Victor van Ahee is sinds juni 2022 counsel bij Van Doorne. Hij is gespecialiseerd in regulatoire vraagstukken op het gebied van energie en industrie. Met brede kennis van de regulering van activiteiten, producten en stoffen staat hij bedrijven in de energie-, chemische- en producerende industrieën bij door middel van advies en vertegenwoordiging bij de bestuursrechters. Victor heeft ruime ervaring in allerlei facetten van het energie- en milieurecht, zoals CO2, biobrandstof, milieuvergunningen en -handhaving en health, safety & environment (HSE) in het algemeen. Naast counsel bij Van Doorne is Victor ook plaatsvervangend voorzitter van de algemene bezwaarschriftencommissie van de gemeente Rotterdam in de omgevingsrechtelijke kamer. Klimaatweb stelde Victor een paar vragen over zijn recente carrièreswitch.
Ik heb hiervoor 11 jaar bij een ander groot advocatenkantoor gewerkt, maar ik zag bij Van Doorne een grote kans om me in ‘mijn hoek’ verder te specialiseren. Zeker bij dit soort complexe en specialistische onderwerpen is het belangrijk om je echt te kunnen richten op de materie, zowel met inhoudelijke zaken op dat gebied als met het dagelijks bijhouden van alle ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie en inspanningen in de industrie.
Ik ben advocaat binnen een specifiek deel van het milieu- en energierecht. Ik behandel juridische aspecten van energie- en industriële vraagstukken, vanuit een regulatoir kader. Om het minder formeel te omschrijven: ik behandel veel zaken waarin ik adviseer of procedeer voor (industriële) bedrijven die omschakelen naar duurzamere activiteiten. Dat kan bijvoorbeeld zijn het adviseren over nieuwe wetgeving, maar ook juridische procedures tegen het weigeren van een bepaalde vergunning of tegen het opleggen van dwangsommen of boetes. De hele industrie heeft te maken met het moeten omschakelen naar een duurzamere manier van werken, dus veel bedrijven zijn bezig met nadenken over bijvoorbeeld afvang en opslag van CO2 (CC(U)S), aanleggen van (waterstof)infrastructuur en het wijzigen van gebruikte grondstoffen (met als gevolg ook andere emissies en lozingen). Bij die beslissingen en overwegingen help ik met wetgevingsvraagstukken op het gebied van milieu en energie.
Het is een dynamisch rechtsgebied waar elke dag nieuwe ontwikkelingen in komen, vanuit Europa, Den Haag of de rechtbanken. Dat kan je niet van veel rechtsgebieden zeggen. Het zal dus ook een grote inspanning vergen om bovenop die ontwikkelingen te zitten en ons ‘Energy & Industry-team’ bovenaan de markt te houden. Zodoende hoop ik (en hopen wij) te kunnen blijven bijdragen aan de grootste en innovatiefste oplossingen die in de Nederlandse industrie worden doorgevoerd, van grote ‘electrolysers’ tot nieuwe opslagterminals tot onderzeese opslag van CO2.
De realisatie van een ‘net zero’-economie in 2050 levert een heleboel problemen op die wij met z’n allen moeten oplossen. Mijn bijdrage daarbij is dat ik bedrijven kan helpen om een deel van die problemen, namelijk de juridische problemen, op te lossen of om te zetten in kansen. Hoe sneller, beter en definitiever de juridische problemen worden opgelost, hoe eerder de klimaatopgave kan worden gehaald. Wat dat betreft ben ik een klein (juridisch) radertje in de machine die aan de klimaatopgave werkt.
Er wordt een enorm grote inspanning van de industrie verwacht. Dat is grotendeels terecht, omdat daar een groot deel van de uitstoot vandaan komt. We moeten alleen oppassen dat ‘we’ alle last bij de industrie leggen, zonder zelf als burger/consument ook water bij de wijn te kunnen doen. Wij zullen ook worden geconfronteerd met een andere horizon (meer windmolens, energieopslag enz.) of meer zonneparken in plaats van lege weilanden, die we misschien niet mooi vinden. ‘Wij Nederlanders’ zijn oplossingen gewend waarbij iedereen tevreden is, maar dat ‘polderen’ helpt niet bij dit soort grote urgente opgaven. Als iedereen participatie, inspraak en rechtsbescherming uitoefent over de plaats van een windmolen, kleur van een batterij-park of de tijdstip van werkzaamheden aan een pijpleiding, vertragen we de besluitvorming al snel met maanden tot jaren. Iedereen die echt bezwaren heeft tegen ontwikkelingen moet zich daar uiteraard tegen kunnen uitspreken, maar het zou schelen als ook wij als burgers eerder het belang van de klimaatopgave afwegen tegen onze directe eigen belangen (zoals verminderd uitzicht of tijdelijke onbereikbaarheid).
Ik probeer waar mogelijk ook bij te dragen. Niet alleen in mijn directe omgeving (zoals verduurzamen van het huis, minder verharding in de tuin en de thermostaat ‘een graadje lager’), maar ook in mijn consumptie. Ik koop bijvoorbeeld geen druiven uit India of kiwi’s uit Peru meer, recycle of hergebruik materialen en probeer ook zoveel mogelijk duurza(a)m(er) te reizen (elektrisch rijden of met de trein).
Als milieurechtadvocaat is ‘Dark Waters’ uit 2019 een mooie en toepasselijke film. In die film staat de Amerikaanse (milieurecht) advocaat centraal die DuPont aanpakt namens omwonende van een fabriek waar PFOA (opzettelijk) in het milieu was losgelaten. De film geeft niet alleen een goed beeld van de complexiteit om aansprakelijkheid voor schadelijke verontreinigingen aan te tonen, maar het onderwerp blijft actueel aangezien de discussie over het verbieden van PFAS (waartoe PFOA behoort) nog steeds speelt in de Europese Unie. Ook lopen momenteel in Nederland rechtszaken tegen vergelijkbare bedrijven voor verontreinigingen en emissies.