De minister voor Klimaat en Energie bracht gisteren een belangrijke brief uit. Zonne- en windenergie op land houden financiële ondersteuning: in de toekomst via een ‘tweezijdig contract for difference’ en tot dat is ingevoerd (waarschijnlijk 2027) via de huidige SDE++. De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) is blij dat er nu meer duidelijkheid is en kan de keuze voor contracts for difference goed begrijpen. ‘Mooi dat deze regeling stabiliteit brengt, waardoor zonne- en windprojecten gebouwd kunnen blijven worden, ongeacht tijdelijke tegen- of meewind op de elektriciteitsmarkt,’ zegt Olof van der Gaag, voorzitter NVDE.
Bij een tweezijdig contract for difference, een soort ‘in voor- en tegenspoed’- regeling, springt de overheid bij als de energieprijzen laag zijn (zoals in de coronatijd) en betalen ontwikkelaars geld terug aan de overheid als de prijzen hoog zijn (zoals tijdens de energiecrisis). Dit systeem bestaat al in het Verenigd Koninkrijk. Na de SDE+ voor duurzame energie en de SDE++ voor CO2-reductie, zou de nieuwe regeling de SDE± genoemd kunnen worden.
De NVDE leest in de brief een erkenning van het belang van zon en wind als betaalbare opties voor de energietransitie en meer energie-onafhankelijkheid. Groei blijft nodig om sectoren als de industrie, mobiliteit en gebouwde omgeving in staat te stellen tot elektrificatie en zo van hun fossiele bronnen af te komen.
Zoals bij elke nieuwe regeling is er nog het nodige uit te werken. Het is zaak daar snel mee aan de slag te gaan. De NVDE denkt graag mee. Het is goed dat er duidelijk aandacht is voor de technische details, en voor de relatie met de vraagkant en met netcongestie. Daarnaast moet elektrificatie worden gestimuleerd, liefst met beleid waarmee vraag, aanbod en infrastructuur goed op elkaar worden afgestemd. Zo voorkomen we stagnatie door kip-ei problemen. Daar werken we nu aan in het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI).
De brief is hier te lezen.