Het kabinet stelt € 54 miljoen beschikbaar om provincies en gemeenten te ondersteunen bij het opstellen van een zogeheten soortenmanagementplan (SMP) om natuurvriendelijk te kunnen isoleren. De ministers De Jonge (BZK) en Van der Wal (Natuur en Stikstof), het IPO, de VNG, en andere belanghebbende partijen zien SMP’s als de beste oplossing om gebouwen te isoleren binnen de Wet natuurbescherming (Wnb). Daarin staat onder meer dat beschermde diersoorten zoals de vleermuis, huismus of gierzwaluw niet gestoord of gedood mogen worden bij (isolatie)werkzaamheden.
Een SMP houdt in dat gemeenten in één keer voor een gebied of de gehele gemeente ecologisch onderzoek doen. Hierbij nemen ze maatregelen ter bescherming van aanwezige diersoorten. Hierdoor is individueel ecologisch onderzoek per woning niet meer nodig.
“Het is belangrijk dat het isoleren van woningen door kan gaan”, zegt minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. “Met deze methode kan dat op een efficiënte manier, met oog voor de natuur.”
€ 40 miljoen van de € 54 miljoen gaat direct naar de gemeenten voor het opstellen, uitvoeren en monitoren van de (pre-)SMP’s. Voor provincies is € 5,2 miljoen beschikbaar voor de ondersteuning bij het tot stand laten komen van de (pre-)SMP’s en toezicht en handhaving. Voor het maken van alternatieve verblijfplaatsen voor de beschermde soorten is € 8,8 miljoen vrijgemaakt. In 2024 volgt een tweede tranche, onder voorbehoud van financiële besluitvorming.
Het isoleren van woningen is belangrijk om de energiekosten betaalbaar te houden. Omdat het opstellen van een SMP enkele jaren zal duren, is er een kortetermijnaanpak afgesproken waarmee isoleren door kan gaan. Dit betreft de werkwijze ‘natuurvriendelijk isoleren’. Deze houdt onder meer in dat bij isolatiewerkzaamheden een bedrijf wordt ingehuurd dat op een natuurvriendelijke werkwijze isoleert (zie voor meer info: www.natuurvriendelijkisoleren.nl). De methodiek wordt in de komende periode geformaliseerd tot een landelijke vrijstelling in de vorm van een gedragscode. De landelijke vrijstelling vervalt zodra de SMP’s landelijk zijn uitgerold. Het uiteindelijke doel is dat iedere gemeente een ontheffing heeft via een (pre-)SMP.
Ondertussen wordt ook gewerkt aan innovatieve methoden om uit te kunnen sluiten dat er vleermuizen in een gebouw verblijven. In een gebouw zonder verblijfplaatsen zijn geen extra natuurvriendelijke maatregelen nodig om te kunnen isoleren. Vanuit de Taskforce natuurvriendelijk isoleren wordt gewerkt aan de opschaling van de eDNA-methodiek. Met eDNA wordt er met een apparaat lucht uit de te isoleren ruimte opgezogen. Die lucht uit de woning wordt naar een laboratorium gebracht. Daar kan dan vastgesteld worden of er een dier leeft of heeft geleefd in de bemonsterde ruimte. Het streven is dat deze methodiek begin 2024 gevalideerd kan worden en vervolgens in een hoog tempo kan worden opgeschaald.