Afronding van grote projecten loopt vertraging op doordat de benodigde elektriciteitsaansluiting niet of te laat verzorgd kan worden door de netbeheerder. Ook hebben netbeheerders onvoldoende transportcapaciteit om elektriciteit van en naar een aansluiting te transporteren.
In de praktijk bestaan hierover grote zorgen. Ontwikkelaars en andere initiatiefnemers vragen zich in dat kader steeds vaker af of zij er op een of andere manier toch voor kunnen zorgen dat de netbeheerder de benodigde elektriciteitsaansluiting tijdig verzorgt.
In een eerdere blog stonden wij stil bij de aansluit- en transportplicht van netbeheerders. In dit blog gaan wij wat uitgebreider in op enkele actuele ontwikkelingen en vraagstukken rondom het probleem van netcongestie.
Netbeheerders moeten de taken uitvoeren zoals die in de wet (Elektriciteitswet 1998) zijn vastgelegd. Eén van deze taken is derden te voorzien van een aansluiting op de netten en ten behoeve van derden transport van elektriciteit uit te voeren.
De aansluitplicht houdt in dat de netbeheerder als taak heeft om eenieder die daarom verzoekt binnen een termijn van in beginsel 18 weken van een aansluiting te voorzien. Als een netbeheerder deze termijn niet haalt dan kan een initiatiefnemer die een aansluiting wil bij de ACM een geschil aanhangig maken.
Met een aansluiting op het elektriciteitsnet is het mogelijk om elektriciteit te laten transporteren van de aansluiting van een producent naar de aansluiting van een verbruiker. Het is een wettelijke taak van een netbeheerder om op verzoek van eenieder een aanbod te doen om via het elektriciteitsnet van die netbeheerder het transport van elektriciteit te verrichten.
De netbeheerder moet zich hierbij houden aan de tarieven en voorwaarden zoals door de ACM zijn vastgesteld. De afspraken legt de netbeheerder met de afnemer neer in een aansluit- en transportovereenkomst (ATO).
Op dit moment hebben de netbeheerders landelijk te maken met schaarste op het elektriciteitsnet. Dit betekent dat de netbeheerders niet alle door afnemers gewenste elektriciteit kunnen transporteren. Dit probleem staat bekend als netcongestie. In bepaalde gevallen van netcongestie kan een afnemer de netbeheerder niet dwingen tot nakoming van zijn wettelijke verplichting tot het transporteren van elektriciteit.
Dat is het geval indien de netbeheerder redelijkerwijs onvoldoende capaciteit op zijn net heeft. Het is aan de netbeheerder om dat te bewijzen. Het is vereist dat er fysieke congestie bestaat (feitelijk onvoldoende capaciteit op het net). Het is niet voldoende als er slechts sprake is van contractuele netcongestie. Daarvan is sprake wanneer de capaciteit op het elektriciteitsnet onvoldoende is om alle gecontracteerde capaciteit (zoals overeengekomen in de ATO’s) te transporteren.
Om beschikbare transportcapaciteit beter te verdelen passen netbeheerders congestiemanagement toe. Congestiemanagement is kort gezegd een systeem waarbij de netbeheerder die fysieke congestie voorziet aan producenten en afnemers vraagt om hun productie of afname van elektriciteit tijdelijk te verhogen of te verlagen. Deze partijen ontvangen hiervoor een vergoeding op dagelijkse basis. Congestiemanagement maakt het mogelijk dat meer partijen toegang kunnen krijgen tot het net.
In 2022 heeft de ACM nieuwe regels vastgesteld rondom transportschaarste en congestiemanagement. In het besluit stelt de ACM duidelijke regels voor de manier waarop netbeheerders in alle fasen van congestiemanagement – van de ‘vooraankondiging’ van voorziene structurele congestie, tot het onderzoek naar congestiemanagement en de uitvoering op dagelijkse basis – op transparante wijze communiceren over de voorspelde congestie en de wijze waarop aangeslotenen een bijdrage kunnen leveren aan congestiemanagement.
Om de uitdagingen van het volle elektriciteitsnet aan te gaan heeft de ACM een ontwerp codebesluit prioriteringsruimte transportverzoeken opgesteld. In het ontwerpbesluit staat dat netbeheerders in bepaalde gevallen kunnen afwijken van het ‘first come, first served’-beginsel bij de behandeling van transportverzoeken.
Netbeheerders kunnen op basis van het ontwerpbesluit voorrang geven aan transportverzoeken van maatschappelijk relevante projecten zodat deze geen onnodige vertraging oplopen. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan projecten die verband houden met de veiligheid (ambulance, politie) of die voorzien in bepaalde basisbehoeften (gezondheidszorg, woningbehoefte). Ook verduurzamingsprojecten kunnen voorrang krijgen.
De ACM heeft het ontwerpbesluit ter consultatie gepubliceerd en heeft belanghebbenden gevraagd uiterlijk 1 oktober 2023 een zienswijze in te dienen. Naar aanleiding van de consultatie heeft de ACM 78 reacties ontvangen. Uit deze reacties blijkt dat betrokkenen positief zijn over het voorstel om het verlenen van voorrang aan projecten die bijdragen aan belangrijke maatschappelijke doelen vast te leggen in een wettelijke regeling.
De ACM heeft in de reacties op het voorstel maatschappelijk prioriteren ook suggesties gekregen om het voorstel te verbeteren. Meerdere partijen willen het prioriteringskader uitbreiden met extra maatschappelijke doelen. Tegelijkertijd vinden enkele partijen dat het voorgestelde prioriteringskader te breed is en juist beperkt moet worden tot strikt noodzakelijke gevallen. De ACM wil in maart 2024 een definitief codebesluit publiceren.