Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Hoosbuien, hitte en droogte: veehouders moeten zich aanpassen aan weersextremen

Langdurige droogte, hitte en extreme neerslag: boeren krijgen steeds vaker te maken met weersextremen en zullen zich moeten aanpassen aan een veranderend klimaat. Wageningen University & Research ontwikkelt en deelt praktische innovaties en kennis om de veehouderij klimaatbestendig te maken.

Wageningen University & Research 27 februari 2025

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

Het klimaat verandert snel. Graslanden zijn vaker dor en akkers stoffig. Gewassen groeien dan niet goed en dieren hebben last van de hitte. Een aantal maanden later regent het soms zo veel dat boeren hun gewassen niet van het land kunnen halen.

“De Nederlandse veehouderij zal door klimaatverandering in toenemende mate te maken krijgen met langdurige droogte in de zomer, hitteperioden, zware neerslag, warmere en nattere winters en verzilting in kustgebieden”, zegt onderzoeker Marion de Vries. “Dat heeft een flinke impact op gewasproductie en gezondheid en welzijn van landbouwdieren. Een deel van het onderzoek van Wageningen Livestock Research staat daarom in het teken van klimaatadaptatie. We laten zien hoe boeren kunnen inspelen op veranderende klimaatomstandigheden en hoe ze kansen kunnen benutten.”

Hitte bij koeien en varkens

Een van de belangrijke thema’s is hittestress, een steeds groter probleem bij landbouwhuisdieren. Zo produceren koeien warmte tijdens de vertering van rantsoen. Deze warmte moet worden afgevoerd om de lichaamstemperatuur constant te houden, bijvoorbeeld door zweten en hijgen. “Maar vanaf temperaturen boven de twintig graden Celsius in combinatie met een hoge luchtvochtigheid kunnen koeien hun warmte minder goed kwijt”, zegt onderzoeker Ingrid van Dixhoorn. “Hun gedrag verandert, ze gaan meer staan en zoeken koelere plekken op.”

Herman Vermeer vult aan: “Varkens kunnen niet zweten. Als ze last hebben van hitte gaan ze vaker op roosters liggen en vermijden ze lichaamscontact met andere varkens. En ze eten minder. Vooral vleesvarkens en zogende zeugen kunnen last hebben van hittestress, want ze produceren veel warmte tijdens het groeien en het produceren van melk.”

Hittestress Stalkaart

Voor alle landbouwhuisdieren geldt dat hittestress een negatief effect heeft op welzijn, gezondheid, productie en vruchtbaarheid. Volgens Ingrid van Dixhoorn is het daarom belangrijk dat boeren de risicosignalen snel herkennen zodat zij de juiste maatregelen kunnen nemen. Met collega’s ontwikkelde ze een Hittestress Stalkaart met specifieke koesignalen. “Bij maatregelen voor koeien kun je denken aan het verlagen van de temperatuur in de stal door dakkoeling of koeien nat maken in combinatie met ventilatie. Daarnaast kunnen boeren het management aanpassen door te melken in de koelere ochtend of avond en ‘s nachts te weiden.”

Ook ziet Van Dixhoorn kansen voor aanpassingen aan voeding. “Als je sneller verteerbare voedingsstoffen gebruikt, produceren koeien minder warmte tijdens het eten. Hierdoor kan wel pensverzuring ontstaan, maar om dat risico te verkleinen kun je additieven toevoegen.”

Verkoelen

Vermeer is enthousiast over het verkoelen van inkomende lucht door waterverdamping om varkens koel te houden: watersproeien (mist/nevel) in de luchtinlaat. Dat kan vijf tot tien graden verschil maken in staltemperatuur.

“We hebben ook gekeken naar een watersprinklersysteem. Varkens staan er graag onder om af te koelen of gaan op de natte vloer liggen”, zegt Vermeer. “Het nemen van dergelijke maatregelen is goed voor het welzijn van de dieren en daarmee houd je de productie op niveau’’. Alleen is hygiëne bij het sprinklersysteem een aandachtspunt. Ziektekiemen overleven beter in vochtige omstandigheden. Daarnaast komen urine en mest eerder met elkaar in contact door de natte omstandigheden, en er is minder kans om ze gescheiden op te vangen. Dat zorgt voor meer uitstoot van ammoniakemissies.

“Overigens kan een deel van de oplossing ook worden gezocht in fokkerij”, zegt Vermeer, “Dieren houden die genetisch beter in staat zijn om goed om te gaan met hitte.”

Wapenen tegen leverbotslak

Veehouders moeten zich niet alleen wapenen tegen hittestress, klimaatverandering brengt ook andere gezondheidsrisico’s met zich mee. Zo rukt de leverbotslak op in veenweidegebieden.

“Door klimaatverandering staat het veen in de zomer vaker droog en neemt bodemdaling toe. Om dat te voorkomen wordt het waterpeil verhoogd, maar dat speelt de overbrenger van leverbot, de leverbotslak, in de kaart”, zegt Van Dixhoorn. “Die gedijt in nat grasland. Koeien die besmet raken met de parasiet hebben een lagere melkproductie en groeien minder goed. We onderzoeken of het werkt om natuurlijke preparaten preventief te geven of beter werken als de koe is besmet.”

Mycotoxinevorming: voorkom schimmelgroei

Een ander gezondheidsrisico is meer mycotoxinevorming. Dat zijn (gif)stoffen die geproduceerd worden door schimmels die aanwezig zijn op gewassen zoals gras, maïs en granen of in andere voeders. Ze zijn verantwoordelijk voor vaak sluimerende gezondheidsproblemen wanneer ze via het voer in de koeien terechtkomen, zoals verminderde voeropname, tegenvallende melkproductie, verminderde vruchtbaarheid en lagere weerstand.

Boeren kunnen mycotoxinevorming voorkomen door het voorkomen van schimmelgroei. Groei van veldschimmels kan worden beperkt door het voorkomen van stresssituaties tijdens de groei van het gewas en eventueel kunnen er schimmelbestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Groei van de opslagschimmel kan worden beperkt door goed inkuilmanagement van ruwvoer en bijproducten en het voorkomen van vocht bij de opslag van droge voerproducten.

Droogte zet gewassen onder druk

Als het lang kurkdroog is komt de opbrengst en kwaliteit van voedergewassen sterk onder druk. De productie van gras, maïs en andere voedergewassen is naast bemesting sterk afhankelijk van vochtvoorziening. De grondwaterstand daalt op zandgronden in de zomer vaak zover dat de wortels al in het voorjaar geen gebruik meer kunnen maken van het bodemvocht, ze zijn volledig afhankelijk van neerslag. Als er geen neerslag valt kunnen oogsten mislukken.

“Daarnaast benutten planten de mest niet goed, omdat nutriënten alleen met bodemvocht kunnen worden opgenomen. Hierdoor kan een stikstofoverschot in de bodem ontstaan wat het risico op belasting van het grondwater door nitraatuitspoeling vergroot”, zegt onderzoeker Idse Hoving. “Sterker nog: na een lange periode van droogte wordt de bodem waterafstotend, hierdoor duurt het wel even voordat de plant weer over water kan beschikken als het gaat regenen.”

Marion de Vries wijst er op dat boeren fors meer gaan beregenen bij droogte. “Uit ons onderzoek in de Achterhoek blijkt dat het aantal boeren dat beregent ongeveer verdubbelde in de droge jaren van 2018 tot 2020. Dat zorgt voor extra uitdagingen in de beschikbaarheid van water in een regio, niet alleen voor landbouw, maar ook voor drinkwater en natuur”, zegt ze. “Het is dus zaak dat we meer water gaan vasthouden en minder naar zee laten stromen, en tevens efficiënter omgaan met het water dat we hebben.”

Gezonde bodem op de zandgronden van De Marke

Voor melkveehouders in de Achterhoek heeft Wageningen Livestock Research een rapport gemaakt met adviezen voor maatregelen om beter bestand te zijn tegen langdurige droogte en hitte. Op Agro-innovatiecentrum De Marke in Hengelo (GLD) testen de onderzoekers samen met melkveehouders zulke adaptatiemaatregelen om te zien welke kansrijk zijn.

Projectmanager Zwier van der Vegte legt uit dat er op De Marke hard wordt gewerkt aan het verbeteren van de bodem, volgens hem de sleutel om klimaatverandering het hoofd te bieden. “De Marke ligt in een zeer droogtegevoelige regio vanwege hoge zandgronden en weinig oppervlaktewater. We zetten in op een gezonde bodem en verhoging van organische stof. Denk aan het telen van gras, afgewisseld met andere gewassen. Gras brengt organische stof, is goed voor het bodemleven en zorgt voor opslag van koolstof. Verder loopt er een proef waarin klei wordt aangebracht in zandgrond. Uit ons onderzoek blijkt dat het toevoegen van klei de bodemstructuur verbetert en de bodem hierdoor vocht beter kan vasthouden.”

Vocht vasthouden gebeurt ook met diepe infiltratiedrains in combinatie met druppelirrigatie. De infiltratiedrains liggen zo’n acht meter diep en houden in periodes met neerslagoverschot het water vast door het in de bodem te infiltreren. In tijden van droogte gebruiken de onderzoekers de infrastructuur om water aan te voeren naar de gewassen.

Van der Vegte: “Sommige van die gewassen hebben minder water nodig omdat ze beter tegen droogte kunnen. De graansoort sorghum kan beter tegen hitte en heeft minder vocht nodig.”

Vernatting

Het kan ook zijn dat er juist te veel water valt (vernatting). Als er heel veel regen valt kan de bodem volledig verzadigd raken en dat geeft ook productieverlies doordat er onvoldoende zuurstof bij de wortels komt. Vooral snijmaïs is gevoelig voor sterke vernatting, planten worden geel of kunnen zelfs volledig afsterven. Hoving: “Als het zo nat is dat je door het water loopt te soppen, kunnen boeren hun land niet op om te zaaien of oogsten. Als je toch met zware machines het land op gaat verslechtert dat de bodemstructuur.”

Overigens hebben melkveehouders vergeleken met akkerbouwers volgens Hoving het geluk dat gras het vermogen heeft om redelijk snel te herstellen. “Het wordt steeds meer van belang dat boeren productieverlies in droge of hele natte jaren compenseren met de productie in groeizame jaren. Het betekent dat zij ervoor moeten zorgen dat ze genoeg ruwvoer op voorraad hebben, zodat ze een periode van lange droogte of vernatting kunnen overbruggen. Bufferen dus.”

Water vasthouden

Volgens Hoving speelt bodembeheer en een goede waterhuishouding een sleutelrol om de veranderingen in het klimaat voldoende het hoofd te bieden. Hij pleit voor het finetunen van het waterbeheer samen met waterschappen en provincies. Aan de ene kant onttrekken boeren water aan de bodem om hun gewassen te laten groeien, maar zij kunnen ook een belangrijke rol spelen in het vasthouden van water.

”We doen samen met Waterschap Rijn en IJssel in de buurt van Agro-innovatiecentrum De Marke proeven met het kunstmatig onder water zetten van grasland. Met Vitens verkennen we waterinfiltratie met een ondergronds druppelirrigatiesysteem. Vooral in de winter is er overtollige neerslag die via beken, kanalen of rivieren in sloten van boeren terechtkomt. Boeren kunnen dat water langer vasthouden door vervolgens een slang uit te rollen om het veld te bevloeien of zetten het infiltratiesysteem open.”

Uit het onderzoek blijkt dat hiermee veel extra water aan het grondwater toegevoegd kan worden. Dat kan bijdragen aan herstel van het natuurlijk watersysteem en de afhankelijkheid van beregening verminderen. Het vereist wel inzet van de boer. Daarnaast wijst Hoving op peil gestuurde drainage. “Als boeren in het winterhalfjaar niet meer water afvoeren dan strikt noodzakelijk is, hebben ze daar in het groeiseizoen profijt van en wordt de impact van droogte minder. Met gekoppelde drains en een regelbare put kunnen zij water vasthouden en op maat afvoeren.”

Verzilting

Door klimaatverandering en zeespiegelstijging neemt de komende decennia de verzilting toe in Nederland, dat is de toename van het zoutgehalte in grond- en oppervlaktewater door indringend zeewater en door brak grondwater dat omhoog komt. Verzilting kan negatieve gevolgen hebben voor drinkwatervoorziening van het vee, graslandproductie en -beheer en ruwvoerteelt van snijmaïs. De beschikbaarheid van zoet irrigatiewater is een probleem. Dat speelt zeker in Zeeland, maar dat neemt ook toe in andere gebieden.

Langer groeiseizoen

Hogere temperaturen hebben overigens niet alleen maar negatieve effecten. Naar verwachting zorgen warmere winters voor een langer groeiseizoen en dat biedt kansen voor het telen van wintergewassen. “Melkveehouders kunnen met winterrogge hun ruwvoerproductie in het vroege voorjaar verhogen waardoor ze verliezen door droogte in de zomer compenseren”, legt Hoving uit. “Het is wel belangrijk dat boeren winterrogge op laarshoogte oogsten, om verlies van voederwaarde te voorkomen, blijkt uit ons onderzoek.”

Hoving en zijn collega’s kijken ook naar gewassen die beter tegen droogte kunnen. Ze onderzoeken effecten van kruiden in grasland, zoals cichorei, kropaar en klavers. “Deze wortelen dieper of zijn droogtebestendiger, maar als het te lang droog is haken ze uiteindelijk ook af.”

Verschillen tussen de regio’s

Van Dixhoorn werpt nog een blik op de onderzoek toekomst. Wat haar betreft zouden we meer moeten inzoomen op de verschillen tussen de regio’s. “Denk aan verzilting in de kustgebieden, droogteproblemen op zandgronden en te natte voeten op kleigronden. Het is ons doel om boeren praktische oplossingen te bieden die bij hun specifieke bedrijfssituatie passen, zodat zij zich gericht kunnen aanpassen aan klimaatverandering.”

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter