Demissionair minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei heeft het rapport ‘De route naar interoperabiliteit en energieflexibiliteit: normontwikkeling voor slimme net-intensieve apparaten’ aangeboden aan de Tweede Kamer. Hiermee zet Nederland een belangrijke stap richting het verminderen van netcongestie en het versnellen van de energietransitie.
Het rapport, opgesteld op verzoek van het ministerie van Klimaat en Groene Groei, geeft advies over welke normen noodzakelijk zijn voor slimme net-intensieve apparaten. Door gezamenlijk normen te ontwikkelen voor onder meer laadpalen, warmtepompen, zonneomvormers en thuisbatterijen – de big four slimme net-intensieve apparaten – wordt de basis gelegd voor een toekomstbestendig energiesysteem.
Nederland kampt steeds vaker met netcongestie. Slimme net-intensieve apparaten bieden kansen om piekbelasting te verminderen en het elektriciteitsnet optimaal te benutten. Uit een brede consultatie met ruim veertig marktpartijen blijkt dat de markt behoefte heeft aan gezamenlijke afspraken en heldere normen. Dit bevordert innovatie en voorkomt dat gebruikers afhankelijk worden van één leverancier (vendor lock-in).
Marc Ritter, manager strategische relaties en business development bij NEN: “Nederland staat voor grote uitdagingen op het gebied van netcongestie. Door afspraken te maken over de eisen aan slimme apparaten en systemen, komt er duidelijkheid voor de markt en versnellen we de noodzakelijke energietransitie. Normen vormen daarbij het fundament voor innovatie en vertrouwen.”
NEN adviseert om eerst duidelijke, algemene afspraken te maken over hoe slimme apparaten in huis met elkaar communiceren en samenwerken. Denk aan eisen voor het Home Energy Management System (hEMS), de communicatieprotocollen en de energiearchitectuur in huis. Daarbij is het belangrijk dat de privacy van bewoners goed geregeld is en dat de regie over data bij de gebruiker blijft.
Voor deze basisafspraken is het advies om te kiezen voor een NEN-norm, zodat alle partijen kunnen meedenken en zo een breed draagvlak ontstaat. Tegelijkertijd worden er voor de belangrijkste apparaten – laadpalen, warmtepompen, zonneomvormers en thuisbatterijen – aparte afspraken gemaakt. Voor deze zogenaamde big four worden NTA’s (Nederlandse Technische Afspraak) ontwikkeld, die later kunnen uitgroeien tot officiële NEN-normen. De NTA voor laadpalen is inmiddels ontwikkeld en de NTA voor warmtepompen is in ontwikkeling. Tezamen zullen deze normdocumenten een normenstelsel vormen: een samenhangend geheel van afspraken dat op elkaar aansluit.
Charlotte Koppen, consultant Elektro en Energie bij NEN: “Door normen voor verschillende apparaten gelijktijdig te ontwikkelen, kunnen we sneller inspelen op actuele marktontwikkelingen en innovaties zoals thuisbatterijen. Tegelijkertijd zorgen we voor aansluiting op Europese trajecten en subsidievoorwaarden. Deze aanpak geeft ons de snelheid én de stevige basis die Nederland nu nodig heeft voor een toekomstbestendig en flexibel energiesysteem.”
Het rapport benadrukt het belang van certificering. Keurmerken en certificaten maken het voor gebruikers en overheden zichtbaar welke apparaten aan de afgesproken eisen voldoen. Hiermee wordt innovatie gestimuleerd en ontstaat vertrouwen bij consumenten. Ook wordt ingezet op internationale samenwerking, zodat Nederlandse afspraken als voorbeeld kunnen dienen voor Europese normen.
Lees het volledige rapport ‘De route naar interoperabiliteit en energieflexibiliteit: normontwikkeling voor slimme net-intensieve apparaten’ op de website van de Rijksoverheid.