De redactie van Omgevingsweb sprak met Marijn Ornstein, per 1 maart 2021 dijkgraaf van Waterschap Vallei en Veluwe, over ‘waterinclusiviteit’ en de leidende rol die water zou moeten hebben op het gebied van duurzame ruimtelijke ontwikkeling boven en onder de grond.
Foto: Evert van de Worp
Ornstein is opgeleid tot jurist en is haar carrière begonnen als advocaat. Zij kwam voor het eerst in aanraking met duurzaamheid als leidinggevende van het brandweerkorps van Schiphol, waar zij onder andere verantwoordelijk was voor het vormgeven van het duurzaamheidsbeleid van de luchthaven. Naast haar loopbaan op Schiphol was zij politiek actief, onder meer als voorzitter van het presidium en plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad van Amsterdam, waar haar liefde voor openbaar bestuur verder cultiveerde. Toen begin 2020 haar oog viel op de vacature voor dijkgraaf dacht zij ‘hierin komt alles samen: duurzaamheid, veiligheid en openbaar bestuur.’ Daarop trok zij de stoute schoenen aan en schreef een brief. De rest is geschiedenis.
Drie doelen staan voor Ornstein centraal als dijkgraaf. Ten eerste de kwaliteit van onze leefomgeving waterrobuust en toekomstbestendig maken, voor èn met toekomstige generaties. Ze installeerde daarop het jeugdbestuur, wat het waterschap voorziet van gevraagd en ongevraagd advies, tegelijkertijd zorgen ze samen met ons voor een groter waterbewustzijn bij onder andere leeftijdsgenoten. Want doel twee is het vergroten van het waterbewustzijn: ‘We moeten ervoor zorgen dat iedereen weet wat we doen, want we hebben ook bedrijven en inwoners nodig om de problemen die er zijn omtrent water op te lossen.’. Tot slot benoemt Ornstein het belang van bodem en water in ruimtelijke ontwikkelingsplannen, zoals de woningbouw, landbouw en de energietransitie, ‘Bodem en water moeten leidend zijn willen we het hoofd kunnen bieden aan de vele ruimtelijke uitdagingen die ons land op dit moment heeft.’
In het interview benoemt Ornstein de lessen die te trekken zijn uit de overstromingen in Limburg. Het is immers wetenschappelijk onderschreven dat de overstromingen één op één met klimaatverandering te maken hebben. Dit vraagt om nog nadrukkelijker aan de slag te gaan met de effecten van klimaatverandering. Klimaatverandering zorgt ervoor dat er op een gegeven moment geen dijk meer hoog genoeg is. Ze geeft daarbij aan dat je als waterschap op een geheel andere wijze zal moeten gaan denken. ‘De genoemde grenzen aan de maakbaarheid en klimaatverandering zijn niet van de ene op de andere dag gewijzigd. In de tussenliggende fase zul je dus voorbereid moeten zijn op momenten van crisis.''
In het blauwe omgevingsprogramma (BOP 2022-2027) wordt ‘waterinclusiviteit’ voor de gebouwde omgeving genoemd. Het is ontzettend belangrijk om te kijken naar waar en hoe gebouwd wordt. Zijn de uiterwaarden bijvoorbeeld een plek waar gebouwd moet worden als er ruimtegebrek is? Ornstein stelt: “Het simpele antwoord is: niet overal waar je kan bouwen, moet je ook willen bouwen”. Het is goed om te kijken naar de ‘duurzame verstedelijkingsladder´, waarbij de eerste aanbeveling is om naar oplossingen binnen het bestaande stedelijk gebied te zoeken. Vervolgens kan worden gekeken naar hoe meervoudig intensief ruimtegebruik kan worden toegepast; hoe kan bijvoorbeeld een natuuropgave gekoppeld worden aan een knooppunt met een woningbouwopgave? Het aanleggen van groene daken is hier een voorbeeld van. Daarnaast is hoe er gebouwd wordt belangrijk. Bij het ontwikkelen van woonwijken zorg je idealiter ook voor plekken waar overtollig regenwater naartoe kan, en voor de aanwezigheid van groen om hittestress te voorkomen.
In het kader van hoe er gebouwd wordt, is het eveneens belangrijk om na te denken over de eisen die gesteld worden aan woningbouw. Zo wordt in het Bouwbesluit bijvoorbeeld wel gedefinieerd hoe brandwerend muren moeten zijn, maar er wordt niets in gezegd over water.
De opgaven die er liggen vereisen nauwe samenwerking met collega overheden. Dat vergt sterkere verbinding tussen en met de vaak apart belegde portefeuilles, zoals bijvoorbeeld water en ruimtelijke ontwikkeling.
Als je de problematiek waar we in Nederland voor staan echt wilt oplossen, is het van belang dat we opgavegericht en gebiedsgericht gaan werken als waterschappen, gemeenten én provincies, en daarbij over de eigen rol heen durven kijken.. Dat betekent dat je conform de bedoeling van de Omgevingswet echt kijkt naar wat een gebied nodig heeft, welke opgaven er liggen en hoe we de handen ineen kunnen slaan als één overheid.
.