Het kabinet heeft besloten per direct te stoppen met nieuwe subsidies voor houtige biogrondstoffen voor laagwaardige warmte. Het gaat hier specifiek om de productie van lage temperatuurswarmte (100°C) uit houtige biogrondstoffen. Deze warmte wordt voornamelijk gebruikt voor het verwarmen van gebouwen en kassen.
Minister Jetten voor Klimaat en Energie: ‘Biogrondstoffen spelen een belangrijke rol bij het bereiken van een klimaatneutrale en circulaire economie. Biogrondstoffen zijn cruciaal om minder afhankelijk te worden van fossiele grondstoffen, zeker in sectoren waar beperkt tot geen duurzame alternatieven bestaan. Tegelijkertijd heeft het kabinet oog voor de maatschappelijke zorgen over biogrondstoffen. Daarom hebben we besloten per direct te stoppen met het afgeven van subsidies voor houtige biogrondstoffen voor laagwaardige warmte.’
De insteek van het kabinet is dat duurzame biogrondstoffen worden ingezet waar ze de grootste bijdrage leveren aan verduurzaming en waar alternatieven beperkt beschikbaar zijn. Dit soort hoogwaardige toepassingen blijven ondersteund worden. Voorbeelden van hoogwaardige toepassingen zijn onder andere biobeton, verf op basis van biogrondstoffen in plaats van fossiele grondstoffen, groen gas als vervanger van aardgas, of als brandstof voor zwaar wegtransport, luchtvaart en zeevaart waar biobrandstoffen als hoogwaardige dieselvervangers een alternatief bieden.
Om de duurzaamheid van de gebruikte biogrondstoffen te borgen zet Nederland bij de onderhandelingen over de Europese Hernieuwbare Energierichtlijn in op een verdere aanscherping van de Europese duurzaamheidscriteria van biogrondstoffen. Het kabinet zal dit samen met de eisen uit het Duurzaamheidskader biogrondstoffen vastleggen in wet- en regelgeving. Ook gaat het kabinet de certificering van geïmporteerde biogrondstoffen en biogrondstoffen uit eigen land verder aanscherpen.
Met dit besluit bouwt het kabinet voort op het Duurzaamheidskader voor biogrondstoffen dat in oktober 2020 aan de Kamer is aangeboden en het SER-advies Biomassa in Balans (juli 2020), waaraan sociale partners, de energiesector, de industrie en de natuur- en milieuorganisaties hebben bijgedragen.