De eisen waar CBAM-aangevers aan moeten voldoen worden strenger. Wat verwacht de NEa precies van CBAM-aangevers, en hoe gaat de NEa handhaven?
Vanaf 1 januari 2026 moet iedereen die CBAM-goederen invoert in de Europese Unie een toelating hebben en elk jaar een geverifieerde CBAM-aangifte te doen. Daarnaast wordt het voor zulke importeurs verplicht om te betalen voor de CO2-uitstoot met CBAM-certificaten.
Tot 1 januari 2026 geldt een overgangsperiode voor CBAM, die is bedoeld om hierop voor te bereiden. Wie na 1 januari 2026 nog CBAM-goederen wil invoeren in de EU, moet nu kennis en ervaring opdoen. De wetgeving voor de overgangsperiode bevat daarom nu al een rapportageplicht: CBAM-aangevers zijn verplicht om per kwartaal te rapporteren over de CO2-uitstoot.
Om CBAM-aangevers meer duidelijkheid te geven, heeft de NEa regels opgesteld: het wegingskader.
In dit wegingskader worden vragen beantwoord als
Wat verwacht de NEa in deze overgangsperiode precies van CBAM-aangevers?
Wat gebeurt er als geen of een onjuist CBAM-rapport wordt ingediend?
Legt de NEa boetes op?
En zo ja, wanneer?
Hoe maakt de NEa onderscheid tussen grote en kleine hoeveelheden import en ingebedde emissies?
Dit wegingskader heeft vooralsnog alleen betrekking op CBAM-rapporten over het derde en vierde kwartaal van 2024. Voor de periode daarna zal de NEa het wegingskader evalueren en zo nodig bijstellen.