De droom van volledig circulaire zonnepanelen is nog ver weg. De duurzame keten, innovatie en hoogwaardige recycling die daarvoor nodig zijn, komen er alleen met hulp van een actieve overheid.
Tien jaar geleden waren huizen met zonnepanelen nog een zeldzaamheid. Inmiddels zijn we in Nederland de grens van 1 miljoen huizen met zonnestroom ruim gepasseerd en ik ben er trots op daar mijn steentje aan te hebben bijgedragen. Maar nu is de tijd rijp voor de volgende stap. Het is tijd om naast kwantiteit ook nadrukkelijk te streven naar kwaliteit. Kwaliteit op het gebied van service, maar vooral ook kwaliteit en duurzaamheid van de zonnepanelen zelf.
De stip aan de horizon is een volledig circulair zonnepaneel. Dat wil zeggen een zonnepaneel dat vrij is van giftige stoffen, dat door de hele keten heen zonder milieuschade en abominable arbeidstoestanden is geproduceerd en dat zo ontworpen is dat het aan het einde van de levensduur volledig en hoogwaardig kan worden gerecycled.
Recente berichten over dwangarbeid in China en de krakkemikkige recyclinginfrastructuur in Nederland zijn pijnlijke herinneringen dat we nog een flink eind van dit ideaal verwijderd zijn. Het huidige design van zonnepanelen maakt het er niet makkelijker op: de meest waardevolle onderdelen – zoals silicium en zilver – zitten achter dikke lagen lijm verstopt. Maar dat wil niet zeggen dat we niet nu al stappen kunnen zetten om het circulaire ideaal dichterbij te brengen.
Ten eerste kunnen we als zonnestroomsector de handen ineen slaan om veel dichter op de huid van de keten te zitten en zo de kans op uitwassen als dwangarbeid te verminderen. Ten tweede is het nu de tijd om de recyclinginfrastructuur organisatorisch en financieel slim in te richten. Zodat we de grote stroom afgedankte zonnepanelen die binnen tien jaar op ons afkomt aankunnen. Onder recycling versta ik ook het repareren en weer in roulatie brengen van oude zonnepanelen die op zich nog prima tien jaar meekunnen. Hierover straks meer
Als laatste moeten we overheden en geëngageerde bedrijven en organisaties oproepen om als launching customers op te treden voor zonnepaneelfabrikanten die in de designfase en bij hun productie serieus werk maken van circulariteit. Geen innovatie zonder klanten die voorop durven lopen.
Het nieuws over dwangarbeid in China is het zoveelste bewijs dat het in een geglobaliseerde wereld vrijwel onmogelijk is om op eigen houtje te garanderen dat een product in elke fase zonder schending van mensenrechten of grote milieuschade tot stand is gekomen, of het nu gaat om kleren, mobieltjes of zonnepanelen. Hoe kan de zonnestroomsector een vuist maken om misstanden in de keten te voorkomen?
Het mooie is dat het recept voor een effectieve samenwerking al klaar ligt. De Sociaal Economische Raad (SER) coördineert verschillende duurzame convenanten, waaronder het Convenant Duurzame Kleding en Textiel dat in 2016 onder druk van de overheid tot stand kwam, kort na de ramp in een textielfabriek in Bangladesh die 1000 arbeiders het leven kostte. Op basis van die ervaringen publiceerde de SER vorig jaar een rapport met heldere aanbevelingen voor een duurzaam ketenbeleid met tanden.
De SER concludeert dat convenanten goed werken om samenwerking in een sector te bevorderen en misstanden in de keten te verminderen. Wat echter mist is een breed wettelijk kader dat bedrijven dwingt om hun keten vooraf door te lichten op potentiële problemen met mensenrechten en milieu en forse boetes uitdeelt als het misgaat. Die wettelijke druk is er nu alleen bij kinderarbeid. Verder is deelname aan convenanten vrijwillig en ontbreekt het aan sancties voor bedrijven die er een potje van maken.
Kortom: we hebben een actieve overheid hard nodig. En niet alleen voor het zwaaien met de stok; circulair inkoopbeleid van overheden is ook een cruciale hefboom om goed gedrag te belonen en duurzame innovaties te bevorderen. Dit is cruciaal om het hergebruik van panelen en herwinning van kostbare grondstoffen goedkoper te maken.
Ook voor een robuuste infrastructuur die de toekomstige stroom aan afgedankte panelen kan recyclen, is een actieve overheid enorm belangrijk. Hoogwaardige recycling van zonnepanelen is nu nog niet commercieel haalbaar via de verkoop van herwonnen materialen alleen. Om een infrastructuur voor hoogwaardige recycling – en de investeringen die dit vergt – van de grond te krijgen is een substantiële extra geldstroom nodig.
Nederland kan hierbij het voorbeeld van België volgen. Bij onze Zuiderburen waarborgt een verplichte verwijderingsbijdrage van enkele euro's per zonnepaneel, de financiering van een toekomstbestendig recyclingsysteem. Anders dan in ons land wordt namelijk vooraf voor de recycling van verkochte zonnepanelen betaald, zodat er nu geld is om te investeren.
Maar misschien wel de beste recyclingmethode is om te zorgen dat zonnepanelen hun hele technische levensduur actief blijven. In de praktijk zullen in de aankomende periode miljoenen zonnepanelen worden vervangen terwijl ze nog tien tot vijftien jaar zonnestroom hadden kunnen genereren. Wat als we een Weeshuis voor middelbare panelen oprichten?
Nadat de panelen zijn opgefrist brengt het Weeshuis ze in contact met nieuwe ouders. Dat kunnen scholen zijn of sportclubs. Overheden of huishoudens. Iedereen die geïnteresseerd is om tegen een zeer scherpe prijs toch nog een flinke periode van zonnestroom te kunnen genieten.
Eind mei leid ik een sessie tijdens de Circulaire Zonne-energie Helpathon - een initiatief van provincie Zuid-Holland – om dit idee concreet handen en voeten te geven. Ik nodig alle lezers hierbij van harte uit om mee te denken. Kijk voor meer informatie op de website van Circulaire Maakindustrie. Of bekijk voor meer informatie over zonne-energie ons themadossier