Menu

Filter op
content
PONT Klimaat

0

Opbrengsten van milieubelastingen, 2001-2020

In 2021 bedragen de opbrengsten van de milieubelastingen 23,2 miljard euro. Dit is 4,4 procent meer dan in 2020. In 2001 incasseerde de overheid 14,3 miljard euro aan milieubelastingen. De opbrengsten zijn sindsdien dus gemiddeld met meer dan 400 miljoen euro per jaar toegenomen.

Compendium voor de Leefomgeving 9 januari 2023

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

Algemene ontwikkelingen

Milieubelastingen zijn vooral gekoppeld aan het bezit en gebruik van auto's en motoren. In 2021 incasseerde de overheid 7,4 miljard euro aan accijnzen op benzine en andere minerale oliën, 1,5 miljard euro aan belastingen op personenauto's en motorrijwielen (BPM) en 6 miljard euro motorrijtuigenbelasting. Deze posten samen genereren ongeveer 65 procent van de milieubelastingen.

De totale opbrengsten van de milieubelastingen zijn in 2021 een miljard euro lager dan het jaar ervoor. Het aandeel van de milieubelastingen in de totale belastingopbrengst van de Nederlandse overheid daalde van 10,8 procent in 2020 naar 10,4 procent in 2021. Door de overheid is in 2021 in totaal 223,5 miljard euro geïncasseerd aan belastingen en heffingen. De inkomsten uit milieubelastingen worden door de overheid niet aangewend om specifieke milieuproblemen op te lossen. Deze gelden komen in de algemene middelen van het Rijk.

Belastingen op een milieugrondslag

Met 8 miljard euro zijn de belastingen op een milieugrondslag in 2021 goed voor ruim een derde van de milieubelastingen. Inkomsten uit belastingen op een milieugrondslag betreffen vooral de energiebelasting. In 2021 bracht deze 7,4 miljard euro op. Verder gaat het om brandstoffenbelasting, afvalstoffenbelasting en leidingwater- en grondwaterbelasting.

Accijns op benzine en overige minerale oliën

In 2021 waren de opbrengsten uit accijns op benzine en overige minerale oliën 7,7 miljard euro. In 2019 was dit nog 8,5 miljard euro. De opbrengsten namen af omdat er in 2020 en 2021 veel minder kilometers gereden werden vanwege de coronapandemie.

Motorrijtuigenbelasting

Ongeveer een kwart van de inkomsten uit milieubelastingen is in 2021 afkomstig uit de motorrijtuigenbelasting. Alle eigenaren van een personenauto, bestelauto, motor of vrachtauto moeten per kwartaal (of jaarlijks) motorrijtuigenbelasting betalen. Het tarief is onder andere afhankelijk van het type verbrandingsmotor. Als onderdeel van een belastingplan voor mobiliteit (Ministerie van Financiën, 2011) veranderde de overheid de regelingen omtrent de motorrijtuigenbelasting en de BPM. Energiezuinige auto's als hybride auto's waren vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting. De vrijstelling voor zuinige auto's is vanaf 2015 vervallen. Vanaf 2015 zijn alleen volledig elektrische auto's vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting.

Belasting op personenauto's en motorrijtuigen (BPM)

In 2021 is 6,4 procent van de inkomsten uit milieubelastingen afkomstig uit de BPM. Wie in Nederland een nieuwe personenauto, motorfiets of bestelauto koopt, of importeert vanuit het buitenland, betaalt BPM. De hoogte daarvan is bij personenauto's afhankelijk van de CO2-uitstoot. Elektrische auto's zijn tot 2024 vrijgesteld van BPM. Bij bestelauto's en motoren wordt BPM berekend op grond van de netto catalogusprijs en de brandstofsoort.

De belastinginkomsten uit de BPM waren na 2007 telkens lager dan een jaar eerder. Er werden minder nieuwe auto's en motoren gekocht en elektrische auto's wonnen aan populariteit. Aanvankelijk werden niet alleen volledig elektrische auto's en waterstofauto's, maar ook zeer zuinige benzine- en dieselauto's, zoals (plug-in) hybrides, vrijgesteld van de BMP. Dit werd vanaf 2015 weer teruggedraaid. In 2015 groeide de opbrengst daardoor weer fors. Met 1,5 miljard keerde de BPM bijna terug op het niveau van 2012. In 2019 is dit verder gestegen naar 2,3 miljard euro. In 2020 daalde de BPM echter weer naar 1,5 miljard. Er werden in 2020 een stuk minder nieuwe auto's verkocht, daarnaast nam de populariteit van elektrische auto's verder toe.

Wat zijn milieubelastingen?

Onder milieubelastingen vallen:

  • de belastingen op een milieugrondslag (grondwaterbelasting, belasting op leidingwater, afvalstoffenbelasting, verbruiksbelasting op brandstoffen, energiebelasting, vliegbelasting en verpakkingenbelasting)

  • de accijns op benzine en overige minerale oliën

  • de belastingen op voertuigen (motorrijtuigenbelasting en belasting op personenauto's en motorrijwielen)

  • de mestoverschotheffing Rijk (ook wel mineralenheffing genoemd)

Onder milieubelastingen worden dus niet alleen de belastingen op een milieugrondslag verstaan. Deze zijn ingevoerd met als primair doel een bijdrage te leveren aan het bereiken van milieudoelstellingen. Ook andere belastingen, zoals de belastingen op voertuigen en de accijns op benzine en overige minerale oliën, hebben invloed op activiteiten met een milieueffect, zoals het wegvervoer. Deze belastingen vallen daardoor ook onder het begrip milieubelastingen.

De opbrengst uit milieubelastingen gaat naar de algemene middelen van de overheid en wordt dus niet speciaal gebruikt voor de financiering van milieumaatregelen. Dit in tegenstelling tot de opbrengst van milieuheffingen, die een specifieke milieubestemming heeft.

Vergroening van het belastingstelsel

Eén van de doelstellingen van de Belastingherziening 2001 was een vergroening van het belastingstelsel om zo een duurzame economische ontwikkeling te stimuleren. Hieronder wordt verstaan een verschuiving van de belastingdruk naar activiteiten die een negatief effect hebben op het milieu. Door het invoeren van milieubelastingen komen de maatschappelijke kosten met betrekking tot het milieu meer in de prijzen tot uitdrukking. Prijsverhoging van milieuvervuilende activiteiten leidt in beginsel tot een geringer gebruik, waardoor het negatieve milieueffect afneemt. De opbrengst van milieubelastingen komt in de algemene middelen terecht. Daardoor kan de belastingdruk op andere activiteiten, bijvoorbeeld arbeid, verlaagd worden of minder snel stijgen.

Inmiddels is het beleid ten aanzien van fiscale vergroening gewijzigd. Om het belastingstelstel te vereenvoudigen stonden 7 van de 22 rijksbelastingen in 2011 op de nominatie te worden afgeschaft, waaronder 4 belastingen op een milieugrondslag (Ministerie van Financiën, 2011). Per 2012 zijn de afvalstoffenbelastingen en grondwaterbelasting afgeschaft. De afvalstoffenbelasting is in 2014 echter weer geïntroduceerd. In 2013 volgde de afschaffing van de verpakkingenbelasting; deze belasting is vanaf 2013 vervangen door de 'afvalbeheersbijdrage', een bijdrage die betaald wordt door ondernemingen die meer dan vijftig duizend kilo verpakkingsmateriaal op de markt brengen. De afschaffing van de belasting op leidingwater is herroepen. Deze belasting is dus gewoon blijven voortbestaan. In 2021 is opnieuw een vliegbelasting ingevoerd.

Lopende prijzen

Alle bedragen in deze indicator zijn uitgedrukt in lopende prijzen. Dit zijn de bedragen die in de betreffende jaren daadwerkelijk zijn betaald. Voor meer informatie hierover lees de technische toelichting.

Referenties

  • CBS (2022). StatLine: Milieubelastingen en -heffingen; nationale rekeningen (cijfers in lopende prijzen). CBS, Den Haag / Heerlen.

  • CBS (2021). Groei aantal stekkerauto's zet door. CBS, Den Haag / Heerlen.

  • Ministerie van Financiën (2011). Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) - Memorie van toelichting. Ministerie van Financiën, Den Haag.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter