervaren. Alhoewel iedereen kan genieten van het schone drinkwater wat ogenschijnlijk onbeperkt uit de kraan komt, kan drinkwaterwinning uit grondwatervoorraden ook negatieve effecten hebben. Met name verdroging met effecten op natuur en landbouw. Dit leidt tot de vraag of de drinkwaterwinning ook anders kan of moet. Namelijk door effecten vaker of grootschaliger te compenseren, bijvoorbeeld door het aanleggen van infiltratievoorzieningen, of door op zoek te gaan naar alternatieve bronnen, zoals oevergrondwater of oppervlaktewater. Daarnaast wordt Panorama Waterland verder verkend, een concept waarbij de ruimtelijke inrichting het watersysteem volgt.

Voor deze zoektocht is samenwerking met provincie, waterschap en andere belanghebbenden zoals natuurorganisaties hard nodig. De provincie is namelijk vergunningverlener, de waterschappen zijn verantwoordelijk voor o.a. het vasthouden van water en andere organisaties kunnen wat betekenen in monitoring. Aspecten die deze zoektocht ingewikkeld maken zijn:

  • Iedere betrokkene heeft er een eigen opvatting en belang bij: ‘Zijn extra drinkwaterwinningen eigenlijk wel nodig?’ of ‘Grondwater winnen is niet meer van deze tijd’ of ‘Maar de urgentie voor nieuwe winningen is groot, gezien de toegenomen drinkwatervraag’.

  • Drinkwateropgaven kan op gespannen voet staan met andere opgaven, zoals natuurbehoud en -ontwikkeling. Met name in het gebied de Veluwe (waarin ik werkzaam was), zijn de belangen rondom natuur groot en speelt bijvoorbeeld de wens het watervoerend houden van beken en sprengen. Tegelijkertijd is sprake van een enorme woningbouwopgave die de drinkwatervraag zal doen stijgen.

  • Er zijn diverse onzekerheden die je een plek moet geven in het proces, waaronder klimaatverandering en onbekendheid met de exacte werking van het grondwatersysteem op sommige plekken.

Samenwerking op verschillende niveaus

Voor het beschermen van bestaande vergunningen en realisatie van nieuwe drinkwaterwinningen is allereerst intra-organisatorische samenwerking nodig binnen Vitens met verschillende afdelingen en teams. Zij vertegenwoordigen vaak een eigen sector of discipline, bestaan uit mensen met een vergelijkbare expertise en ervaring, hebben eigen sectorale budgetten en worden elk afgerekend op eigen doelstellingen en resultaten. Het was dus niet alleen schakelen met de buitenwereld, maar ook intern bij Vitens. Een belangrijk voorbeeld waar ik veel mee te maken had, is het beheer van de bestaande infiltratievoorzieningen. Een compensatie-/mitigatiemaatregel, dat even wat anders vraagt van de organisatie die gewend is individueel water uit de grond te halen in plaats van het er weer in te stoppen in samenwerking met andere organisaties. Om te voldoen aan de doelstellingen van deze voorzieningen in het kader van de vergunningen, moest ik regelmatig in overleg met mijn collega’s om af te stemmen over bijvoorbeeld de werkwijze rondom de infiltratievoorzieningen of het onderhoud ervan.

Daarnaast is er, zoals gezegd, inter-organisatorische samenwerking met de provincie en het waterschap. De provincie is namelijk verantwoordelijk voor het aanwijzen van nieuwe locaties waar drinkwater mag worden gewonnen, maar is ook aan zet om een belangenafweging te maken tussen natuur, landbouw, wonen en drinkwater als verantwoordelijke overheidslaag voor de ruimtelijke ordening. Met het waterschap wordt samengewerkt aan een duurzaam robuust watersysteem. Grondwater en oppervlaktewater zijn immers geen gescheiden systemen, en keuzes die het waterschap maakt met betrekking tot het vasthouden of afvoeren van oppervlaktewater zijn van invloed op de (effecten van) drinkwaterwinning.

Met deze twee samenwerkingsniveaus zijn we er nog niet. Want hoe meer we in coalities tussen organisaties werken om opgaven aan te pakken, hoe meer verschillende coalities er ontstaan rond dezelfde of gerelateerde opgaven. Bovenstaande speelt zich namelijk allemaal af in het licht van de Adaptieve Strategie Gelderland, waarin Vitens, de provincie, waterschappen en gemeenten samenwerken. De adaptieve strategie richt zich op het veiligstellen van de drinkwatervoorziening nu en in de toekomst en op het duurzaam inpassen van de drinkwatervoorziening in het onder druk staande waterecosysteem. Het probeert om vanuit overzicht tot goede gezamenlijke keuzes te komen in lopende en nieuwe trajecten.

Andere voorbeelden zijn de verschillende samenwerkingregio’s rondom klimaatadaptatie. De gemeenten daarin hadden ook weer hun eigen vragen, behoeften en opgaven die raken aan duurzame drinkwaterwinning: van communicatievraagstukken, tot de ruimtelijke claim die een (reservering voor een) waterwingebied met zich meebrengt en dus impact heeft op bijvoorbeeld het vestigingsklimaat van een gemeente. Deze klimaatsamenwerkingen zijn vervolgens weer verenigd in de Manifestregio Vallei & Veluwe, een supra-organisatorische coalitie.

Hoe kun je de samenwerking verbeteren?

Het realiseren van duurzame drinkwaterwinning is een opgave voor inhoudelijke specialisten, zoals (geo)hydrologen, die waterkwaliteit, waterbeschikbaarheid en nog veel meer onderzoeken. Het is er ook eentje voor projectmanagers die de juiste weg moeten volgen om een vergunning te krijgen, zoals het doorlopen van de m.e.r.-procedure. Maar daar voeg ik graag eentje aan toe, het is namelijk bij uitstek ook een opgave voor grenswerkers. Die in de verschillende samenwerkingen – intern en extern – hun weg weten te banen en mensen weten te verbinden in formele en informele overleggen. Het vraagt om iemand die betrokkenen ertoe kan verleiden om het over belangen in plaats van over standpunten te hebben. Dit kan door kleine en grote interventies.

Namelijk door van binnen naar buiten te werken. Dit helpt om de belangen en ambities van het eigen team of de eigen organisatie te verbinden aan die van andere organisaties en coalities. In deze casus zou het kunnen helpen om vanuit Vitens een duidelijke visie en ambitie op het gebied van duurzame drinkwaterwinning te formuleren, in afstemming met de belangrijke samenwerkingspartners. Dat duurzaamheid belangrijk is, staat buiten kijf, maar wat dit precies inhoudt en betekent voor de huidige winningen, is diffuus.

Ten tweede door van buiten naar binnen werken. Dit helpt om dat wat er in de omgeving en coalitie gebeurt te vertalen naar de eigen organisatie en team. Het is verstandig om ideeën en oplossingsrichtingen vanuit andere organisaties serieus te nemen en binnen de eigen organisatie te bespreken. Ik merkte dat belangenorganisaties staan te springen om mee te helpen door bijvoorbeeld data te verzamelen. Deze kregen soms weinig gehoor. Dat is een gemiste kans.

En tot slot is tussen samenwerkingsverbanden werken behulpzaam om de verbinding tussen verschillende samenwerkingsvormen op één niveau te leggen. In de kluwen aan bilaterale samenwerkingsagenda’s en bredere samenwerkingsverbanden is het soms lastig te begrijpen wie ‘waarvan’ is en wie ‘waarvoor’ staat. Dan is het een idee om één informele bijeenkomst te organiseren voor iedereen die betrokken is bij de opgave. Maar het kan ook om kleinere interventies gaan, zoals een haakje benoemen in het college-akkoord of een collega meenemen naar een extern overleg.

Investeer dus in de samenwerkingen

Het grensvlak tussen organisaties zijn een bron van vernieuwing en aanpassing. Dit wordt ook wel ‘de plek der moeite’ genoemd (Wierdsma, A. (1999), Co-creatie van verandering, Delft: Eburon). Want: hier botsen manieren van kijken, denken en werken. Het is een hybride ruimte, waarbij de kwaliteiten van beide kanten van de grens kunnen optellen tot een nieuwe, nog onbekende derde kwaliteit.

Naast de inhoudelijke onderzoeken die moeten worden gedaan naar bijvoorbeeld de effecten van (beoogde) drinkwaterwinningen, is het dus belangrijk om te investeren in de samenwerkingen an sich. Daarbij is het goed om de samenwerking regelmatig te evalueren. Uit wetenschappelijke literatuur blijkt dat samenwerkingsverbanden die regelmatig reflecteren, succesvoller zijn. Sta daarom eens stil bij ‘waarom werken wij eigenlijk samen?’ en formuleer expliciet de gedeelde ambitie. En reflecteer eens op de huidige samenwerkingsvorm. Is die op basis van gelijkwaardigheid of niet? Wat komt elke partij brengen en halen? Welke onuitgesproken verwachtingen zijn er?

Het doel is om de samenwerking en de manier van samenwerken expliciet te maken. De ervaring leert namelijk dat onzuiverheid in samenwerkingsvormen leidt tot verwarring of verkeerde verwachtingen. Het is daarom belangrijk om expliciet te zijn over wie welke rol speelt en welke aanpak past. Een gezamenlijke kijk en taal helpt om bewuste keuzes te maken en deze met de betrokken partijen te delen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter