De landbouwsector bevindt zich in een fase van verandering door toenemende druk op thema’s zoals natuur, waterkwaliteit, klimaat en biodiversiteit. Grote druk komt van de implementatie van de Habitat- en Vogelrichtlijn, Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water. Dit zorgt voor discussies over stikstof, nitraat en bijvoorbeeld ‘kalenderlandbouw’. Daarnaast door behoefte van de maatschappij aan maatregelen tegen klimaatverandering, maar ook door de steeds strengere regels vanuit de Europese Unie. Een van de relatief nieuwe en meest impactvolle veranderingen is de implementatie van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die bedrijven verplicht om openlijk te rapporteren over hun duurzaamheidsimpact. Hoewel deze richtlijn voornamelijk gericht is op grote bedrijven, zijn de gevolgen te voelen in de agrarische sector en op het boerenerf.
De CSRD verplicht grote ondernemingen vanaf 2024 uitgebreid te rapporteren over hun impact op zowel mensen als het milieu en klimaat, over hun volledige waardeketen, waaronder toeleveranciers zoals boerenbedrijven. Ook al is de CSRD puur een transparantierichtlijn, en daarmee geen concrete doelstellingen voorschrijft, zullen veel bedrijven rapporteren in lijn te willen komen met het Klimaatakkoord van Parijs. In de landbouwsector zal daarom toenemende druk en data-uitvraag met name gaan over CO2-uitstoot. Dit betekent dat boeren steeds vaker gevraagd zullen worden om hun eigen duurzaamheids- of bedrijfsdata te delen om aan de eisen van hun afnemers te voldoen.
De melkveehouderij staat hierin voorop met de KringloopWijzer die boeren inzicht geeft in hun milieuprestaties. Een volgende uitdaging die op hen afkomt is de druk van grote bedrijven om hun CO2-uitstoot daadwerkelijk te reduceren. Boeren moeten hiervoor investeren in passende maatregelen op hun erf, zoals veranderingen in krachtvoer, mestopslag of graslandmanagement. Wanneer deze maatregelen de carbon footprint van de melkveehouderijen verlagen, betalen veel zuivelbedrijven extra voor 100 liter melk. Op deze manier zetten de zuivelbedrijven in om verduurzaming op het boerenerf te laten lonen.
Andere agrarische sectoren moeten zich nog voornamelijk inzetten om te voldoen aan de toenemende behoefte aan datagegevens van afnemers. Deze ontwikkeling vraagt boeren om niet alleen hun productiemethoden te herzien, maar ook te investeren in het verzamelen en beheren van gegevens, zodat emissies correct worden gerapporteerd. Er wordt al gewerkt om carbon footprinting in andere sectoren mogelijk te maken, denk aan de ontwikkeling van de Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw en Regiocertificering in de duin- en bollenstreek.
Voor de landbouwsector, die verantwoordelijk is voor een groot deel van de nationale emissies van broeikasgassen, wordt het belang ook steeds groter. In 2022 was de sector verantwoordelijk voor 18 megaton CO2-equivalenten, wat gelijk staat aan ongeveer 14% van de jaarlijkse emissies van broeikasgassen in Nederland. Sinds 1990 heeft de landbouw al 28% van hun emissies gereduceerd, maar er is meer actie nodig om de Nederlandse klimaatdoelstellingen te halen. Het nauwkeurig in kaart brengen van deze emissies is cruciaal om effectieve reductiestrategieën te ontwikkelen en te voldoen aan zowel nationale als Europese klimaatdoelstellingen.
De overgang naar een duurzamere landbouwsector zal zeker uitdagingen met zich meebrengen. Boeren zullen hun bedrijfsvoering wijzigen, investeren in nieuwe technologieën en benodigde data moeten bijhouden in een turbulente politieke context. Deze transitie creëert tegelijkertijd ook mogelijkheden voor boer en bedrijf. Boeren kunnen met inzicht in hun CO2-voetafdruk hun ecologische impact verlagen, en daarmee hun positie op de markt verbeteren door actief in te spelen op de eisen van de CSRD en de opmars van carbon footprinting.
De introductie van de CSRD en de toenemende nadruk op carbon footprinting vormen een belangrijke verandering voor de Nederlandse landbouwsector. Het roept alle betrokken partijen op om verantwoordelijkheid te nemen voor hun impact op het klimaat en actief bij te dragen aan de overgang naar een duurzamere toekomst.