Elektriciteitsopslag kan de sleutel vormen in het voorkomen van netproblematiek. Maar plaats deze opslag op een verkeerde plek in de energie-infrastructuur en je zorgt juist voor extra netcongestie. Veel gemeenten en provincies worstelen hierdoor met de beoordeling van vergunningaanvragen voor elektriciteitsopslag. Tegelijkertijd schieten de aanvragen voor dergelijke systemen in sommige regio’s als paddenstoelen uit de grond…
Decentrale overheden hebben simpelweg niet de informatie om te beoordelen op welke locaties elektriciteitsopslag gewenst is in het belang van de energievoorziening en op welke locaties juist niet. Daarvoor is informatie nodig van de netbeheerder. Het is belangrijk om de netbeheerder daarom zo vroeg mogelijk in de vergunningprocedure te betrekken.
In de provincie Utrecht is de afstemming met de netbeheerder bijvoorbeeld al geformaliseerd in de omgevingsverordening. Zo moet bij de vergunningaanvraag een verslag worden ingediend van een verkennend gesprek met de netbeheerder. In dat verslag moet gemotiveerd worden dat een nieuwe ontwikkeling past binnen de energie-infrastructuur van de netbeheerder.
In opdracht voor Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) stelde AT Osborne de ‘Handreiking vergunningverlening elektriciteitsopslag voor decentrale overheden’ op. Dit stuk helpt gemeenten en provincies bij de beoordeling van vergunningaanvragen en biedt waardevolle bouwstenen voor beleidsontwikkeling. Verder bevat de handreiking inspirerende praktijkvoorbeelden die aangeven wat er mogelijk is.
Lees dan verder in onze ‘Handreiking vergunningverlening elektriciteitsopslag’.